Bij haar beoordeling moest de rechtbank uitgaan van de feiten zoals die bestonden op het moment dat de ACM haar besluit nam. De effecten voor de mededinging van de - achteraf onrechtmatig gebleken - vergunningverlening door de Minister en het feit dat de fusie al tot stand is gebracht en nu een feit is, moesten dan ook bij deze beoordeling buiten beschouwing blijven.