Laden...

Op de rol: ‘Misschien is mijn WhatsApp gehackt’

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > Op de rol: ‘Misschien is mijn WhatsApp gehackt’
Arnhem, 05 juni 2024

Ron* krijgt de politie op visite. Bij een groot onderzoek zijn ze erachter gekomen dat hij handelt in wapens. Tussen al die wapens treffen ze bij Ron thuis twee Duitse Steyer MP40 machinepistolen. Dit automatische machinepistool werd in het begin van de Tweede Wereldoorlog gebruikt door Duitse parachutisten en tankbemanningen. Later ook door de infanterie. Eén van de MP40’s is onklaar gemaakt, de andere niet. Die MP40 zou je met wat handigheid weer aan de praat kunnen krijgen.

Rons doopceel wordt gelicht en in zijn telefoon vindt de politie talloze WhatsApp-berichten van Herman (35)*, van wie Ron de ‘gebruiksklare’ MP40 drie jaar eerder voor 1.150 euro zou hebben gekocht. Of Herman zich wil melden bij de marechaussee. Herman is schietinstructeur bij de landmacht en verzamelaar van allerhande militaria uit de Tweede Wereldoorlog. Hij ontkent dat hij de illegale MP40 in bezit had en aan Ron heeft verkocht. Het Openbaar Ministerie gelooft de korporaal niet en heeft hem opgeroepen om vandaag voor de militaire politierechter in Arnhem te verschijnen. (De militaire politierechter behandelt de minder complexe misdrijven die militairen zouden hebben begaan. Deze rechter is een burger.)

Mobiel

Herman zit in vol ornaat, met erekoord over zijn linkerschouder, voor de militaire politierechter in de Walzaal. Er klopt ‘helemaal niets’ van de beschuldiging dat hij de MP40 in Duitsland heeft gekocht en heeft doorverkocht, zegt Herman meteen. Rechter Rosemarie Pennings: ‘Uit de telefoon van de mijnheer die is aangehouden blijkt dat veelvuldig contact is geweest met ene ‘Herman Militaria’. Dat telefoonnummer blijkt van u te zijn. Tussen 6 augustus 2020 en 21 februari 2023 hebt u 372 WhatsApp-berichten met elkaar uitgewisseld. Kent u die WhatsApp-berichten?’ Herman: ‘Ik ben in mijn mobiel op zoek gegaan. Wie is deze Ron? Ik kon hem niet vinden. Hij stond met een andere naam in mijn telefoon. En toen zag ik dat hij mij vaak heeft gevraagd naar mijn kennis over de zaken die wij verzamelden. Ik heb de berichten gezien die ik hem zou hebben gestuurd over de MP40, maar die komen mij niet bekend voor. Ik heb ze niet geschreven.’ De militaire politierechter: ‘In een appgesprek wordt gezegd dat het wapen kan schieten als het moet. Dat bericht is niet van u?’ Herman: ‘Ik ken het niet.’ De rechter: ‘Dat is wel raar, toch? Uw volledige naam wordt in de appjes genoemd, niet alleen maar Herman. Ook uw voornamen.’ Herman: ‘Het is heel vreemd. Het is niet mijn schrijfstijl, er staan taalfouten in. Misschien is mijn WhatsApp gehackt, ik heb geen flauw idee.’ ‘U hebt nooit gemerkt dat misbruik is gemaakt van uw gegevens?’, vraagt de militaire politierechter. Herman: ‘Ik heb niks gemerkt.’

Raar

Herman verzamelt spullen uit de Tweede Wereldoorlog. ‘Puur een hobby. Helmen, uniformen. Allemaal dingen die je thuis mag hebben.’ Zo nu en dan verkoopt hij wat om iets ‘nieuws’ uit de oorlog te kunnen kopen. In het verleden had hij ook drie onklaar gemaakte wapens, maar die zijn allang de deur uit. ‘Ik heb nooit gehandeld in wapens of munitie.’ Uit zijn WhatsApp-verkeer blijkt wat anders. ‘Super man’, citeert rechter Pennings Ron als Herman de MP40 op de post heeft gedaan. De rechter: ‘Er wordt om Rons adres gevraagd en Herman stuurt een betaalverzoek, waarbij uw naam in beeld is. Ron stuurt 2,5 minuut later een bevestiging van de betaling en later ook een foto als hij de MP40 in handen heeft.’ Herman: ‘Dat is in zíjn telefoon gevonden. Het stond niet in mijn telefoon. Het is ook een raar gesprek. De prijs gaat van 1.100 naar 1.600 euro. Ik heb Rons adres even gegoogeld. Hij woont een half uurtje bij mij vandaan. Ik zou nooit een wapen op de post doen.’

Levenslang

‘Hebt u gekeken wat het voor uw werk bij Defensie kan betekenen als ik tot een bewezenverklaring zou komen?’, informeert rechter Pennings. Dat heeft Herman: ‘Dan zou ik levenslang krijgen. Want dan zou ik niet meer bij Defensie kunnen werken.’ De rechter: ‘Op dit soort feiten staat in beginsel gevangenisstraf.’ Twaalf maanden om precies te zijn, merkt officier van justitie Saskia Markink op als ze uiteenzet waarom zij vindt dat Herman illegaal een Steyer MP40 machinepistool in handen heeft gehad en heeft verkocht. Officier Markink: ‘We kunnen er lang en breed over praten, maar het telefoonnummer waarmee is geappt is van de verdachte. Hij zegt zelf dat hij dit nummer en de bijbehorende simkaart altijd in bezit heeft gehad. De verdachte is een verzamelaar van spullen uit de Tweede Wereldoorlog. Hij geeft toe dat hij daarover WhatsApp-berichten heeft uitgewisseld met die Ron. Deze berichten zijn in lijn met de veiliggestelde WhatsApp-berichten over de verkoop van de MP40.’ Herman is volgens officier Markink geen wapenhandelaar en verdient geen celstraf. (Ron was wel zo’n handelaar en kreeg eind vorig jaar een celstraf van 18 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk.) De officier eist wel de maximale werkstraf van 240 uur, waarvan 80 uur voorwaardelijk.

Foto’s

De militaire politierechter moet weten dat Herman een bevlogen militair is. Zijn collega’s op de kazerne zijn lovend over hem. ‘Hij is een voorbeeldmilitair’, zegt Hermans raadsvrouw Fabiënne Belt. ‘Maar hoe lovend ze bij Defensie ook zijn, hij kan nog steeds de Wet wapens en munitie hebben overtreden. Ik ben ervan overtuigd dat dit niet zo is en dat hij moet worden vrijgesproken.’ Waarom? Om te beginnen omdat Herman in alle toonaarden ontkent iets te weten van Rons illegale MP40. Én omdat uit niets in het dossier blijkt dat Ron die MP40 van Herman had. ‘Er zijn alleen onduidelijke foto’s van een MP40 vergeleken.’ Uit het dossier blijkt ook niet dat Herman handelt in wapens, laat staan in wapens die niet onklaar zijn gemaakt, meent raadsvrouw Belt. ‘En ik wil erop wijzen dat Hermans partner heeft verklaard dat er geen wapens in huis waren. Er zijn ook nooit wapens bij mijn cliënt aangetroffen. Mijn cliënt zou nimmer iets doen dat zijn baan op het spel zou zetten. Hij verzamelt spullen uit de oorlog, maar hij houdt zich niet bezig met wapens.’

Trots

Of Herman nog iets wil zeggen? (De verdachte heeft altijd het laatste woord.) Dat wil hij. ‘Ik zit hier in mijn dagelijks tenue. Ik draag dit tenue met trots. Ik word door iedereen gesteund, ik ben ook niet geschorst. Ik heb gewoon wapenlessen gegeven. Ik wil iets betekenen voor de veiligheid van Nederland. Het zou van de zotte zijn als ik ons land met een MP40 een stukje onveiliger zou maken. Ik hoop dat u dat kunt meenemen.’ De militaire politierechter heeft tien minuten nodig om de zaken, samen met de griffier, op een rijtje te zetten. Niet om de schuld te bepalen, wel de straf.

Stukjes

Eenmaal terug in de Waalzaal windt de militaire politierechter er namelijk geen doekjes om: Herman heeft zich schuldig gemaakt aan het ‘voorhanden hebben en overdragen’ van een illegale MP40. De rechter: ‘Bij de marechaussee zei u dat u die Ron niet kende. Vandaag zegt u dat u veel contact met hem hebt gehad. Uw telefoonnummer en uw gegevens lopen door het hele dossier. Daarbij zit in het dossier een foto van een WhatsApp-gesprek waarin een PayPal-rekening word genoemd met uw volledige naam. U hebt aangegeven dat er wellicht sprake zou kunnen zijn van identiteitsfraude, u hebt er echter nooit iets van gemerkt. Er is geen enkele aanwijzing dat sprake zou kunnen zijn van identiteitsfraude. Als ik alle stukjes naast elkaar leg, dan kom ik tot een bewezenverklaring.’ Tegelijk, zegt de rechter: Herman verhandelde de MP40 al weer een fikse tijd geleden en een veroordeling is niet zonder gevolgen voor een militair. ‘En er is sindsdien niets gebeurd’. De militaire politierechter geeft Herman een werkstraf van 40 uur. ‘Ik ga ervan uit dat u een keer uit de bocht bent gevlogen.’ 

*Dit zijn niet hun echte namen.

Uitspraken