Roekeloosheid wordt gezien als de zwaarste vorm van schuld. Hierbij horen ook de zwaarste straffen. Het gaat om gedrag in het verkeer waarbij iemand geweten moet hebben wat de gevolgen van dat gedrag kunnen zijn. Diegene heeft op dat moment geoordeeld dat het wel goed af zou lopen. Dat was ten onrechte en is daarom, zoals juristen het noemen, ‘ernstig verwijtbaar’.
Bij roekeloosheid gaat het om situaties waarin iemand zich opzettelijk op zo’n manier in het verkeer gedraagt, dat de verkeersregels ernstig worden geschonden. Hierdoor is er sprake van levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel. Dan gaat het om het opzettelijk begaan van (een combinatie van) ernstige verkeersovertredingen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan gevaarlijk inhalen, bumperkleven, door rood rijden of het vasthouden van een telefoon tijdens het rijden. Dit gedrag is overigens ook strafbaar als het niet tot een ernstig verkeersongeval leidt, maar dan straft de rechter in de regel minder zwaar.