Laden...

Strafzaak Eris ('Caloh Wagoh')

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksHome > Bekende rechtszaken > Strafzaak Eris ('Caloh Wagoh')

Stand van zaken

De 4 verdachten die in juli 2022 door de rechtbank Midden-Nederland zijn veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf zijn in hoger beroep gegaan. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden behandelt de zaak.

De mannen waren volgens de rechtbank leiders van een criminele organisatie die zich tegen betaling bezighield met het plegen van liquidaties. In 2017 vielen hierbij 5 dodelijke slachtoffers.

De rechtbank veroordeelde 14 andere verdachten in het Eris-onderzoek tot celstraffen variërend van 1 tot 30 jaar. 3 mannen zijn vrijgesproken. (Zie nieuwsbericht (5 juli) en nieuwsbericht (7 juli). Uit deze laatste groep is in 15 gevallen ook hoger beroep ingesteld.

Op 19 september 2023 zijn er voor het hof weer getuigenverhoren.

Toelichting vonnis rechtbank (5 juli 2022)

 
 
 

Procedure

 
  1. Inhoudelijke behandeling
    rechtbank Toekomstige fase
  2. Uitspraak
    rechtbank Toekomstige fase
  3. Pro-forma en regiezittingen
    gerechtshof Actuele fase
  4. Inhoudelijke behandeling
    gerechtshof Toekomstige fase
  5. Uitspraak
    gerechtshof Toekomstige fase

Deelonderzoeken

Het strafrechtelijk onderzoek Eris bestaat uit 18 deelonderzoeken.
Hieronder een overzicht wat de verdenkingen inhouden.


>Alles uitklappen

  • Poging tot beschieting van een pand in Doorn met een raketwerper op 28 juni 2017 en een poging doodslag op bewoners van een huis, door met een vuurwapen op het huis te schieten in Doorn op 29 juni 2017 - 6 verdachten

  • Deelname aan een criminele organisatie - 17 verdachten

  • Handel in verboden (vuur)wapens in de periode van 15 februari t/m 27 maart 2019 en bezit verboden (vuur)wapens in de periode 15 augustus 2017 t/m 16 april 2019 - 1 verdachte

  • Poging moord op vier slachtoffers in Amsterdam op 17 maart 2017 - 6 verdachten

  • Poging moord op één slachtoffer in Spijkenisse op 9 maart 2017 - 6 verdachten

  • Poging moord op Jair Wessels op 5 juli 2017 en moord op Jair Wessels in Breukelen op 7 juli 2017 - 6 verdachten

  • Bezit verboden (vuur)wapens op 25 oktober 2016 en mishandeling van een vrouw - 1 verdachte

  • Moord op Farid Souhali in Den Haag op 17 april 2017 - 5 verdachten

  • Moord op Justin Jap Tjong in Amsterdam op 31 januari 2017 - 8 verdachten - de inhoudelijke behandeling van de zaak tegen 2 van hen heet Charon-II
 
 
>Alles uitklappen

  • Voorbereiden/uitlokken moord op twee slachtoffers in de periode 17-19 februari 2017 - 2 verdachten

  • Voorbereiden/uitlokken moord op één slachtoffer in de periode 2 februari 2017 t/m 10 januari 2018 - 3 verdachten

  • Voorbereiden/uitlokken moord op één slachtoffer in de periode juli t/m september 2018 - 1 verdachte

  • Moord op Zeki Yumusak in Rotterdam op 25 juli 2017 - 4 verdachten

  • Moord op Stefaan Bogaerts in Spijkenisse op 21 september 2017 - 4 verdachten

  • Voorbereiden/uitlokken moord op twee slachtoffers in de periode 17-19 februari 2017 - 2 verdachten

  • Voorbereiden/uitlokken moord op één slachtoffer in de periode 17-19 februari 2017 - 4 verdachten

  • Voorbereiden/uitlokken moord op één slachtoffer in de periode 17-19 februari 2017 - 2 verdachten

  • Afpersing van twee slachtoffers in de periode 2017-2018 - 2 verdachten
 
 

Besluiten van het hof omtrent de voorlopige hechtenis van de verdachten

Met regelmaat dienen advocaten van de verdachten in deze zaak verzoeken in bij het hof om de voorlopige hechtenis van hun cliënten te laten opheffen en/of te schorsen.

>Alles uitklappen
  • Een verdachte die in voorlopige hechtenis zit, zit vast in een Huis van Bewaring. In die periode wacht een verdachte op een uitspraak van de rechter in zijn strafzaak. De voorlopige hechtenis is het tweede deel van het voorarrest en volgt na de inverzekeringstelling bij de politie. De voorlopige hechtenis bestaat uit de zogenaamde inbewaringstelling en de gevangenhouding. 

    Het kan voorkomen dat een verdachte wil dat zijn voorlopige hechtenis wordt opgeheven of (kort) wordt onderbroken door middel van een schorsing. In zo’n geval kan een verdachte bij de rechtbank of het hof een verzoek doen tot opheffing of tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

    Een schorsing kan van kortere of langere duur zijn, wanneer bijvoorbeeld het belang van de verdachte om op vrije voeten te zijn groter is dan het belang van de maatschappij dat verdachte feitelijk vastzit. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan persoonlijke omstandigheden, zoals ziekte of overlijden van een naast familielid, of redenen die liggen in de eigen gezondheid van een verdachte. De duur van de schorsing wordt bepaald door de rechter. Die duur kan variëren van enkele dagen tot een langere tijd, bijvoorbeeld tot aan een volgende zitting. De rechter kan echter ook bepalen dat de schorsing voor onbepaalde tijd geldt.

Op de hieronderstaande data zijn door het hof beslissingen genomen:

>Alles uitklappen
  • Verdachte P.S.

    Uitgangspunt van het hof bij de beoordeling van de namens de verdachte gedane verzoeken over de voorlopige hechtenis is – gelet op de aanwezige ernstige bezwaren en gronden –  dat de verdachte in beginsel dient vast te zitten gedurende het hoger beroep en dat alleen in uitzonderlijke omstandigheden sprake kan zijn van een schorsing. De vraag is of die uitzonderlijke omstandigheden nog steeds aanwezig zijn.

    Uit de namens de verdachte overgelegde stukken blijkt dat de situatie van verdachtes partner nog steeds zorgelijk is, maar minder zorgelijk dan enkele maanden terug. Ook de situatie van de kinderen lijkt op het eerste gezicht verbeterd, maar uit de rapportage van de reclassering blijkt dat Veilig Thuis de situatie van de kinderen wel zo zorgelijk acht dat de Raad voor de Kinderbescherming is ingeschakeld. De Raad voor de Kinderbescherming heeft nog ongeveer twee maanden nodig voor onderzoek naar de situatie. In dat onderzoek zal rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de verdachte weer vast komt te zitten.

    Het hof heeft al eerder overwogen dat voor een schorsing voor onbepaalde tijd geen plaats is. Daarvoor zijn de feiten waarvoor de verdachte is veroordeeld te ernstig. De schorsing is uitdrukkelijk als tijdelijk bedoeld om de situatie in het gezin zoveel mogelijk te stabiliseren. Van de acute noodsituatie die aanleiding heeft gegeven voor de schorsing in mei 2023 is thans geen sprake meer. De Raad voor de Kinderbescherming is echter nog bezig met het onderzoeken van oplossingen, met name ook voor een situatie waarin verdachte weer vast komt te zitten. De raad heeft nog twee maanden nodig voor onderzoek. Uit de stukken blijkt dat de verdachte en zijn partner meewerken aan het onderzoek. Het hof wil thans dit onderzoek niet doorkruisen.

    Het hof zal de schorsing van de voorlopige hechtenis daarom verlengen tot 5 december 2023 te 9.30 uur. Aan die schorsing worden weer dezelfde voorwaarden verbonden als ten tijde van de schorsing en de eerdere verlening daarvan. De verdachte heeft zich bereid verklaard zich aan die voorwaarden te houden.

    Verdachte O.P.

    De raadsman heeft een onderbouwd verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis gedaan.

    Aangevoerd is dat er in de zaken waarvoor de verdachte is veroordeeld geen druppel bloed is gevloeid, er medeverdachten zijn waarbij de voorlopige hechtenis is geschorst en er geen sprake is van een ernstig geschokte rechtsorde. De slechte gezondheidstoestand van zijn moeder maakt dat verdachte een groot belang heeft bij schorsing.

    De advocaten-generaal hebben zich gemotiveerd verzet tegen schorsing van de voorlopige hechtenis.

    Het hof is van oordeel dat na afweging van alle betrokken belangen, het maatschappelijk en strafvorderlijk belang bij het voortduren van de voorlopige hechtenis van de verdachte zwaarder weegt dan zijn persoonlijke belang bij invrijheidstelling. Het hof betrekt bij deze belangenafweging enerzijds de ernst van de feiten en de aard van de gronden en anderzijds de gestelde persoonlijke omstandigheden van de verdachte

    De gevangenisstraf van veertien jaren is aan de verdachte in het vonnis van 5 juli 2022, dat mede de grondslag vormt van het bevel voorlopige hechtenis, opgelegd wegens ernstige strafbare feiten waaronder het medeplegen van voorbereiding van moord op in totaal drie personen. Het hof onderschat niet de gezondheidstoestand van de moeder van de verdachte – uit de overgelegde medische gegevens komt naar voren dat zij al lange tijd ernstig ziek is en dat zij lijkt te zijn uitbehandeld – maar die gezondheidstoestand is niet zodanig dat de voorlopige hechtenis direct geschorst dient te worden. Indien de gezondheidstoestand verder verslechtert kan de verdachte zich op grond van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting voor incidenteel verlof wenden tot de directeur van de penitentiaire inrichting of een nieuw verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis indienen.

    Het verzoek wordt afgewezen.

    Verdachte R.S.

    De raadsman heeft ter terechtzitting een onderbouwd verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis gedaan.

    De advocaten-generaal hebben zich gemotiveerd verzet tegen opheffing van de voorlopige hechtenis.

    Het hof is van oordeel dat het verzoek moet worden afgewezen. Gelet op de huidige stand van het onderzoek zijn de ernstige bezwaren en gronden waarop het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte berust nog steeds aanwezig. Eén van de gronden waarop het hof het voortduren van de voorlopige hechtenis van de verdachte baseert is het veroordelend vonnis. De andere visie van de raadsman op de betrokkenheid van de verdachte bij het tenlastegelegde en op de strafwaardigheid daarvan, betekent voor het hof nog niet dat ernstige bezwaren in een of meer van de zaaksdossiers zijn komen te ontbreken en vormt voor het hof mede daarom geen reden om de voorlopige hechtenis op te heffen. Van het geval dat ernstig rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat aan de verdachte in geval van veroordeling geen onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel zal worden opgelegd, dan wel dat de verdachte bij tenuitvoerlegging van het bevel langere tijd van zijn vrijheid beroofd zou blijven dan de duur van de straf of maatregel, is geen sprake.

    Het verzoek wordt afgewezen.

  • Verdachte C.G.R

    Verzocht is om de voorlopige hechtenis op te heffen, omdat geen sprake zou zijn van gronden en ernstige bezwaren, mede naar aanleiding van het verhoor van de kroongetuige van vandaag.

    Het hof zal uiteindelijk zelf moeten beoordelen welke waarde er dient te worden toegekend aan de verklaringen van de kroongetuige en de overige bewijsmiddelen. Anders dan de raadsman trekt het hof niet de conclusie dat het na het verhoor van de kroongetuige van vandaag niet langer sprake is van ernstige bezwaren. Deze ernstige bezwaren zijn nog steeds aanwezig. Evenmin is aan de orde de situatie dat bij voortduren van de voorlopige hechtenis gevreesd dienst te worden dat deze de duur overtreft van de eventueel op te leggen gevangenisstraf.

    Namens verdachte is een verzoek gedaan de voorlopige hechtenis te schorsen. Daarbij is gewezen op verdachtes leeftijd en gezondheid en zijn gezinssituatie.

    Ook in de zaak van verdachte geldt dat het hof de persoonlijke belangen van verdachte dient af te wegen tegen het belang van strafvordering. Daarbij speelt mee dat er sprake is van verdenking van ernstige feiten, voor een deel waarvan verdachte in eerste aanleg is veroordeeld. Die afweging leidt tot afwijzing van het verzoek. De persoonlijke belangen van verdachte wegen niet op tegen het belang van strafvordering dat verdachte blijft vastzitten.

    De verzoeken tot opheffing en schorsing van de voorlopige hechtenis worden afgewezen.

  • Verdachten E.C.v.M. en R.S.

    In deze zaken is door het NFI nader gerapporteerd naar aanleiding van vragen van de verdediging. De verdediging stelt dat uit deze nadere rapportage zou blijken dat de bewijswaarde van de match met het aangetroffen DNA-profiel gering tot nihil is. Ook de verklaring van getuige D zou onbetrouwbaar zijn. Daardoor zou niet langer sprake zijn van ernstige bezwaren jegens verdachte in het deelonderzoek Lis. In de zaak van R.S. heeft de verdediging nog aangevoerd dat met het wegvallen van de ernstige bezwaren in de zaak Lis de voorlopige hechtenis de duur overtreft van de voor de resterende feiten eventueel op te leggen gevangenisstraf. 

    Het hof is van oordeel dat de nieuwe NFI-rapportage niets afdoet aan de bevindingen en conclusies uit de eerdere NFI-rapportage. Het hof zal uiteindelijk zelf moeten beoordelen welke waarde er dient te worden toegekend aan de match van de DNA-profielen op gevonden kleding met de DNA-profielen van verdachten en aan de overige bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van getuige D. In dit stadium is van belang of er sprake is van ernstige bezwaren en die acht het hof nog steeds aanwezig. De verzoeken om opheffing van de voorlopige hechtenis zullen daarom worden afgewezen.

    In beide zaken is ook gevraagd om schorsing van de voorlopige hechtenis. E.C.v.M heeft daarvoor met name aangevoerd dat hij zijn leven weer op de rit wil krijgen. Het hof dient de persoonlijke belangen van verdachte af te wegen tegen het belang van strafvordering. Daarbij speelt mee dat er sprake is van een levensdelict waarvoor verdachte in eerste aanleg is veroordeeld. Die afweging leidt tot afwijzing van het verzoek. De persoonlijke belangen van verdachte wegen niet op tegen het belang van strafvordering dat verdachte blijft vastzitten.

    R.S. heeft met name gewezen op zijn gezondheidsklachten. Ook voor hem geldt dat het hof de persoonlijke belangen van verdachte dient af te wegen tegen het belang van strafvordering. Daarbij speelt mee dat er sprake is van een levensdelict waarvoor verdachte in eerste aanleg is veroordeeld. Verdachte is daarbij ook nog voor andere feiten veroordeeld. Die afweging leidt tot afwijzing van het verzoek. De persoonlijke belangen van verdachte wegen niet op tegen het belang van strafvordering dat verdachte blijft vastzitten.

    De verzoeken tot opheffing en schorsing van de voorlopige hechtenis worden afgewezen.

    Verdachte P.S.

    De verdediging heeft verzocht om de schorsing van de voorlopige hechtenis voor onbepaalde tijd dan wel voor bepaalde tijd te verlengen. 

    Het hof heeft eerder de voorlopige hechtenis van verdachte geschorst. Dit hield verband met de acute psychische toestand van zijn partner en de gevolgen daarvan voor zijn schoolgaande kinderen. Het hof benadrukt dat die schorsing niet was verleend om P.S. de gelegenheid te geven om zijn leven weer op te bouwen en hem in de gelegenheid te stellen te werken. Daarvoor is de verdenking jegens hem te ernstig. Hij is immers door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12.5 jaar voor betrokkenheid bij een levensdelict. De voorlopige hechtenis is geschorst om P.S de gelegenheid te geven om orde op zaken te stellen. Daaronder verstaat het hof: ervoor zorgen dat de zaken zo goed als mogelijk geregeld zijn voor het einde van de schorsing. Dat het voor het gezin wellicht beter zou zijn als verdachte helemaal niet meer in detentie geraakt, is op zich geen reden om de voorlopige hechtenis van verdachte voor onbepaalde tijd te schorsen. 

    Het hof constateert dat het verdachte niet gelukt is om de zaken in zijn gezin op orde te brengen. Maar ook dat Veilig Thuis stelt tien weken nodig te hebben om de situatie in het gezin te beoordelen en zo nodig ondersteuning te regelen. Uit de rapportage van 21 juni 2023 blijkt verder dat verdachtes partner nog steeds met ernstige psychische problemen kampt en het gezin op dit moment baat lijkt te hebben bij verdachtes aanwezigheid. Het aanvullende rapport van 3 juli 2023 meldt weliswaar onduidelijkheden waar het betreft het werk van verdachte en de gang van zaken met betrekking tot het volgen van online onderwijs van één van de kinderen, maar er is geen aanleiding om te veronderstellen dat de conclusie uit het eerdere rapport dat het gezin baat lijkt te hebben bij verdachtes aanwezigheid onjuist is. 

    Gelet op de tijd die Veilig Thuis nodig zegt te hebben voor rapportage zal het hof de schorsing van de voorlopige hechtenis verlengen tot 26 september 2023. Aan de reclassering zal worden opgedragen uiterlijk 15 september nadere rapportage uit te brengen. Aan de schorsing zijn dezelfde voorwaarden verbonden als aan de huidige schorsing. 

    Het hof wijst er voor alle duidelijkheid nog uitdrukkelijk op dat verdachte in de komende periode, samen met de betrokken instanties, zal moeten zorgen voor verdere stabilisering van de gezinssituatie, waarbij ook de situatie betrokken zal moeten worden dat het mogelijk is dat verdachte wel weer in detentie zal raken als de schorsing wordt opgeheven. 

  • Verdachte P.S.

    Het verzoek tot schorsing is op 16 mei 2023 door het hof behandeld.

    Het hof is van oordeel dat, na afweging van alle betrokken belangen, het persoonlijk belang van de verdachte om onder voorwaarden zijn berechting voorlopig verder in vrijheid af te wachten zwaarder weegt dan het maatschappelijk en strafvorderlijk belang bij voortzetting van de voorlopige hechtenis. 

    Het hof overweegt hierbij nadrukkelijk dat het de voorlopige hechtenis van de verdachte zal schorsen omdat op dit moment sprake lijkt te zijn van een (acute) crisissituatie. Onder die omstandigheden is het hof van oordeel dat het persoonlijk belang van de verdachte om onder voorwaarden zijn berechting voorlopig verder in vrijheid af te wachten zwaarder weegt dan het maatschappelijk en strafvorderlijk belang bij voortzetting van de voorlopige hechtenis.

    Het hof wijst het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis toe en beveelt dat de voorlopige hechtenis van de verdachte wordt geschorst met ingang van vrijdag 19 mei 2023 te 15.00 uur tot 10 juli 2023 te 10.00 uur, zulks onder de algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarde dat verdachte geen contact zal hebben met de medeverdachten en met de benadeelde partij.

    Verdachte R.C.A.

    De raadslieden van de verdachte hebben primair een onderbouwd verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis ingediend. Subsidiair verzoeken de raadslieden om de voorlopige hechtenis te schorsen.

    Het hof is van oordeel dat het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis moet worden afgewezen. De ernstige bezwaren en gronden waarop het voortduren van het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte berust, waaronder het veroordelend vonnis, zijn nog steeds aanwezig.

    Naar de huidige stand van het onderzoek kan niet worden gezegd dat het vonnis een zodanig evidente feitelijke of juridische misslag bevat dat daaraan gevolgen moeten worden verbonden wat betreft de voorlopige hechtenis.

    Het hof is van oordeel dat na afweging van alle betrokken belangen, het maatschappelijk en strafvorderlijk belang bij voortzetting van de voorlopige hechtenis zwaarder weegt dan het persoonlijk belang van de verdachte bij schorsing daarvan, zodat het verzoek moet worden afgewezen.

  • Verdachte E.C.v.M.

    De raadsvrouw heeft ter terechtzitting een verzoek tot (verlenging van de) schorsing van de voorlopige hechtenis gedaan.

    Het hof is van oordeel dat na afweging van alle betrokken belangen, het maatschappelijk en strafvorderlijk belang bij voortzetting van de voorlopige hechtenis zwaarder weegt dan het persoonlijk belang van de verdachte bij schorsing daarvan, zodat het verzoek moet worden afgewezen.

    Verdachte J.R.B.

    De verdediging heeft ter terechtzitting een verzoek tot opheffing dan wel schorsing van de voorlopige hechtenis gedaan.

    Het hof overweegt dat er nog steeds ernstige bezwaren zijnen dat het gewezen vonnis van de rechtbank nog steeds kan dienen als grond voor de voorlopige hechtenis. Het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis wordt afgewezen.

    Ook het verzoek tot schorsing wordt afgewezen. Er is sprake van een verdenking van ernstige feiten en dat komt ook tot uitdrukking in de door de rechtbank opgelegde straf: levenslange gevangenisstraf. De aangevoerde persoonlijke omstandigheden en het belang van verdachte bij schorsing van de voorlopige hechtenis wegen niet op tegen het belang van strafvordering dat iemand die verdacht wordt van zulke schokkende feiten (meerdere levensdelicten) vast blijft zitten in afwachting van zijn berechting.

    Verdachte P.S.

    De raadslieden hebben op 18 april 2023 een onderbouwd verzoek tot opheffing dan wel schorsing van de voorlopige hechtenis gedaan.

    Het verzoek tot opheffing  is op 19 april 2023 door het hof afgewezen omdat er nog steeds ernstige bezwaren en gronden aanwezig zijn.

    Het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis is aangehouden om een reclasseringsrapport op te laten stellen. Het verzoek tot schorsing wordt op 16 mei 2023 door het hof behandeld.

  • Verdachte E.C.v.M

    De raadsvrouw heeft een onderbouwd verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis gedaan. Voor het geval dat dit verzoek wordt afgewezen heeft de raadsvrouw verzocht om de voorlopige hechtenis te schorsen.

    Het hof heeft beslist dat het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis moet worden afgewezen. De ernstige bezwaren en gronden waarop het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte berust zijn nog steeds aanwezig. Een van de gronden waarop het hof het voortduren van de voorlopige hechtenis van verdachte baseert is het  veroordelend vonnis. 

    Voorts heeft het hof beslist dat na afweging van alle betrokken belangen, het persoonlijk belang van de verdachte om onder voorwaarden zijn berechting voorlopig verder in vrijheid af te wachten zwaarder weegt dan het maatschappelijk en strafvorderlijk belang bij voortzetting van de voorlopige hechtenis.

    Het hof heeft de voorlopige hechtenis geschorst met ingang van heden, 15.00 uur tot 19 april 2023 te 09.30 uur.

    Verdachte O.P.

    De raadsman heeft een onderbouwd verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis gedaan.

    Het hof is van oordeel dat na afweging van alle betrokken belangen, het maatschappelijk en strafvorderlijk belang bij het voortduren van de voorlopige hechtenis van de verdachte zwaarder weegt dan zijn persoonlijke belang bij invrijheidstelling. Het hof betrekt bij deze belangenafweging enerzijds de ernst van de feiten en de aard van de gronden en anderzijds de gestelde persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

    De verdachte is niet veroordeeld voor een voltooid misdrijf maar voor de voorbereiding van misdrijven, zoals de raadsman heeft benadrukt. Maar daarbij ging het wel om het medeplegen van de voorbereiding van moord op drie personen. Liquidaties, waarmee Nederland in toenemende mate te maken heeft gekregen, schokken de rechtsorde ernstig en zorgen ook na geruime tijd nog voor maatschappelijke onrust. Het zou niet worden begrepen als de verdachte, na zijn veroordeling tot een langdurige gevangenisstraf voor het voorbereiden van dergelijke feiten, nu in vrijheid wordt gesteld. 

    Het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis zal daarom worden afgewezen.

  • Verdachte F.D.

    De raadsvrouw van verdachte heeft een onderbouwd verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis ingediend. Subsidiair verzoekt de raadsvrouw om de voorlopige hechtenis te schorsen.

    Het hof heeft beslist dat het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis moet worden afgewezen. De ernstige bezwaren en gronden waarop het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte berust zijn nog steeds aanwezig. Een van de gronden waarop het hof het voortduren van de voorlopige hechtenis van verdachte baseert is het  veroordelend vonnis.

    Het hof is van oordeel dat, na afweging van alle betrokken belangen, het persoonlijk belang van verdachte om onder voorwaarden zijn berechting voorlopig verder in vrijheid af te wachten zwaarder weegt dan het maatschappelijk en strafvorderlijk belang bij voortzetting van de voorlopige hechtenis.

    Het hof heeft de voorlopige hechtenis geschorst van 14 februari 2023 te 09.30 uur tot aan de inhoudelijke behandeling van zijn zaak, zulks onder de algemene voorwaarden.

    Verdachte C.G.R.

    De raadsman heeft een onderbouwd verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis gedaan. Voor het geval dat dit verzoek wordt afgewezen heeft de raadsman verzocht om de voorlopige hechtenis te schorsen.

    Het hof is van oordeel dat het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis moet worden afgewezen. De ernstige bezwaren en gronden waarop het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte berust zijn nog steeds aanwezig.

    Het hof is van oordeel dat het maatschappelijk belang bij het voortduren van de voorlopige hechtenis van de verdachte zwaarder weegt dan zijn persoonlijke belang bij invrijheidstelling. Het hof betrekt bij deze belangenafweging met name de aard van de gronden waarop de voorlopige hechtenis berust en het feit dat de verdachte - ondanks zijn relatief hoge leeftijd - van onderhavige feiten wordt verdacht. De medische beroepscommissie van de RSJ heeft geoordeeld dat het eind 2018/begin 2019 te lang heeft geduurd voordat de verdachte vanuit de Pl is doorverwezen naar de wondpolikliniek. Maar verder is niet gebleken, ook niet uit de door de raadsman per e-mailbericht van 6 februari 2023 overgelegde medische stukken, dat de medische zorg in het huis van bewaring onvoldoende is. Ook het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis zal daarom worden afgewezen.

    Verdachte R.S.

    De raadsman van verdachte heeft primair een onderbouwd verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis ingediend. Subsidiair verzoekt de raadsman om de voorlopige hechtenis te schorsen.

    Het hof is van oordeel dat het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis moet worden afgewezen. De ernstige bezwaren en gronden waarop het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte berust zijn nog steeds aanwezig. Eén van de gronden waarop het hof het voortduren van de voorlopige hechtenis van verdachte baseert is het veroordelend vonnis. Dat de raadsman een andere visie op de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde en op de strafwaardigheid daarvan aan het hof voorlegt vormt voor het hof geen reden om de voorlopige hechtenis op te heffen.

    Het hof is van oordeel dat het maatschappelijk belang bij het voortduren van de voorlopige hechtenis van de verdachte zwaarder weegt dan zijn persoonlijke belang bij invrijheidstelling. Het hof betrekt bij deze belangenafweging enerzijds de ernst van de feiten en de aard van de gronden en anderzijds de gestelde persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

    Het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis zal daarom eveneens worden afgewezen.

  • Verdachte P.S.

    De raadslieden hebben een onderbouwd verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis gedaan. Voor het geval dat dit verzoek wordt afgewezen hebben de raadslieden verzocht om de voorlopige hechtenis te schorsen. De raadslieden hebben ten slotte verzocht om, met het oog op een mogelijke schorsing, een onderzoek naar de haalbaarheid van elektronische controle te laten uitvoeren.

    Het hof heeft beslist dat de verdenking, de ernstige bezwaren en de grond van de geschokte rechtsorde ook nu nog bestaan. Daarom wordt het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen.

    Het hof heeft voorts beslist dat het maatschappelijk belang bij het voortduren van de voorlopige hechtenis van de verdachte zwaarder weegt dan zijn persoonlijke belang bij invrijheidstelling. Het hof betrekt bij deze belangenafweging enerzijds de ernst van de feiten en de aard van de gronden en anderzijds de gestelde persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

  • Verdachte F. D.

    Door de raadsvrouw is een verzoek tot opheffing dan wel schorsing van de voorlopige hechtenis gedaan.

    Het hof heeft beslist dat de ernstige bezwaren en gronden waarop het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte berust nog steeds aanwezig zijn.

    Voorts is het hof van oordeel dat na afweging van alle betrokken belangen, het persoonlijk belang van verdachte om onder voorwaarden zijn berechting voorlopig verder in vrijheid af te wachten zwaarder weegt dan het maatschappelijk en strafvorderlijk belang bij voortzetting van de voorlopige hechtenis.

    Het hof heeft de voorlopige hechtenis van verdachte geschorst van 22 december 2022 te 12.00 uur tot aan de regiezitting van 14 februari 2023 te 09.30 uur.

    Verdachte R. S.

    Door de raadsman is een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis gedaan, waarbij onder andere werd aangevoerd dat de rechtbank Midden-Nederland in een tweetal deelonderzoeken niet bevoegd zou zijn om kennis te nemen van die feiten.

    Naar het oordeel van het hof was de rechtbank Midden-Nederland wel bevoegd om van die feiten kennis te nemen en doet zich mede daarom niet een situatie als bedoeld in artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering voor. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat ernstige bezwaren onverkort aanwezig zijn, ook gezien het veroordelend vonnis dat mede aan de verlenging van de voorlopige hechtenis ten grondslag is gelegd – dat naar het oordeel van het hof niet als apert onjuist kan worden gekenschetst – wijst het hof het verzoek tot opheffing van het bevel voorlopige hechtenis af.

Agenda hoger beroep - onder voorbehoud van wijzigingen

DatumOmschrijving

19, 21, 26, 27, 28 september 2023

Getuigenverhoren (Justitieel Complex Schiphol)

3, 4, 5, 10, 11 oktober 2023

Getuigenverhoren (Justitieel Complex Schiphol)

12 oktober 2023

Reservedag getuigenverhoor (uitloopdag)
2 november 2023
Getuigenverhoor
27 november 2023
Getuigenverhoren (Justitieel Complex Schiphol)
28 november 2023
Reservedag getuigenverhoor
1 december 2023
Inhoudelijke behandeling zaak Waterspin
4 december 2023
Inhoudelijke behandeling zaken Amarone en Brunello
5 december 2023
Inhoudelijke behandeling zaak Goudvink
6 december 2023
Reservedag
7 december 2023
Inhoudelijke behandeling zaken Eend, Kraai, Spreeuw, Duif en Mus
8 december 2023
Reservedag 

12 december 2023

Pro-formazitting alle zaken
14 december 2023
Reservedag 

De zittingen zijn openbaar voor het publiek. Dit betekent dat u plaats kunt nemen in het publieke gedeelte om de zitting bij te wonen. In verband met de capaciteit van de zittingszaal vragen we zowel de schrijvende als de audiovisuele pers zich vooraf aan te melden door een mail te sturen naar communicatie.hof-arle@rechtspraak.nl. Doe dit uiterlijk 24 uur voor de zitting.

Ontwikkelingen in het hoger beroep (hof)

DatumOmschrijvingMeer informatie
april-juli 2023
Verschillende getuigenverhoren

31 maart 2023
Beslissingen op de onderzoekswensen
Nieuwsbericht
6 t/m 17 februari 2023Regiezittingen (Justitieel Complex Schiphol)
19 en 20 december 2022Pro-formazitting (via videoverbinding, locatie Arnhem)

Voorafgaande ontwikkelingen in eerste aanleg (rechtbank)

DatumOmschrijvingMeer informatie
7 juli 2022
Uitspraak in deelonderzoek Charon-II. Zie: nieuwsbericht
De volledige uitspraken:
ECLI:NL:RBMNE:2022:2667
ECLI:NL:RBMNE:2022:2668
5 juli 2022
Uitspraak. Zie: nieuwsbericht
De volledige uitspraken:
ECLI:NL:RBMNE:2022:2403
ECLI:NL:RBMNE:2022:2562
ECLI:NL:RBMNE:2022:2541
ECLI:NL:RBMNE:2022:2461
ECLI:NL:RBMNE:2022:2467
ECLI:NL:RBMNE:2022:2511
ECLI:NL:RBMNE:2022:2459
ECLI:NL:RBMNE:2022:2543
ECLI:NL:RBMNE:2022:2531
ECLI:NL:RBMNE:2022:2509
ECLI:NL:RBMNE:2022:2529
ECLI:NL:RBMNE:2022:2475
ECLI:NL:RBMNE:2022:2508
ECLI:NL:RBMNE:2022:2525
ECLI:NL:RBMNE:2022:2526
ECLI:NL:RBMNE:2022:2540
ECLI:NL:RBMNE:2022:2507
ECLI:NL:RBMNE:2022:2512
ECLI:NL:RBMNE:2022:2534
april-mei 2022
Inhoudelijke behandeling van Charon II

21 januari 2022Het Openbaar Ministerie heeft de strafeisen geformuleerd

10 september 2021
Verzoek tot opheffing voorlopige hechtenis en verzoek tot schorsing van de hechtenis, ingediend tijdens zitting op 9 september, worden afgewezen
Beslissing: 
ECLI:NL:RBMNE:2021:4394
30 augustus 2021
Start inhoudelijke behandeling in De Bunker
Voorafgaand: persbericht
27 augustus 2021Pro-formazitting in de zaak van 7 verdachten
10 juni 2021De beslissingen op de onderzoekswensen die op 31 mei en 1 juni zijn ingediend, zijn gepubliceerd
Beslissingen:
ECLI:NL:RBMNE:2021:2423
31 mei en 1 juni 2021
Pro-formazitting
15 en 16 maart 2021
Pro-formazitting
24 december 2020Beslissingen van de op de zitting van 17 en 18 december 2020 gedane verzoeken

Beslissingen: ECLI:NL:RBMNE:2020:5655

1 maart 2019 t/m 18 december 2020In totaal 12 pro-forma- en regiezittingen

november 2018Bekendmaking van de kroongetuige en aanhouding van de rechtszaak die handelt over een liquidatie in Breukelen in 2017

Persinformatie

Persvoorlichting gerechtshof Arnhem-Leeuwarden