In het verleden heeft Willemsen-De Koning vervoer op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning voor de provincie uitgevoerd. Toen dat om veel minder ritten bleek te gaan dan vooraf was ingeschat heeft Willemsen-De Koning in een procedure extra vergoeding van de provincie gevorderd. In afwachting van de uitkomst van die procedure heeft de provincie Willemsen-De Koning extra betalingen gedaan bovenop de bedragen die waren overeengekomen. Daarbij is de afspraak gemaakt dat indien de vordering van Willemsen-De Koning in die procedure wordt afgewezen, Willemsen-De Koning de extra bedragen moet terugbetalen aan de provincie. Nadat de vordering van Willemsen-De Koning door de rechtbank op 17 december 2014 is afgewezen, heeft de provincie aanspraak gemaakt op terugbetaling van de extra betalingen. Toen Willemsen-De Koning niet vrijwillig terugbetaalde, heeft de provincie bij de rechtbank gevorderd Willemsen-De Koning te veroordelen tot terugbetaling.