In september 1999 wordt een 60-jarige vrouw dood aangetroffen in haar woning in Deventer. Ze is door verstikking en messteken om het leven gebracht. Haar financieel adviseur, de 46-jarige Ernest L., wordt vervolgd voor de moord. In maart 2000 wordt hij door de rechtbank vrijgesproken, maar later dat jaar in hoger beroep veroordeeld tot 12 jaar cel. Ernest L. vraagt de Hoge Raad, de hoogste strafrechter, deze uitspraak te vernietigen maar dit cassatieberoep wordt verworpen.
In 2002 wordt de Hoge Raad gevraagd nog een keer naar de zaak te kijken omdat er nieuwe feiten aan het licht zijn gekomen. Dit herzieningsverzoek wordt gegrond verklaard en de zaak moet opnieuw door een gerechtshof worden behandeld. In februari 2004 wordt L. door het hof weer tot 12 jaar cel veroordeeld.
Het daaropvolgende cassatieberoep wordt verworpen. In 2006 wordt opnieuw een herzieningsverzoek ingediend, dat in 2008 door de Hoge Raad wordt afgewezen.
In 2022 wordt opnieuw een
herzieningsverzoek ingediend, dat op 19 december 2023 door de Hoge Raad wordt afgewezen (hogeraad.nl).