Laden...

Vonnis in zaak van Stichting Wakkerpolis

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Rotterdam > Nieuws > Vonnis in zaak van Stichting Wakkerpolis
Rotterdam, 21 juli 2022

De rechtbank Rotterdam heeft  eindvonnis gewezen in de collectieve actie van de Stichting Wakkerpolis tegen NN. Dit is de derde collectieve actie over universal life-beleggingsverzekeringen die Nationale Nederlanden (NN) van 1990-2004 in grote aantallen heeft verkocht. 

In deze collectieve actie van Wakkerpolis ging het om de zogenoemde 'eerste kosten', die NN de eerste jaren van de looptijd van de polis in rekening heeft gebracht .

Niet voldaan aan informatieverplichtigen

In dit eindvonnis heeft de rechtbank geoordeeld dat NN in de periode tot 1 juli 1994 niet aan haar informatieverplichtingen heeft voldaan en dat er geen wilsovereenstemming bestond tussen de verzekeringnemers en NN op het punt van de eerste kosten. De polissen uit die tijd boden dus geen basis om die kosten in rekening te brengen. De rechtbank heeft een verklaring voor recht gegeven. Verder heeft de rechtbank bepaald dat NN de ten onrechte berekende eerste kosten en het gemiste rendement aan de verzekeringnemers moet vergoeden.

Wilsovereenstemming

Voor de polissen die zijn afgesloten vanaf 1 juli 1994 bestond die wilsovereenstemming wel en op basis van de afgesloten polissen van na die datum mocht NN die eerste kosten wel in rekening brengen.

Wel is er een verschil tussen verzekeringen waarvoor jaarlijks premie moest worden betaald en koopsompolissen.

Bij de premiebetalende verzekeringen was voor de consument niet duidelijk hoe nadelig het was om de polis tussentijds te beëindigen. NN bracht de eerste kosten namelijk alleen tijdens het eerste deel van de looptijd van de polis in rekening. NN zal de polissen uit de periode 1 juli 1994-1 augustus 1999 die tussentijds zijn afgekocht of premievrij gemaakt moeten herberekenen en de eventueel  gemiste opbouw moeten vergoeden. Bij koopsompolissen geldt dit niet.

De partijen hebben drie maanden om in hoger beroep te gaan. Ook is het mogelijk dat er, naar aanleiding van de verklaring voor recht in dit vonnis, nieuwe procedures worden gestart.

Prospectus

De procedure was zo opgezet dat er niet alleen een collectieve actie werd ingesteld, maar dat er ook vorderingen van individuele verzekeringnemers aan de orde werden gesteld. De rechtbank heeft deze vorderingen op twee na afgewezen.

Ten aanzien van deze twee verzekeringnemers, van wie er één een polis uit 1996 en de ander een polis uit 2000 had, is belangrijk of zij een prospectus hebben gekregen. Voorlopig gaat de rechtbank ervan uit dat dat niet zo is, maar NN mag tegenbewijs leveren.


Uitspraken