Laden...

Aanvraag omgevingsvergunning voor kinderachtbaan bij pannenkoekenhuis Voorst terecht geweigerd

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > Aanvraag omgevingsvergunning voor kinderachtbaan bij pannenkoekenhuis Voorst terecht geweigerd
Arnhem, 24 april 2024

Het college van de gemeente Voorst mocht de omgevingsvergunning voor een kinderachtbaan op het terrein van een pannenkoekenhuis in Voorst weigeren. Dat oordeelt de rechtbank. Volgens de rechtbank mocht het college dit doen, omdat sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening. Het college heeft wel een omgevingsvergunning verleend voor de overige al bestaande speel- en attractietoestellen.

Illustratieve afbeelding

Het pannenkoekenhuis vroeg in juni 2021 een omgevingsvergunning aan voor de op haar terrein aanwezige speel- en attractietoestellen. Het college verleende de omgevingsvergunning voor de speel- en de attractietoestellen. Voor de attractietoestellen nam het college voorschriften op. Daarin stond dat de attractietoestellen bij het einde van de levensduur verwijderd moeten worden (uitsterfvoorschrift) en dat de attracties geen geluid mogen maken (geluidsvoorschrift).  

De omgevingsvergunning voor de aangevraagde kinderachtbaan is door het college geweigerd omdat de kinderachtbaan op het perceel volgens het college in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Dat betekent dat het college vindt dat de kinderachtbaan niet in de omgeving past. 

Negatieve effecten voor exploitatie pannenkoekenhuis

Volgens het pannenkoekenhuis mochten de aanwezige speel- en attractietoestellen in het verleden zonder vergunning gebouwd worden. Daarnaast voerde het pannenkoekenhuis aan dat de aanwezige speel- en attractietoestellen al waren toegestaan in het bestemmingsplan zodat het college niet hoefde af te wijken van het bestemmingsplan. Er is dan alleen een omgevingsvergunning nodig voor de activiteit bouwen. Het pannenkoekenhuis vond verder dat het college geen uitsterfvoorschrift en geluidsvoorschrift kon opnemen omdat deze voorschriften negatieve effecten hebben voor de exploitatie van het pannenkoekenhuis. Daarnaast was het pannenkoekenhuis het er niet mee eens dat het college de omgevingsvergunning voor de kinderachtbaan heeft geweigerd omdat de kinderachtbaan niet te hoog is en eventuele overlast met aanpassingen kan worden voorkomen. 

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de aanwezige speel- en attractietoestellen niet zonder omgevingsvergunning gebouwd mochten worden omdat ze in strijd met het bestemmingsplan aanwezig zijn omdat er op het terrein meer en hoger is gebouwd dan het bestemmingsplan toestaat. Het college is om de speel- en attractietoestellen toch toe te staan terecht afgeweken van het bestemmingsplan. Het college heeft volgens de rechtbank voor de attractietoestellen een uitsterfregeling aan de omgevingsvergunning kunnen verbinden zodat het pannenkoekenhuis deze tot het einde van de levensduur mag blijven gebruiken en het gebruik van het terrein na het verwijderen van de attracties beter in het bestemmingsplan past. De rechtbank oordeelt wel dat het door het college opgenomen geluidsvoorschrift onvoldoende is gemotiveerd en vernietigt de omgevingsvergunning op dat punt. Het college mag zelf bepalen of in een wijzigingsbesluit alsnog een geluidsvoorschrift wordt opgenomen of dat de omgevingsvergunning zonder het geluidsvoorschrift in stand blijft. De omgevingsvergunning blijft voor het overige in stand.

Daarnaast oordeelt de rechtbank dat het college de omgevingsvergunning voor de kinderachtbaan heeft kunnen weigeren omdat sprake is van strijd met de goede ruimtelijke ordening. 

Uitspraken