Een belangrijke verandering in het nieuwe Wetboek van Strafvordering is dat de rechter een grotere regierol krijgt tijdens het opsporingsonderzoek. Hij krijgt duidelijker dan nu het geval is, zeggenschap over wat de partijen in een strafproces (verdachte, officier van justitie, advocaat, getuigen, slachtoffer) wel en niet mogen, wanneer ze iets moeten doen en aan welke termijnen partijen zich moeten houden. De gedachte is dat hierdoor strafprocessen sneller en efficiënter gaan verlopen.