De man dreigde in december 2011 bepaalde vertrouwelijke bedrijfsgegevens van een bedrijf uit Oss over dierproeven beschikbaar te stellen aan onder andere een actiegroep en media. Hij zou dit doen als het bedrijf hem geen 50.000 euro zou betalen.
Volgens de rechtbank heeft de verdachte bewust gebruik proberen te maken van de vrees die het bedrijf had voor de mogelijke gevolgen van het verstrekken van bedrijfsgegevens over dierproeven.
Een dergelijke vorm van een poging tot afdreiging (chantage) dient, als uitgangspunt, te worden bestraft met een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van aanmerkelijke duur. In deze zaak is echter sprake van een weinig professionele uitvoering van het misdrijf. In het voordeel van de verdachte weegt de rechtbank onder meer mee dat de verdachte de feiten heeft bekend. De verdachte meerdere malen verklaard geschrokken te zijn van de gevolgen die zijn daad heeft gehad en verklaart hiervan spijt te hebben. Deze verklaringen komen op de rechtbank oprecht over. Ook heeft de verdachte sinds zijn invrijheidstelling zelf zijn leven op orde gebracht. Dit alles leidt ertoe dat de rechtbank een gevangenisstraf oplegt gelijk aan het voorarrest.