De ACM
heeft die boete aan de televisiefabrikant opgelegd omdat die fabrikant elektronicawinkels
die haar televisies verkochten, niet vrijliet in het bepalen van hun
verkoopprijzen. De televisiefabrikant volgde de online prijzen van
elektronicawinkels en nam bij afwijkingen van de door de televisiefabrikant voorgestelde
adviesprijzen stelselmatig contact op met die winkels om hen te bewegen de
prijzen te verhogen tot de adviesprijzen. Daarbij maakte de televisiefabrikant duidelijk
dat zij ook concurrerende winkels zou benaderen zodat ook die hun prijzen
zouden verhogen naar de adviesprijzen.
Elektronicawinkels gaven gevolg aan de
door de televisiefabrikant gewenste prijsverhogingen en wezen de
televisiefabrikant ook zelf op afwijkingen door concurrenten van de
adviesprijzen, waarna de televisiefabrikant die winkels ook benaderde. Uit het
door de ACM overgelegde bewijs blijkt dat deze handelwijze van de
televisiefabrikant was gericht op het behouden van de marges die de
televisiefabrikant en de winkeliers maakten op de verkoop van de televisies