Laden...

HAN verantwoordelijk voor schade door studievertraging student door tekort aan stageplaatsen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > HAN verantwoordelijk voor schade door studievertraging student door tekort aan stageplaatsen
Arnhem, 04 juli 2018

De rechtbank oordeelt in een tussenvonnis dat de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) aansprakelijk is voor de studievertraging van een student Medische Hulpverlening. De HAN hield - voordat zij de opleiding aanbood - onvoldoende rekening met de kans dat er te weinig stageplekken zouden zijn. Ook waarschuwde de HAN de student niet voor dat risico. Hierdoor voldeed de school niet aan haar zorgplicht. 

De rechtszaak was aangespannen door 3 studenten van de in 2010 door de HAN opgestarte bacheloropleiding Medische Hulpverlening. De studenten vinden dat de HAN aansprakelijk is voor schade die zij hebben geleden doordat er te weinig stageplekken waren. Zij zeggen dat zij daardoor, omdat het volgen van stages een belangrijk deel van de opleiding vormt, studievertraging hebben opgelopen en dat de HAN daarvoor verantwoordelijk is.

Niet voldaan aan zorgplicht

In het tussenvonnis overweegt de rechtbank dat de HAN inderdaad voor de schade van 1 van de studenten aansprakelijk is. Volgens de rechtbank heeft de HAN, vóórdat zij de nieuwe opleiding aanbood, onvoldoende rekening gehouden met de kans dat er te weinig stageplekken zouden zijn. Daardoor kon de studie voor een deel van haar studenten niet zonder vertraging worden afgerond. De HAN heeft de student ook niet gewaarschuwd voor dat risico. Daarom heeft de HAN tegenover deze student niet aan haar zorgplicht die zij voor haar studenten heeft.

Mogelijkheid voor bewijs tijdig waarschuwen

De HAN stelt dat zij de tweede student, die twee jaar later aan de opleiding is begonnen, wél tijdig voldoende heeft gewaarschuwd. De student betwist dat. In het tussenvonnis bepaalt de rechtbank dat de HAN de mogelijkheid krijgt te bewijzen dat ze die student gewaarschuwd heeft.

Nadat de HAN de kans heeft gekregen te bewijzen dat zij de tweede student heeft gewaarschuwd, zal de rechtbank beslissen of de HAN ook tegenover hem aansprakelijk is. De rechtbank zal dan ook nog een beslissing moeten nemen over de hoogte van de schade en het gevraagde voorschot van de eerste student.

Onvoldoende onderbouwing voor volgen extra opleiding

De derde student vond wél stageplekken en rondde de studie zonder vertraging af. Zij vraagt een schadevergoeding om zij zich gedwongen voelde na afloop nog een hbo-V opleiding te volgen. Dit deed deze studente omdat - kort gezegd - een verpleger met een hbo-V opleiding toen meer bevoegdheden had om medische verrichtingen te doen dan iemand met een bachelorsdiploma Medische Hulpverlening. Het is volgens de rechtbank echter onvoldoende duidelijk dat haar keuze nog een hbo-V opleiding te volgen aan de HAN te wijten is. Niet gebleken is dat het toen nog bestaande verschil in bevoegdheden haar kansen op de arbeidsmarkt verminderde. Een wetswijziging heeft inmiddels de bevoegdheden van afgestudeerden van de opleiding Medische Hulpverlening vergroot.

Vordering in vrijwaring afgewezen

In het tussenvonnis laat de rechtbank zich ook uit over de vordering ‘in vrijwaring’ die de HAN op haar beurt had ingesteld tegen de Staat. Volgens de HAN moet de Staat de schade van de studenten betalen. De rechtbank overweegt dat die vordering onvoldoende duidelijk is toegelicht, zodat deze niet kan worden toegewezen.

NB  In de uitspraak (zie link hieronder) is:

  • Student 1: Eiser sub 2
  • Student 2: Eiser sub 3
  • Student 3: Eiser sub 1


Uitspraken