In het bestuursrecht kan een verzoek om een voorlopige voorziening alleen worden gedaan als er een bodemprocedure loopt en als er sprake is van een spoedeisende situatie.
In de meeste gevallen wordt de voorzieningenrechter verzocht om het bestreden besluit te schorsen totdat er een beslissing is genomen in de bodemprocedure. Voorbeelden waaraan men hierbij kan denken zijn bijvoorbeeld een procedure tegen het intrekken van een drank- en horecavergunning of een procedure tegen het weigeren van een bijstandsuitkering. Een voorlopige voorziening kan overigens ook het verlenen van een voorlopige vergunning betreffen.
Het is ook mogelijk dat de rechter bij de behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening meteen een definitief oordeel uitspreekt over de zaak. Dat hangt af van de complexiteit van de zaak en of partijen hiervoor toestemming hebben gegeven.