Tijdens de zaak Wilders waren er 2 wrakingsverzoeken. Het eerste verzoek werd afgewezen, het tweede toegewezen.
Tijdens de zitting deed Geert Wilders beroep op zijn zwijgrecht. De rechter zei:
“U wordt nog wel eens verweten dat u goed bent in het poneren van stellingen, maar de discussie uit de weg gaat. Het lijkt erop dat u dat nu ook weer doet.” Wilders zijn advocaat wraakte de rechter.
De wrakingskamer oordeelde dat de woorden uit de laatste zinsnede ongelukkig gekozen waren, maar niet wezen op partijdigheid.
Later wees de wrakingskamer een nieuw verzoek tot wraking toe. De beslissing van de rechtbank om een getuige niet te horen leek in strijd met de geldende jurisprudentie. Daarom vond de wrakingskamer de vrees dat de beslissing van de rechtbank getuigt van een zekere mate van vooringenomenheid begrijpelijk.
Eerste uitspraak wrakingskamer
Tweede uitspraak wrakingskamer