Voor de polissen die zijn afgesloten vanaf 1 juli 1994 bestond die wilsovereenstemming wel en op basis van de afgesloten polissen van na die datum mocht NN die eerste kosten wel in rekening brengen.
Wel is er een verschil tussen verzekeringen waarvoor jaarlijks premie moest worden betaald en koopsompolissen.
Bij de premiebetalende verzekeringen was voor de consument niet duidelijk hoe nadelig het was om de polis tussentijds te beëindigen. NN bracht de eerste kosten namelijk alleen tijdens het eerste deel van de looptijd van de polis in rekening. NN zal de polissen uit de periode 1 juli 1994-1 augustus 1999 die tussentijds zijn afgekocht of premievrij gemaakt moeten herberekenen en de eventueel gemiste opbouw moeten vergoeden. Bij koopsompolissen geldt dit niet.
De partijen hebben drie maanden om in hoger beroep te gaan. Ook is het mogelijk dat er, naar aanleiding van de verklaring voor recht in dit vonnis, nieuwe procedures worden gestart.