Laden...

Rechtbank Noord-Nederland pleit voor doorontwikkeling concept Spreekuurrechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Nederland > Nieuws > Rechtbank Noord-Nederland pleit voor doorontwikkeling concept Spreekuurrechter
Groningen, 11 april 2018

Het experiment met de Spreekuurrechter bij rechtbank Noord-Nederland wordt in mei 2018 afgerond. Een onderzoeksbureau brengt momenteel de ervaringen van de diverse deelnemers in kaart en bekijkt welke elementen van het concept zich lenen voor toekomstige toepassing. De rechtbank pleit voor doorontwikkeling elders in het land.

Met 55 behandelde geschillen in anderhalf jaar tijd, waarvan het merendeel is geschikt, kan gesproken worden van een succesvol experiment. Het concept spreekt aan, er is sprake van maatschappelijk effectieve rechtspraak. Doorontwikkeling is echter wel noodzakelijk.

Niet alle experimenten leiden tot succesvolle praktijk

Projectleider Jaap de Vroome: “Tijdens de proef hebben we de aangemelde zaken met voorrang behandeld tegen de helft van het laagste griffierecht, en daarbij hebben we gewerkt met een gecontroleerde instroom van zaken. De snelheid en het lage griffierecht zijn met name de succesfactoren geweest en dat is tijdens een experiment goed te waarborgen, maar het is de vraag of dat ook te realiseren is bij een niet-gecontroleerde instroom. In zekere zin is het experiment vergelijkbaar met een laboratoriumopstelling. Dat hoeft nog niet direct te leiden tot een succesvolle praktijk. Dit geldt ook voor het experiment met de Spreekuurrechter. Wij hebben de punten die wij van belang vinden om tot een succesvolle implementatie te komen dan ook gedeeld met het onderzoeksbureau.”

Ook andere arrondissementen moeten experimenteren

Het concept van de Spreekuurrechter moet worden uitgewerkt tot een duurzame innovatie binnen de rechtspraak. De rechtbank maakt zich er daarom sterk voor om verder te experimenteren met het concept in een andere maatschappelijke context, elders in het land en met andere deelnemers. Mede in verband daarmee is er een landelijke werkgroep opgericht. De werkgroep doet verder onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van artikel 96 van het Wetboek van Rechtsvordering (Rv), het artikel waarop het concept van de Spreekuurrechter is gebaseerd. Een handreiking is in voorbereiding. "Het is van belang dat ook in andere arrondissementen wordt geëxperimenteerd met een concept als de Spreekuurrechter”, aldus De Vroome. “Wij geven na een succesvol experiment graag het stokje door.”

Over het experiment

De proef met de Spreekuurrechter is in oktober 2016 gestart met als doel om te experimenteren met een toegankelijk, snelle en laagdrempelig vorm van contact met de rechter. Gericht op het oplossen van geschillen, gebaseerd op artikel 96 Rv. Kenmerkend is de mondelinge behandeling zonder voorafgaande uitwisseling van processtukken, waardoor een zaak niet al bij aanvang is 'gejuridiseerd'.

In de periode tot april 2018 zijn ongeveer 150 zaken aangemeld en is het tot circa 55 mondelinge behandelingen gekomen. Daarvan is ongeveer 80% in een schikking geëindigd. Er lopen nog 25 zaken, terwijl in de overige zaken, ongeveer de helft, geen behandeling heeft kunnen plaatsvinden omdat de wederpartij niet wilde meewerken.

Zeven ervaren rechter hebben meegewerkt aan het experiment. De gecontroleerde instroom van zaken tijdens de proef hield in dat alleen zaken in behandeling zijn genomen die door vier rechtsbijstandsverzekeraars en het Juridisch Loket werden aangemeld.

Uit een tussentijdse evaluatie in augustus 2017, is gebleken dat de geboden vorm van geschilbeslechting door de partijen in overwegende mate is ervaren als snel, laagdrempelig en goedkoop ten opzichte van de reguliere civiele procedure bij de rechtbank. Ook de deelnemende rechters zijn enthousiast over deze vorm van geschilbeslechting.

Over het onderzoek

Het onderzoek naar de proef met de Spreekuurrechter wordt uitgevoerd in opdracht van de Raad voor de Rechtspraak en uitgevoerd door een onderzoeksbureau verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen

Uitspraken