Leidt het wetsvoorstel dat slachtoffers en nabestaanden het recht geeft
zich uit te spreken over de schuld van de verdachte en de gewenste strafhoogte
tot verkeerde verwachtingen? Zijn slachtoffers erbij gebaat dat ze tijdens het
strafproces in hun zaak worden gehoord? Moet de manier waarop strafprocessen
worden gevoerd veranderen als gevolg van deze rechten voor slachtoffers en
nabestaanden?
Dit zijn vragen waarover de Raad voor de rechtspraak zich buigt naar
aanleiding van het door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie recent
gepresenteerde wetsvoorstel
dat de positie van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces versterkt. De
Raad staat in het algemeen positief tegenover een volwaardige rol van het
slachtoffer in de rechtszaal. In de advisering zal de Raad – in overleg met de
strafrechters – vooral kijken naar de verwachte gevolgen van het wetsvoorstel
voor het strafproces.