De verdachte maakte een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van beide slachtoffers. Slachtoffers van dergelijke misdrijven ondervinden daarvan nog vaak gedurende vele jaren, wellicht zelfs hun hele verdere leven, psychische problemen. In strafverzwarende zin weegt de rechtbank verder mee dat de verdachte in 2012 is veroordeeld voor onder meer bedreiging en vrijheidsberoving.
De man is opgenomen voor onderzoek in het Pieter Baan Centrum, maar weigerde daaraan mee te werken. De deskundigen zijn daarom niet in staat te beoordelen of de verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en hoe groot het risico op herhaling is. De rechtbank vindt dat het niet meewerken aan onderzoek niet mag worden beloond. Het gevolg kan immers zijn dat de maatschappij niet naar behoren wordt beschermd tegen het risico op herhaling. Dat sprake is van enig risico op herhaling neemt de rechtbank overigens wel aan, gelet op de eerdere veroordeling en op de aard en de ernst van de nieuwe feiten. Om het risico op herhaling te beperken en de maatschappij te beschermen, legt de rechtbank een langere celstraf op.