De Rechtspraak heeft er voor gekozen de bezuinigingen van het kabinet Rutte II (deels) in te vullen met de opbrengsten uit de digitalisering van rechtspraak. Op een aantal gebieden loopt de digitalisering goed, maar helaas is de digitalisering met name in civiel voorlopig mislukt en duurt de digitalisering als geheel langer dan verwacht, waardoor de Rechtspraak een groot deel van de geplande opbrengsten niet en zeker niet tijdig kan realiseren - iets wat al bij de laatste prijsonderhandelingen met de minister in 2016 aan de orde geweest en onderkend. In zoverre is er dus een relatie tussen de problemen bij de digitalisering en het tekort. Maar dat is maar een van de 2 oorzaken.
Het tekort dat nu ontstaat op de Rechtspraakbegroting wordt namelijk verder veroorzaakt door de forse terugloop in het aantal zaken, waardoor het budget sterk daalt terwijl de vaste kosten gelijk blijven en de variabele kosten niet zo snel kunnen worden teruggebracht. Dit komt door het bekostigingssysteem, wat volgens deskundigen onvoldoende functioneert.