De politie is de twee verdachten na een uitgebreid onderzoek op het spoor te komen. Uit dat onderzoek blijkt dat bij de moord twee PGP-telefoons op relevante momenten en locaties voor en op de dag van de moord konden worden geïdentificeerd. Het gebruik van deze twee telefoons kon worden toegeschreven aan de twee Amsterdamse verdachten. Met PGP-telefoons kunnen versleutelde berichten worden verzonden. De politie heeft een aantal van die berichten weten te ontsleutelen waardoor de inhoud daarvan bekend werd. In combinatie met andere onderzoeksgegevens konden de verdachten uiteindelijk geïdentificeerd worden. De mannen hebben bij de politie, en ook bij de rechtbank, ontkend dat zij iets met de moord te maken hebben gehad. Verder hebben zij vooral gebruik gemaakt van het zwijgrecht. De verdachten zijn beiden verantwoordelijk voor de koelbloedig uitgevoerde moord en er was sprake van nauwe en bewuste samenwerking tussen de twee. Zij hadden een uitvoerende taak, om zorg te dragen voor de liquidatie. Een andere relatie tussen de verdachten en het slachtoffer was er niet Zij waren volstrekt onbekenden voor elkaar. Dit geeft het uiterst kille karakter van het misdrijf aan.