Joop zou de baby, zijn ex-Chantal en haar vader hebben mishandeld, huisraad aan diggelen hebben geslagen, levensbedreigende taal hebben uitgeslagen (‘ik steek jullie allemaal in de fik’, zou hij volgens Chantal hebben geroepen) en aanstalten hebben gemaakt om Chantal met een broekriem te slaan. Hij heeft zich misdragen, maar de baby heeft hij niet geraakt en ook met die riem heeft hij niet uitgehaald, vertelt Joop de rechter. ‘Ik kan bij het wegtrekken van mijn arm de baby hebben geraakt, maar dat heb ik niet bewust gedaan.’ De ruzie zette zich voort in de slaapkamer. ‘Ik draaide door en wist niet meer wat ik deed.’ Joop vernielde het ledikant, een spiegel, de commode, een kast, het bed, de deuren. En hij pakte zijn riem. ‘Maar ik besefte mij dat dat niet goed was.’ ‘Kunt u zich voorstellen dat dit bedreigend overkwam?’ vraagt rechter De Lange. ‘Jazeker’, antwoordt Joop. Chantal belde in paniek haar vader. Joop: ‘Ik begrijp dat hij voor zijn dochter wilde opkomen, maar zonder naar mij te luisteren haalde hij 3 keer uit. Ik laat mij niet slaan, ook niet door hem. Ik raakte hem waar ik hem raken kon.’