Bestuursleden
Ten minste één van de bestuursleden moet voldoen aan onderstaande opleidingseis. Het volledige bestuur van de rechtspersoon moet gezamenlijk alle hoedanigheden vertegenwoordigen waarin de rechtspersoon benoembaar is. Als u bestuurslid bent en dossier-gerelateerde werkzaamheden uitvoert, moet u te allen tijde aan de opleidingseis voldoen. Bestuursleden die een specifieke functie vervullen en geen dossier-gerelateerde werkzaamheden verrichten, moeten een verklaring aan het Landelijk Kwaliteitsbureau CBM overleggen waar dit uit blijkt.
U moet aan dezelfde wettelijke kwaliteitseisen voldoen als de personen die namens de rechtspersoon als professioneel beschermingsbewindvoerder optreden.
Als bewindvoerder heeft u:
- een havo- of vwo-diploma (artikel 7 of 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs) of een diploma van een mbo-4-opleiding volgens de Wet educatie en beroepsonderwijs (artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen d en e) én
- een verklaring van een (oud-)werkgever waarin staat dat u ten minste 2 jaar voor de duur van ten minste 24 uur per week in loondienst taken van een beschermingsbewindvoerder heeft verricht onder verantwoordelijkheid van een door de kantonrechter benoemde professionele beschermingsbewindvoerder.
of
ten minste een diploma van een passende hbo-opleiding volgens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (artikel 1.1, onder d van die wet).
Aandachtspunten hierbij zijn (conform besluiten van de Landelijke Expertgroep CBM):
- Bij de passende beroepsopleidingen moet sprake zijn van een afgeronde hbo bachelor en/of wo bachelor opleiding (passend zoals bedoeld in artikel 1.1, onder d, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en afgeronde opleiding volgens artikel 7.3a lid 1 sub a en b en lid 2 sub b en c van die Wet).
- Een propedeuse van een hogere beroepsopleiding / universitaire opleiding of een associate degree staat gelijk aan een havo- of vwo-diploma.
- Er is bepaald dat werkervaring als budgetbeheerder of schuldhulpverlener voor maximaal één jaar wordt meegewogen in het oordeel.
Als mentor heeft u:
- een havo- of vwo-diploma (artikel 7 of 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs) of een diploma van een mbo-4-opleiding volgens de Wet educatie en beroepsonderwijs (artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen d en e) én
- een verklaring van een (oud-)werkgever waarin staat dat u ten minste 2 jaar voor de duur van ten minste 24 uur per week in loondienst taken van een mentor heeft verricht onder verantwoordelijkheid van een door de kantonrechter benoemde professionele mentor.
of
- ten minste een diploma van een passende beroepsopleiding mbo-4 volgens de Wet educatie en beroepsonderwijs (artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen d en e).
Aandachtspunten hierbij zijn (conform besluiten van de Landelijke Expertgroep CBM):
- Bij de passende beroepsopleidingen moet sprake zijn van een afgeronde mbo-4 opleiding, hbo bachelor en/of wo bachelor opleiding (passend zoals bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen d en e volgens de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 1.1, onder d, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en afgeronde opleiding volgens artikel 7.3a lid 1 sub a en b en lid 2 sub b en c van die Wet).
- Een propedeuse van een hogere beroepsopleiding / universitaire opleiding of een associate degree staat gelijk aan een havo- of vwo-diploma.
Als curator heeft u:
een diploma van een opleiding die zowel passend is voor een beschermingsbewindvoerder als voor een mentor.
Er is een overzicht van passende opleidingen per hoedanigheid. Onder het kopje ‘Ik wil professioneel curator, beschermingsbewindvoerder of mentor worden’ treft u dit overzicht aan. Twijfelt u of u aan de eisen voldoet? Dan kunt u uw opleiding voordat u een toelatingsverzoek indient door de kantonrechter laten toetsen. Hoe dit werkt leest u in de
checklist opleidingstoets
(pdf, 643 KB).