De instroom van notariszaken is vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van 2023, maar het niveau van voor 2022 wordt (nog?) niet gehaald. Waarom de instroom van zaken achterblijft ten opzichte van die van voor corona, hetgeen ook het geval is in de eerste lijn, is niet duidelijk. De tendens dat zaken steeds groter van omvang worden met complexe juridische vraagstukken is in 2024 voortgezet.

In 2022 zijn zes raadsheren van het gerechtshof Amsterdam (totaal 0,8 fte), drie juridisch medewerkers (totaal 2,4 fte) en vier administratief medewerkers (totaal 1 fte) bij de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer (hierna: de NGK) ingezet. De raadsheren zijn voor 0,1 fte werkzaam voor de NGK; de voorzitter voor 0,3 fte. Voorts zijn negen raadsheer-plaatsvervangers, die elders hun hoofdtaak hebben, ingezet. Zes van hen zijn afkomstig uit het notariaat. De anderen zijn werkzaam in andere onderdelen van de Rechtspraak of de wetenschap.

De productie van notariszaken in 2022 was 80 uitspraken. In 2022 is de instroom echter aanzienlijk lager dan de jaren voorheen. Dit is een logisch gevolg van de verlaging van de instroom bij de kamers voor het notariaat. Of dit (mede) wordt veroorzaakt door de invoering van de proceskostenveroordeling per 1 januari 2018, zal wellicht blijken uit het in de loop van 2023 te verschijnen WODC-rapport naar aanleiding van het onderzoek naar de bedoelde en onbedoelde gevolgen van de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen (Stb. 2016, 500).

In de praktijk kunnen zich verschillende modaliteiten voordoen wat betreft de proceskostenveroordeling. De NGK hanteert, ten behoeve van de voorspelbaarheid van zijn uitspraken, bij de toepassing van de Richtlijn voor het opleggen van proceskostenveroordelingen (Stcrt. 2020, 67513) een aantal uitgangspunten, die op de site van het gerechtshof op www.rechtspraak.nl zijn gepubliceerd.

De NGK mag zich steeds meer verheugen op belangstelling van publiek, pers en wetenschap. Om aan die toegenomen belangstelling tegemoet te komen publiceert de NGK alle inhoudelijke uitspraken.

In 2021 zijn zeven raadsheren van het gerechtshof Amsterdam, drie juridisch medewerkers (totaal 2,4 fte) en vier administratief medewerkers (totaal 1 fte) aan de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer (hierna: de NGK) verbonden geweest. De raadsheren zijn voor 0,1 fte werkzaam voor de NGK; de voorzitter voor 0,3 fte. De NGK bestaat verder uit acht raadsheer-plaatsvervangers, die elders hun hoofdtaak hebben. Vijf van hen zijn afkomstig uit het notariaat. De anderen zijn werkzaam in andere onderdelen van de Rechtspraak of de wetenschap.

Per 1 januari 2018 is de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen in werking getreden. Deze wet bracht ingrijpende wijzigingen voor de tuchtprocedure met zich. Zo wordt per die datum een griffierecht van € 50,- geheven voordat een klacht in behandeling wordt genomen en kan de beroepsbeoefenaar (in geval van een geheel of gedeeltelijk gegrond bevonden klacht waarbij een maatregel wordt opgelegd) worden veroordeeld in de kosten van de klager, de kosten van rechtsbijstand van klager en de kosten van het gerechtshof. De NGK heeft voor het opleggen van kostenveroordelingen een tijdelijke richtlijn vastgesteld en gepubliceerd (Stcrt. 2017-75085 en 2019 61782), die na evaluatie per 1 januari 2021 is vervangen door een definitieve richtlijn (Stcrt. 2020-67513).

In de praktijk kunnen zich verschillende modaliteiten voordoen wat betreft de kostenveroordeling. De NGK hanteert, ten behoeve van de voorspelbaarheid van zijn uitspraken, bij de toepassing van de richtlijn een aantal uitgangspunten, die op de site van het gerechtshof op www.rechtspraak.nl zijn gepubliceerd. De achtergrond hierbij is, overeenkomstig de wens van de wetgever, het principe dat de kosten van de tuchtzaak in eerste aanleg en in hoger beroep zoveel mogelijk worden gedragen door de beroepsbeoefenaar die ertoe aanleiding heeft gegeven. Bovendien komen die kosten dan niet ten laste van de andere beroepsgenoten.

De coronapandemie heeft uiteraard ook invloed gehad op het functioneren van de NGK in 2020 en 2021. Uiteindelijk heeft de NGK de hoogste productie uitspraken in notariszaken in de afgelopen drie jaren behaald, te weten 2021: 75, 2020: 52 en 2019: 49 uitspraken. De instroom van notariszaken in 2021 lag een stuk hoger dan in 2019 en 2020.

De NGK mag zich steeds meer verheugen op belangstelling van publiek (met name studenten notarieel recht), pers en wetenschap. Om aan die toegenomen belangstelling tegemoet te komen publiceert de NGK alle uitspraken, met uitzondering van de uitspraken waarin een klager niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens niet-betaling griffierecht.

(bron: jaarverantwoording 2021)

In 2020 zijn zeven raadsheren van het gerechtshof Amsterdam, drie juridisch medewerkers (totaal 2,5 fte) en vier administratief medewerkers (totaal 1 fte) aan de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer (hierna: de NGK) verbonden geweest. De raadsheren zijn voor 0,1 fte werkzaam voor de kamer; de voorzitter voor 0,3 fte.

De kamer bestaat verder uit zeven raadsheer-plaatsvervangers, die elders hun hoofdtaak hebben. Vijf van hen werken als notaris. De anderen zijn werkzaam in andere onderdelen van de rechtspraak of de wetenschap.

Per 1 januari 2018 is de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen in werking getreden. Deze wet bracht ingrijpende wijzigingen voor de tuchtprocedure met zich. Zo wordt per die datum een griffierecht van € 50,- geheven voordat een klacht in behandeling wordt genomen en kan de beroepsbeoefenaar (in geval van een geheel of gedeeltelijk gegrond bevonden klacht waarbij een maatregel wordt opgelegd) worden veroordeeld in de kosten van de klager, kosten van rechtsbijstand van klager en de kosten van het tuchtcollege. De NGK heeft voor het opleggen van kostenveroordelingen een tijdelijke richtlijn vastgesteld en gepubliceerd (Stcrt. 2017-75085 en 2019‑61782), die na evaluatie per 1 januari 2021 is vervangen door een definitieve richtlijn (Stcrt. 2020-67513).

De instroom van nieuwe zaken bij de NGK in 2020 laat net als in 2018 en 2019 een daling zien ten opzichte van het vorige jaar. Aannemelijk is dat deze daling het gevolg is van de invoering van het griffierecht per 1 januari 2018. De aanmerkelijke daling van gerechtsdeurwaarderszaken wijst daarop. De daling in 2020 zal bovendien een gevolg zijn van de coronacrisis, waardoor enkele kamers voor het notariaat achterstand in de afdoening hebben opgelopen. 

Er zijn in 2020 door de notariskamer 64 zaken afgedaan. De productie van de notariskamer is hiermee gedaald ten opzichte van 2020. Dat is (grotendeels) verklaarbaar door de eerste lockdown. Daardoor heeft een aantal zittingen in het voorjaar van 2020 geen doorgang kunnen vinden. De desbetreffende zaken zijn alle vervolgens opnieuw ingepland op zittingen in de tweede helft van 2020. De vertraging voor de betrokken partijen is daardoor binnen redelijke grenzen gebleven. De werkvoorraad is voor de notariskamer met 52 zaken nagenoeg gelijk aan die van 2019 (51 zaken).

(bron: jaarverantwoording 2020)

In 2019 zijn zes raadsheren van het gerechtshof Amsterdam, één stafjurist, drie juridisch medewerkers en drie administratief medewerkers aan de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer (hierna: de NGK) verbonden geweest. De raadsheren zijn voor 0,1 fte werkzaam voor de kamer; de voorzitter voor 0,3 fte. De stafjurist en de juridisch medewerkers zijn elk voor ongeveer 0,8 fte werkzaam voor de kamer.

De kamer bestaat verder uit negen raadsheer-plaatsvervangers, die elders hun hoofdtaak hebben. Vijf van hen werken als notaris. De anderen zijn werkzaam in andere onderdelen van de rechtspraak (Raad van State en/of andere gerechten) of de wetenschap (Universiteit Utrecht).

Per 1 januari 2018 is de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen in werking getreden. Deze wet bracht ingrijpende wijzigingen voor de tuchtprocedure met zich. Zo wordt per die datum een griffierecht van € 50,- geheven voordat een klacht in behandeling wordt genomen en kan de beroepsbeoefenaar (in geval van een deels gegrond bevonden klacht waarbij een maatregel wordt opgelegd) worden veroordeeld in de kosten van de klager en/of de kosten van het tuchtcollege. De kamers voor het notariaat en het gerechtshof Amsterdam hebben voor het opleggen van kostenveroordelingen een tijdelijke richtlijn vastgesteld en gepubliceerd (Stcrt. 2017-75085).

De instroom van nieuwe zaken bij de NGK laat net als in 2018 een daling (-12%) zien ten opzichte van het vorige jaar. Of deze daling het gevolg is van de invoering van het griffierecht per 1 januari 2018 is (nog) niet te zeggen. Na een eerste evaluatie van de Tijdelijke richtlijn kostenveroordeling Notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer Gerechtshof Amsterdam in het voorjaar van 2019 heeft het gerechtshof besloten de looptijd van deze richtlijn te verlengen tot in totaal drie jaar. Eind 2020 zal het gerechtshof de richtlijn evalueren en zo nodig bijstellen. Gebleken is dat na één jaar nog onvoldoende informatie voorhanden is om tot een gedegen evaluatie te komen, maar dat er geen aanwijzing is voor een noodzakelijke aanpassing. De verlengde richtlijn is gepubliceerd in de Staatscourant van 8 november 2019, nr. 61782.

Er zijn in 2019 door de notariskamer 49 uitspraken op tegenspraak gedaan en 27 afdoeningen zonder uitspraak. Dat zijn de zogenoemde verwijzings- en intrekkingsbeslissingen. De productie van de notariskamer is hiermee iets gedaald ten opzichte van 2018. De werkvoorraad is gelijk aan die van 2018.

(bron: jaarverantwoording 2019)

In 2018 zijn zes raadsheren van het gerechtshof Amsterdam, één stafjurist, drie juridisch medewerkers en drie administratief medewerker aan de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer (hierna: de NGK) verbonden geweest. De raadsheren zijn voor 0,1 fte werkzaam voor de kamer; de voorzitter voor 0,3 fte. De stafjurist en de juridisch medewerkers zijn elk voor ongeveer 0,8 fte werkzaam voor de kamer.

De kamer bestaat verder uit acht raadsheer-plaatsvervangers, die elders werkzaam zijn. De meesten werken als notaris. Een klein aantal is werkzaam in andere onderdelen van de rechtspraak (Raad van State en/of andere gerechten) of de wetenschap (Universiteit Utrecht).

Per 1 januari 2018 is de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen in werking getreden. Deze wet bracht ingrijpende wijzigingen voor de tuchtprocedure met zich. Zo wordt per die datum een griffierecht van € 50,- geheven voordat een klacht in behandeling wordt genomen en kan de beroepsbeoefenaar (in geval van een deels gegrond bevonden klacht waarbij een maatregel wordt opgelegd) worden veroordeeld in de kosten van de klager en/of de kosten van het tuchtcollege. De kamers voor het notariaat en het gerechtshof Amsterdam hebben voor het opleggen van kostenveroordelingen een tijdelijke richtlijn vastgesteld (Stcrt. 2017-75085). Deze richtlijn wordt in 2019 geëvalueerd.

De instroom van nieuwe zaken bij de NGK laat een lichte daling zien ten opzichte van 2017. Of deze daling het gevolg is van de invoering van het griffierecht per 1 januari 2018 is (nog) niet te zeggen.

Er zijn in 2018 door de notariskamer 66 uitspraken op tegenspraak gedaan en 16 afdoeningen zonder uitspraak. Dat zijn de zogenoemde verwijzings- en intrekkingsbeslissingen. De productie van de notariskamer is hiermee iets gedaald ten opzichte van 2017. De werkvoorraad is nagenoeg gelijk aan die van 2017.

(bron: jaarverantwoording 2018)