Het college leverde wel de nodige informatie aan, maar gaf niet haar visie op een termijn waarbinnen de krakers zouden moeten vertrekken. De parochie wil dat de krakers de kerk verlaten, omdat zij vreest voor schade aan het monumentale pand. De krakers willen op hun beurt niet vertrekken omdat zij willen wonen in de stad waar zij werken, studeren, andere activiteiten ontplooien of er door omstandigheden verzeild zijn geraakt. Volgens hen zou betaalbare woonruimte schaars zijn. Ook stelden zij onder meer dat leegstand vanwege verminderd toezicht en verhoogd vandalisme-risico tot meer schade zal leiden dan bewoning.
De rechter oordeelt dat het niet aan de krakers is om voor de parochie te bepalen hoe zij het eventuele risico op schade vanwege vandalisme en verminderd toezicht moet beperken. Daarnaast hebben de krakers geen inkomensgegevens overgelegd, zodat de rechter niet kan beoordelen of zij inderdaad niet kunnen voldoen aan de huur van een ander onderkomen. Verder acht de rechter het aannemelijk (zoals ook de gemeente in haar informatie stelt) dat het huidige gebruik als woonruimte zonder een deugdelijke kook- en verwarmingsvoorziening en zonder verdere bouwkundige aanpassing, niet bevorderlijk is voor het behoud van de kerk.
Al met al komt het erop neer dat de krakers het monumentale pand moeten verlaten. De rechter bepaalt dat 14 dagen hiervoor een redelijke termijn is. Als de krakers zich niet vrijwillig aan het ontruimingsvonnis houden, kan de parochie een deurwaarder inschakelen. De parochie mag dit vonnis ook gebruiken om de pastorie te ontruimen als daar in het komende jaar opnieuw krakers worden aangetroffen.