Laden...

Rechtspraak waarschuwt voor nieuwe ‘buikpijndossiers’ bij strafomzetting

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRaad voor de rechtspraak > Nieuws > Rechtspraak waarschuwt voor nieuwe ‘buikpijndossiers’ bij strafomzetting
Den Haag, 27 mei 2021
Het wetsvoorstel dat het mogelijk maakt voor het Openbaar Ministerie (OM) om voorwaardelijke strafbeschikkingen op te leggen, kan in de praktijk leiden tot zeer onrechtvaardige uitkomsten. Zo blijkt uit een vandaag gepubliceerd wetgevingsadvies van de Raad voor de rechtspraak. De Raad waarschuwt minister Grapperhaus van Veiligheid en Justitie voor nieuwe ‘buikpijndossiers’ door de invoering van zijn wetsvoorstel. Het probleem daarbij zit niet in het feit dat het OM zelfstandig voorwaardelijke straffen oplegt, maar in de voorgestelde omzettingsprocedure.

In het voorstel staat dat bij overtreding van de opgelegde voorwaarden het OM de voorwaardelijke straf kan omzetten in een onvoorwaardelijke straf. Bijvoorbeeld als iemand zich niet houdt aan een gebiedsverbod of niet komt opdagen bij afspraken met de reclassering. Tegen die omzetting kan de betrokkene bezwaar indienen bij de rechter. Maar in het nieuwe wetsvoorstel staat dat de rechter alleen mag toetsen of de omzetting terecht was. Hij controleert of de voorwaarden inderdaad zijn overtreden, maar naar het onderliggende dossier mag hij niet meer kijken. Als de rechter bijvoorbeeld ziet dat de oorspronkelijke strafbeschikking nooit had mogen worden opgelegd omdat er onvoldoende bewijs is, kan hij daar niets meer mee. Deze beperking van de rol van de rechter kan leiden tot zeer onrechtvaardige uitkomsten, stelt de Raad in zijn advies.

Andere straf

Daarnaast maakt de voorgestelde wet het mogelijk voor het OM – zonder tussenkomst van een rechter - een volstrekt andere straf op te leggen dan de oorspronkelijke straf. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat als iemand een geldboete als straf krijgt en deze niet (op tijd) betaalt, het OM deze boete eigenstandig kan omzetten naar een zwaardere straf zoals een taakstraf. Volgens de Raad moet beter worden toegelicht welke beperkingen gelden bij een dergelijke omzetting. Ook in dit geval is bezwaar bij de rechter wel mogelijk, maar ook dan geldt dat de rechter slechts de omzettingsbeslissing mag beoordelen.

Buikpijndossiers

Kan de verdachte dan op geen enkel moment zijn schuld aanvechten bij de rechter? Een verdachte kan dat doen binnen 2 weken nadat hij de strafbeschikking ontvangt. Echter, daarbij bestaat het risico dat hij bijvoorbeeld niet goed weet wat zijn mogelijkheden zijn. Of dat hij de consequentie van een voorwaardelijke straf onderschat en het niet ziet als een echte straf. 

De toeslagenaffaire onderstreept hoe belangrijk het is dat de Rechtspraak met zijn wetgevingsadviezen van tevoren waarschuwt voor mogelijke buikpijndossiers. Juist in dit soort ‘kleinere’ zaken is het vertrouwen van de burger in goede en zorgvuldige behandeling, met inachtneming van alle rechtswaarborgen en rechtsbescherming, van groot belang. Bij deze geeft de Rechtspraak zo’n signaal vooraf.

Toetsing hoge transacties

Met het wetsvoorstel wordt ook een rechterlijke toetsing bij hoge transacties in het leven geroepen, zoals bij de regelingen (schikkingen) die de afgelopen jaren door het OM met verschillende banken zijn getroffen. Iets waar de Raad voor de rechtspraak eerder voor heeft gepleit en wat van harte wordt ondersteund. Alleen is de Raad het niet eens met de drempel die is gesteld voor de hoogte van het bedrag waarbij dit pas aan de orde komt: 200.000 euro voor een boete of 1 miljoen euro voor het ‘geheel’ (een boete, schadevergoeding en eventuele ontneming). Deze was onlangs nog 50.000 en 500.000 euro. Door het verhogen van deze drempel is de definitie van ‘hoge transactie’ gewijzigd en zullen er alsnog maar heel weinig transacties aan de rechter worden voorgelegd.

Verbeurdverklaring OM

Tenslotte stelt de Raad in dit wetgevingsadvies vraagtekens bij het voorstel om het voor het OM mogelijk te maken zelfstandig goederen verbeurd te verklaren, zonder dat daar een rechter aan te pas komt. Bij een verbeurdverklaring raakt een betrokkene zijn goederen kwijt, als die betrokken zijn geweest bij een strafbaar feit (dat kan gaan van een boot gekocht met crimineel geld, tot andere goederen als bijvoorbeeld telefoons die zijn gebruikt bij het plegen van een misdrijf). Een zorgvuldige toetsing door een rechter daarbij blijft wat de Raad betreft een vereiste.

Uitspraken