Laden...

Op de rol: 'Even samen in de boze wereld'

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Rotterdam > Nieuws > Op de rol: 'Even samen in de boze wereld'
Rotterdam, 03 januari 2024

Tim* kuiert op 18 juli 2023 door het centrum van Dordrecht en ziet Fabienne*. Fabienne ziet Tim. En ze denken van elkaar: wat een leukerd. Ze maken een praatje en besluiten bij elkaar te blijven. ‘We hadden meteen verkering’, zegt Fabienne later.

De zielsverwanten brengen 3 nachten met elkaar door – onder de blote sterrenhemel. Niet omdat dat zo idyllisch is, maar omdat ze geen cent te makken hebben. ‘Tim verkoopt zijn telefoon om voor Fabienne eten te kopen’, zegt Tims raadsvrouw later. Hij regelt een deken voor haar om onder te slapen. Kan het romantischer? Alleen: Tim is wel 21 en Fabienne is 15. En Fabiennes vader en moeder zijn ten einde raad. Waar is hun dochter?

Gezag

Het verontruste ouderpaar schakelt de politie in, die het vermiste tweetal op de 21ste juli in Rotterdam opduikelt. De conclusie is snel getrokken: Tim heeft Fabienne aan het gezag van haar ouders onttrokken. Tim krijgt van de officier van justitie een gedragsaanwijzing: hij mag Fabienne niet meer zien. Maar Tim heeft niet zoveel oog voor artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering, en ziet Fabienne op 13 augustus weer. En op 1 september nog een keer! De maat is vol voor de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam: Tim moet voor de rechter verschijnen.

Gezellig

In de week voor kerst verschijnt Tim met zijn raadsvrouw in zaal 7 van het Rotterdamse gerechtsgebouw. ‘Als ik het goed begrijp was je in Dordrecht en kwam je daar een meisje tegen. Je vertelde de politie later dat jullie verliefd waren. Wist je hoe oud ze was?’, vraagt politierechter Den Hollander. ‘Ze zei dat ze 17 was, maar later kwam ik erachter dat ze 15 was’, antwoordt Tim. De rechter: ‘En dacht je toen niet dat het vervelend kon zijn voor haar ouders om niet te weten waar ze was?’ Tim: ‘Ze wilde weg vanwege haar thuissituatie. Ze werd geslagen en uitgescholden, zei ze. Ik heb haar haar eigen ding laten doen. Ze mocht van mij haar ouders bellen, dat maakte mij niet uit.’ De rechter: ‘Jullie hadden het wel gezellig samen, toch? Ik lees dat er niet zoveel bijzonders is gebeurd, jullie hebben een beetje gezoend.’ Het was best gezellig, maar Tim bedacht zich later wel dat hij door Fabienne was ‘gebruikt’. ‘Ze was nog geen 18 en ik wel. Door mij kon ze aan wiet komen. Ik zie haar niet meer.’ De rechter: ‘Heb je een nieuw vriendinnetje?’ Nee, dat heeft Tim niet. ‘Daar heb ik geen zin in.’ De rechter: ‘Het geeft alleen maar problemen, hè?’ Tim: ‘Dat blijkt wel.’

Contact

De politie vindt het koppeltje dus op straat. Mee naar het bureau. ‘Begreep je wat er toen is gebeurd?’, vraagt politierechter Den Hollander. Ja, dat wist Tim. ‘Dat ik moest opletten.’ De rechter: ‘Je mocht niet meer bij Fabienne in de buurt komen. Maar een paar weken later had je tóch weer contact met haar.’ Tim: ‘Ze heeft mij opgezocht en toen hebben we elkaar 2 keer gezien.’ De rechter: ‘En toen dacht je niet: ik ga haar zien, maar de politie heeft gezegd dat dat niet mag?’ Tim: ‘Ik begreep dat ik geen contact met haar mocht zoeken, maar ik wist niet dat ik haar ook niet mocht zien als zij met mij contact zocht.’ De rechter: ‘Dus jij dacht: ik mag geen contact opnemen met haar, maar ze wel met mij. Duidelijk. Ik heb daar geen vragen meer over. Ik wil nog wel met je praten over hoe het nu met je gaat.’

Klusjes

‘Je hebt met mensen van de reclassering gepraat, zodat we een beetje weten wie jij bent. Ze schrijven dat jij soms niet alles begrijpt. Ik heb gelezen dat je bij De Hoop ggz in Dordrecht woont. Hoe gaat het daar?’, vraagt de Rotterdamse politierechter. ‘Zijn gangetje’, antwoordt Tim. ‘Ik heb het wel naar mijn zin daar. Of het komt door wat er is gebeurd weet ik niet, maar ik heb Wzd gekregen (De Wet zorg en dwang regelt dat mensen met een verstandelijke beperking kunnen worden opgenomen, red.). Ik heb mijn eigen kamer. Ik doe allerlei klusjes als dagbesteding. Ik haal afval bij mensen op. Dat is best leuk, ik heb toch niks te doen.’ De rechter: ‘En wat zou je in de toekomst willen?’ Tim: ‘Ik wil uiteindelijk weg bij De Hoop, maar ik moet eerst de dingen van mijn verslaving afmaken.’

Gezellig

‘Het begon zo leuk op 18 juli’, memoreert officier van justitie Van den Akker als ze de balans opmaakt. ‘Maar wat leuk begon, liep uit de hand. Fabienne ging niet naar huis. Tim waarschuwde haar niet. Hij had moeten zeggen: “Ik wil jou niet al die tijd bij me houden.” Dat heeft hij niet gedaan, sterker, hij is 3 nachten met haar weggebleven. Haar ouders wisten niet waar ze was. Als je het heel juridisch bekijkt, heeft Tim Fabienne onttrokken aan het ouderlijk gezag. Zonder Tim was Fabienne niet van huis weggebleven.’ Om te voorkomen dat Tim en Fabienne weer samen op stap zouden gaan, kreeg Tim vervolgens een contactverbod. De officier: ‘Ik begrijp uit het dossier dat Fabienne actief contact heeft gezocht, maar wie begint doet er niet toe. Er mag gewoon geen contact zijn. Als je tóch contact hebt, dan is dat strafbaar. Wat begon als een leuke flirt, zien we nu dus als 3 strafbare feiten.’ De officier vindt niet dat Tim daarvoor zwaar gestraft moet worden. ‘Tim heeft Fabienne niet ontvoerd, we weten nu ook wat meer over Tim én we weten dat Tim voorlopig op zijn plek zit bij De Hoop.’ Maar een straf vindt ze wel op zijn plaats: een voorwaardelijke taakstraf van 40 uur. De reclassering adviseert een contactverbod. Dat vindt de officier niet nodig.

Lief

Tim heeft Fabienne helemaal niet onttrokken aan het ouderlijk gezag, vindt zijn raadsvrouw. ‘De minderjarige Fabienne heeft zelf besloten om weg te lopen. Fabienne wilde zélf niet terug naar haar ouders. ‘Dat wil op zich niet zeggen dat mijn cliënt haar niet aan het gezag heeft onttrokken, maar dan moet hij wél een beslissende invloed hebben gehad op de scheiding van het meisje en haar ouders.’ En dat is volgens raadsvrouw Roelofsen niet zo. ‘De moeder van Fabienne zegt in haar aangifte: het is weer foute boel. Daaruit zou je kunnen opmaken dat ze vaker van huis wegliep. Fabienne zat ook in de hulpverlening en is inmiddels uit huis geplaatst. Ze verklaart tegenover de politie dat ze alles vrijwillig heeft gedaan. Tim is heel lief voor mij geweest, zegt ze ook. We hebben het hier over 2 verliefde jongeren die gebukt gaan onder hun eigen problemen. Even samen in de boze wereld. Ja, Tim had de politie moeten bellen, en ja hij had hulp moeten vragen, maar mocht je dat van hem verwachten? Hij is verstandelijk beperkt en komt daar niet op.’

Idee

Tim heeft vervolgens het contactverbod 2 keer overtreden. ‘Daar kan ik formeel juridisch niet zoveel tegenin brengen, maar ik wil wel begrip vragen voor het feit dat Tim niet begreep dat contact ook strafbaar was als Fabienne hem opzocht.’ Tim verdient gewoon geen straf. De politierechter zou de zaak daarom moeten afdoen met 1 vrijspraak en 2 keer ‘9a’ (Artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht): wel schuldig, maar geen straf. Politierechter Den Hollander gaat verder dan dat. ‘Is het strafbaar wat jij hebt gedaan? Ik vind van niet. Je advocaat heeft het goed gezegd: Fabienne was een kwetsbaar meisje met problemen thuis. Ze is samen met je weggelopen, maar of dat nou veel met jou te maken heeft gehad? Ik zie dat niet zo. Het is zo gelopen, maar ik denk niet dat het idee van jou kwam. Je hebt er allemaal zo niet bij nagedacht. Je had De Hoop moeten bellen. Zij kunnen je helpen. Ga je dat de volgende keer doen?’ Tim knikt.

Ingewikkeld

En dan het contactverbod. Politierechter Den Hollander: ‘De politie heeft vast goed haar best gedaan om het contactverbod uit te leggen, maar ik denk dat het allemaal te ingewikkeld voor je was. Ik kan in ieder geval niet vaststellen dat je goed begreep wat je niet mocht doen en dat je dat contactverbod opzettelijk hebt overtreden. Ik begrijp dat de politie heeft gedaan wat ze moesten doen en ze hebben het allemaal netjes opgeschreven, maar of dat allemaal hier, bij de rechter, moet komen? Dat had ook op een andere manier gekund. Ik spreek je vrij, je krijgt geen straf.’ De officier van justitie heeft daar vrede mee. ‘Dan is het vandaag helemaal klaar’, besluit de politierechter. ‘Maar luister goed naar de mensen bij De Hoop.’

* Dit zijn niet hun echte namen.

Lees hier meer 'Op de Rol'-verhalen.

Uitspraken