Verdachte P.S.
Uitgangspunt van het hof bij de beoordeling van de namens de verdachte gedane verzoeken over de voorlopige hechtenis is – gelet op de aanwezige ernstige bezwaren en gronden – dat de verdachte in beginsel dient vast te zitten gedurende het hoger beroep en dat alleen in uitzonderlijke omstandigheden sprake kan zijn van een schorsing. De vraag is of die uitzonderlijke omstandigheden nog steeds aanwezig zijn.
Uit de namens de verdachte overgelegde stukken blijkt dat de situatie van verdachtes partner nog steeds zorgelijk is, maar minder zorgelijk dan enkele maanden terug. Ook de situatie van de kinderen lijkt op het eerste gezicht verbeterd, maar uit de rapportage van de reclassering blijkt dat Veilig Thuis de situatie van de kinderen wel zo zorgelijk acht dat de Raad voor de Kinderbescherming is ingeschakeld. De Raad voor de Kinderbescherming heeft nog ongeveer twee maanden nodig voor onderzoek naar de situatie. In dat onderzoek zal rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de verdachte weer vast komt te zitten.
Het hof heeft al eerder overwogen dat voor een schorsing voor onbepaalde tijd geen plaats is. Daarvoor zijn de feiten waarvoor de verdachte is veroordeeld te ernstig. De schorsing is uitdrukkelijk als tijdelijk bedoeld om de situatie in het gezin zoveel mogelijk te stabiliseren. Van de acute noodsituatie die aanleiding heeft gegeven voor de schorsing in mei 2023 is thans geen sprake meer. De Raad voor de Kinderbescherming is echter nog bezig met het onderzoeken van oplossingen, met name ook voor een situatie waarin verdachte weer vast komt te zitten. De raad heeft nog twee maanden nodig voor onderzoek. Uit de stukken blijkt dat de verdachte en zijn partner meewerken aan het onderzoek. Het hof wil thans dit onderzoek niet doorkruisen.
Het hof zal de schorsing van de voorlopige hechtenis daarom verlengen tot 5 december 2023 te 9.30 uur. Aan die schorsing worden weer dezelfde voorwaarden verbonden als ten tijde van de schorsing en de eerdere verlening daarvan. De verdachte heeft zich bereid verklaard zich aan die voorwaarden te houden.
Verdachte O.P.
De raadsman heeft een onderbouwd verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis gedaan.
Aangevoerd is dat er in de zaken waarvoor de verdachte is veroordeeld geen druppel bloed is gevloeid, er medeverdachten zijn waarbij de voorlopige hechtenis is geschorst en er geen sprake is van een ernstig geschokte rechtsorde. De slechte gezondheidstoestand van zijn moeder maakt dat verdachte een groot belang heeft bij schorsing.
De advocaten-generaal hebben zich gemotiveerd verzet tegen schorsing van de voorlopige hechtenis.
Het hof is van oordeel dat na afweging van alle betrokken belangen, het maatschappelijk en strafvorderlijk belang bij het voortduren van de voorlopige hechtenis van de verdachte zwaarder weegt dan zijn persoonlijke belang bij invrijheidstelling. Het hof betrekt bij deze belangenafweging enerzijds de ernst van de feiten en de aard van de gronden en anderzijds de gestelde persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De gevangenisstraf van veertien jaren is aan de verdachte in het vonnis van 5 juli 2022, dat mede de grondslag vormt van het bevel voorlopige hechtenis, opgelegd wegens ernstige strafbare feiten waaronder het medeplegen van voorbereiding van moord op in totaal drie personen. Het hof onderschat niet de gezondheidstoestand van de moeder van de verdachte – uit de overgelegde medische gegevens komt naar voren dat zij al lange tijd ernstig ziek is en dat zij lijkt te zijn uitbehandeld – maar die gezondheidstoestand is niet zodanig dat de voorlopige hechtenis direct geschorst dient te worden. Indien de gezondheidstoestand verder verslechtert kan de verdachte zich op grond van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting voor incidenteel verlof wenden tot de directeur van de penitentiaire inrichting of een nieuw verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis indienen.
Het verzoek wordt afgewezen.
Verdachte R.S.
De raadsman heeft ter terechtzitting een onderbouwd verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis gedaan.
De advocaten-generaal hebben zich gemotiveerd verzet tegen opheffing van de voorlopige hechtenis.
Het hof is van oordeel dat het verzoek moet worden afgewezen. Gelet op de huidige stand van het onderzoek zijn de ernstige bezwaren en gronden waarop het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte berust nog steeds aanwezig. Eén van de gronden waarop het hof het voortduren van de voorlopige hechtenis van de verdachte baseert is het veroordelend vonnis. De andere visie van de raadsman op de betrokkenheid van de verdachte bij het tenlastegelegde en op de strafwaardigheid daarvan, betekent voor het hof nog niet dat ernstige bezwaren in een of meer van de zaaksdossiers zijn komen te ontbreken en vormt voor het hof mede daarom geen reden om de voorlopige hechtenis op te heffen. Van het geval dat ernstig rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat aan de verdachte in geval van veroordeling geen onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel zal worden opgelegd, dan wel dat de verdachte bij tenuitvoerlegging van het bevel langere tijd van zijn vrijheid beroofd zou blijven dan de duur van de straf of maatregel, is geen sprake.
Het verzoek wordt afgewezen.