7 juli 2014 | Advocaat-generaal Aben van de Hoge Raad gaat in
op het verzoek tot nader onderzoek van de advocaten Knoops en Acda (hogeraad.nl). Ze denken dat zulk onderzoek nieuwe feiten/inzichten op zou kunnen leveren die mogelijk tot herziening van de zaak kunnen leiden. De advocaat-generaal komt aan een aantal van hun verzoeken tegemoet. De Adviescommissie Afgesloten Strafzaken adviseerde een aantal aspecten nader te onderzoeken. | |
6 juni 2014 | De Hoge Raad maakt naar aanleiding van berichten in de media bekend
dat er géén herzieningsverzoek is ingediend (hogeraad.nl), maar dat de advocaat van de verdachte de procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft verzocht nader onderzoek te verrichten. | |
14 juni 2011 |
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van Maurice de Hond tegen zijn veroordeling. Maurice de Hond heeft, in de overtuiging dat in de Deventer moordzaak een onschuldige is veroordeeld, in verschillende media en bij herhaling gezegd dat de moord is gepleegd door De J. (in de media vaak ‘de klusjesman’ genoemd). | Uitspraak:
ECLI:NL:HR:2011:BP0287 |
13 oktober 2009 | Gerechtshof Amsterdam veroordeelt Maurice de Hond in hoger beroep vanwege smaad en smaadschrift tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden. | Uitspraak:
ECLI:NL:GHAMS:2009:BK0036 |
21 oktober 2008 | Het gerechtshof Den Haag
bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag van november 2006 over het onderzoeken van het graf van de vermoorde weduwe. | Uitspraak:
ECLI:NL:GHSGR:2008:BG0294 |
18 maart 2008 | De Hoge Raad wijst de herzieningsaanvraag af. Er is onvoldoende reden om te twijfelen aan de juistheid van het oordeel van het gerechtshof over het DNA-bewijs. Bovendien worden in het herzieningsverzoek twijfels over feiten naar voren gebracht die ook al bij het hof aan de orde zijn geweest en daarom niet als nieuw feit ('novum') gezien kunnen worden. Wat betreft de positie van de J. (de 'klusjesman') oordeelt de Hoge Raad dat uit het getuigenverhoor blijkt dat verklaringen van een getuige (H.) daarover niet aannemelijk zijn geworden en daarom niet tot vrijspraak van L. zouden hebben geleid als ze bij het hof bekend waren geweest. Ook is de twijfel over het alibi van de J. minder geworden. De Hoge Raad merkt daarbij op dat, ook indien zou moeten worden aangenomen dat De J. geen sluitend alibi zou hebben, dit niet betekent dat hij de moordenaar is. | Uitspraak:
ECLI:NL:HR:2008:BA1024 |
22 januari 2008 | Advocaat-generaal Machielse brengt aanvullend advies uit. Er is nader onderzoek gedaan naar een getuigenverklaring van een onderhoudsmedewerker van de begraafplaats waar het slachtoffer en haar eerder overleden echtgenoot begraven zijn. Dat onderzoek leidt tot de conclusie dat het niet waarschijnlijk is dat de 'klusjesman' op de dag voor de ontdekking van de moord daarover al met de getuige heeft gesproken. De advocaat-generaal adviseert daarom de Hoge Raad om de herzieningsaanvraag als ongegrond af te wijzen. | Uitspraak:
ECLI:NL:PHR:2008:BA1024 |
22 november 2007 | De rechtbank Amsterdam
veroordeelt Maurice de Hond wegens smaad tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van twee jaar. De Hond is met het verspreiden van een pamflet waarin hij wederom de zgn. klusjesman aanwijst als de dader te ver gegaan. | Uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2007:BB8525 |
5 juni 2007 | De Hoge Raad beslist in een tussenarrest dat de 2 verbalisanten nader gehoord dienen te worden. De Hoge Raad geeft opdracht tot het nader onderzoek aan een raadsheer-commissaris. Voor het overige neemt de Hoge Raad nog geen beslissing over de gegrondheid van het herzieningsverzoek en houdt iedere verdere beslissing aan totdat het nader onderzoek is afgerond. | Uitspraak:
ECLI:NL:HR:2008:BA1024 |
25 april 2007 | De rechtbank te Amsterdam beslist dat Maurice de Hond onrechtmatig heeft gehandeld jegens de 'klusjesman' en zijn vriendin) en legt hem een verbod op om in het openbaar (behalve in rechtszaken waarbij De Hond betrokken is) hen in verband te brengen met de dood van de weduwe W. De Hond moet aan beiden
een schadevergoeding betalen. | Uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2007:BA3691 |
20 maart 2007 |
Conclusie advocaat-generaal over het 2de herzieningsverzoek (hogeraad.nl). Volgens de advocaat-generaal levert hetgeen is aangevoerd met betrekking tot het DNA op de blouse van het slachtoffer en de wijze waarop daarmee is omgegaan, géén nieuwe feiten ('nova') op die tot vrijspraak geleid zouden hebben als het gerechtshof daarmee bekend zou zijn geweest. Dat geldt ook voor de argumenten die betrekking hebben op het telefoongesprek (GSM-verkeer). Wél adviseert de advocaat-generaal de Hoge Raad om onderzoek te (laten) doen naar een getuigenverklaring die niet bekend was toen het gerechtshof zijn uitspraak deed en waaruit zou blijken dat een derde al wist dat en hoe het slachtoffer was omgebracht nog vóór het tijdstip waarop zij werd ontdekt. | Uitspraak:
ECLI:NL:HR:2008:BA1024 |
22 december 2006 | De rechtbank te Amsterdam verbiedt de opiniepeiler Maurice de Hond, die zich sinds enige tijd sterk maakt voor heropening van de zaak, om de persoon die in deze zaak wordt aangeduid als 'de klusjesman' in het openbaar als moordenaar of verdachte in de Deventer moordzaak aan te wijzen. | Uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2006:AZ5082 |
9 november 2006 | De voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage gelast op vordering van Ernest L. het Openbaar Ministerie om onderzoek te doen aan het graf van de vermoorde vrouw omdat daar mogelijk een metalen voorwerp verborgen is, dat verband zou houden met de moord. (Het onderzoek levert niets op. Het OM heeft hoger beroep aangetekend tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter) | Uitspraak:
ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ1858 |
30 januari 2006 | Uitspraak van de raadkamer van het gerechtshof Den Bosch betreffende gedeeltelijke toewijzing van de kosten gemaakt door de veroordeelde. | Uitspraak:
ECLI:NL:GHSHE:2006:AV1124 |
22 februari 2005 |
De Hoge Raadverwerpt het cassatieberoep tegen de uitspraak van het gerechtshof Den Bosch (hogeraad.nl). De klacht van de raadsman van de verdachte dat het gerechtshof nieuw bewijsmateriaal niet bij zijn onderzoek had mogen betrekken, is ongegrond. Het staat de rechter die de zaak na een gegrond verklaard herzieningsverzoek moet beoordelen, vrij om al het relevante bewijsmateriaal te gebruiken, ongeacht of dit gunstig of nadelig is voor de verdachte. | Uitspraak:
ECLI:NL:HR:2005:AR5714 |
9 februari 2004 | Het gerechtshof Den Bosch veroordeelt de verdachte
opnieuw tot 12 jaar gevangenisstraf. Het hof komt tot zijn oordeel vanwege het feit dat DNA van de verdachte op de blouse van het slachtoffer is aangetroffen en het al genoemde telefoongesprek. Het mes wordt buiten beschouwing gelaten omdat niet kon worden vastgesteld dat het iets met de moord te maken heeft. Als bij herziening een strafbaar feit opnieuw bewezen wordt, kan geen andere straf dan de oorspronkelijke straf worden opgelegd. | Uitspraak:
ECLI:NL:GHSHE:2004:AO3222 |
11 september 2003 | Het gerechtshof Den Bosch
start de behandeling van de zaak. | |
1 juli 2003 | De Hoge Raad verklaart de aanvraag tot herziening gegrond en verwijst de zaak naar het gerechtshof Den Bosch. Nu uit onderzoek blijkt dat op het mes geen enkel lichaamsspoor van het slachtoffer is gevonden, rijst het ernstige vermoeden dat het gerechtshof, indien het daarmee bekend was geweest, de verdachte zou hebben vrijgesproken. | Uitspraak:
ECLI:NL:HR:2003:AE8165 |
11 maart 2003 |
Aanvulling advocaat-generaal op conclusie (hogeraad.nl).
De aanvulling is noodzakelijk vanwege een inmiddels uitgevoerd deskundigenonderzoek naar de geuridentificatieproef. De conclusie van de AG is dat er geen sprake is van nieuwe feiten die tot een herziening moeten leiden. | Uitspraak:
ECLI:NL:PHR:2003:AE8165 |
1 oktober 2002 | Conclusie advocaat-generaal over herzieningsverzoek. | |
7 januari 2002 | Aanvraag voor herziening ingediend door verdediging. | |
20 november 2001 | In het cassatieberoep worden vraagtekens gezet bij met name de geurproef met het gevonden mes, waarvan ook niet vaststaat dat het gaat om het moordwapen. Ook zou het hof de mogelijkheid dat de verdachte niet in Deventer was toen hij met het slachtoffer telefoneerde genegeerd hebben. Het cassatieberoep wordt door de Hoge Raad verworpen. | Uitspraak:
ECLI:NL:HR:2001:AD5148 |
22 december 2000 | Het gerechtshof Arnhem komt wel tot een schuldigverklaring en veroordeelt Ernst L. tot 12 jaar gevangenisstraf. Het hof ziet 3 aanwijzingen dat de verdachte de moord gepleegd heeft: Ten eerste heeft de verdachte vanuit Deventer een telefoongesprek met het slachtoffer gevoerd kort vóór het tijdstip waarop zij vermoedelijk is overleden. Ten tweede is bij een geuridentificatieproef vastgesteld dat de lichaamsgeur van de verdachte overeenkwam met een geurspoor op het mes dat in de buurt van de woning van het slachtoffer is gevonden en waarmee de moord gepleegd zou kunnen zijn. Ten derde is er een financieel motief. | Uitspraak:
ECLI:NL:GHARN:2000:AD8964 |
9 maart 2000 | De verdachte wordt door de rechtbank Zwolle vrijgesproken wegens onvoldoende bewijs. | Uitspraak:
ECLI:NL:RBZWO:2000:AA5060 |