Laden...

Beslissing voorzieningenrechter over rietproef Lauwersmeer

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Nederland > Nieuws > Beslissing voorzieningenrechter over rietproef Lauwersmeer
Groningen, 14 februari 2020

De voorzieningenrechter heeft besloten de goedkeuring van het monitoringsplan voor de rietproef Lauwersmeer niet te schorsen. Daardoor kunnen Gedeputeerde Staten en waterschap Noorderzijlvest 15 februari overgaan tot de uitvoering van de proef.

Verhoging waterpeil

De proef houdt in dat gedurende twee jaar, telkens in februari, het peil van het Lauwersmeer met 40 centimeter wordt verhoogd. Daarmee wordt beoogd om de regeneratie van het riet rond het meer te verbeteren zodat de natuur zich beter kan ontwikkelen.

Bedrijven rond meer bang voor schade

Een groot deel van de bedrijven rond het Lauwersmeer (38 in totaal) hebben zicht tegen de proef verzet. Dit omdat zij bang zijn voor schade ten gevolge van mogelijke stijging van het grondwater en de mogelijke verzilting.

Vraag om schorsing goedkeuring plan

Het waterschap heeft vergunning verleend voor die proef en op basis van die vergunning zijn Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen gehouden om een monitoringsplan, een plan waarmee de proef beheerst kan worden, door het waterschap te laten goedkeuren. De bedrijven hebben de voorzieningenrechter gevraagd de goedkeuring van het plan te schorsen. Dit omdat het niet in toereikende waarborgen voorziet om schade door het stijgen van het grondwater en de verzilting te voorkomen.

Oordeel: plan voorziet in toereikend beheerinstrumentarium

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het plan met de daarin gekozen grenswaardes en besluitvormingsprocedure op zich voorziet in een toereikend beheersinstrumentarium. De voorzieningenrechter heeft besloten de goedkeuring van het monitoringsplan niet te schorsen. Daardoor kunnen GS en het waterschap overgaan tot de uitvoering van de rietproef. 

Waterschap dient wel onderzoek te doen naar zoetwaterlenzen

De voorzieningenrechter ziet wel aanleiding voor het treffen van een voorlopige maatregel. De voorzieningenrechter heeft daarbij in overweging genomen dat aan de proef een zeer uitgebreid onderzoek ten grondslag ligt en dat het monitoringsplan voorziet in een toereikend meetnet met een groot aantal peilbuizen waarvan een deel op afstand kan worden afgelezen. De voorzieningenrechter is ook van oordeel dat op basis van het plan adequaat kan worden ingegrepen indien zich toch een ontwikkeling voordoet die niet is voorzien. De voorzieningenrechter constateert wel dat er in het plan geen mechanisme is opgenomen dat leidt tot ingrijpen indien de zogenaamde zoetwaterlenzen, dat is het zoete water dat zich boven het zoute grondwater bevindt, niet in dikte toenemen zoals die dat gedurende de winterperiode zouden doen zonder dat de rietproef zou worden gehouden. De voorzieningenrechter heeft het waterschap daarom opgedragen om te onderzoeken of de zoetwaterlenzen zich ontwikkelen zoals die zouden moeten doen en in te grijpen, desnoods door het afbreken van de rietproef door de tweede peilverhoging in 2021 geen doorgang te laten vinden, indien een achterblijvende ontwikkeling niet kan worden voorkomen.

Uitspraken