Laden...

Verzoek tot intrekking surseance van betaling

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksSchulden > Surseance van betaling > Verzoek tot intrekking surseance van betaling

De schuldeiser of de bewindvoerder kan de rechter vragen om intrekking van de surseance van betaling. Bijvoorbeeld als zij vinden dat de schuldenaar zich in een faillissementstoestand bevindt, zich niet aan de regels houdt of de schuldeisers benadeelt. De schuldenaar kan zich tegen het verzoek tot intrekking verweren.


 De verzoekschriftprocedure bestaat uit de volgende stappen:

>Alles uitklappen
  • Bent u schuldeiser? U kunt de verzoekschriftprocedure starten door de rechter een verzoekschrift te sturen. U bent de verzoeker. Het is verplicht om een advocaat in te schakelen.

    Inhoud verzoekschrift

    In het verzoekschrift moet in ieder geval staan:

    • uw voornamen (als u natuurlijk persoon bent), naam, adres en woon- of vestigingsplaats
    • naam, adres en woon- of vestigingsplaats van de schuldenaar
    • wat u vraagt en waarom (verzoek en gronden)
    • naam, adres en telefoonnummer van uw advocaat

    Bewijsstukken

    Maak kopieën van bewijsstukken die uw verhaal ondersteunen. Nummer deze en voeg ze bij. Bijvoorbeeld brieven of overeenkomsten. U kunt ook getuigen vragen hun verhaal op te schrijven (getuigenverklaring).

    Verzoekschrift opsturen

    Uw advocaat dateert en ondertekent het verzoekschrift. Hij dient het verzoekschrift, met bijlagen, in drievoud in bij de rechtbank die de surseance van betaling heeft verleend.

  • U krijgt als schuldeiser of schuldenaar een uitnodiging voor de mondelinge behandeling (zitting). Hierin staat wanneer (datum en tijdstip) en waar (locatie) de zitting plaatsvindt. De schuldenaar en bewindvoerder ontvangen bij de uitnodiging een kopie van het verzoekschrift met de bijlagen.

    Andere datum

    Schikt de datum en tijdstip u als schuldeiser of schuldenaar niet? Dan kunt u contact opnemen met uw advocaat. Uw advocaat kan verzoeken om een andere datum/tijdstip te bepalen.

  • Bent u de schuldenaar? En bent u het niet eens met het verzoek tot intrekking? U kunt tegen dit verzoek in verweer gaan en een verweerschrift indienen. In dit geval bent u de verweerder. Het is niet verplicht schriftelijk te reageren. U kunt uw reactie ook mondeling geven, tijdens de zitting.

    U kunt zich laten bijstaan door uw advocaat die namens u het verzoekschrift surseance van betaling heeft ingediend.

    Inhoud verweerschrift

    In het verweerschrift zet u in ieder geval:

    • uw voornamen (als u natuurlijk persoon met onderneming bent), naam, adres en woon- of vestigingsplaats
    • uw reactie op het verzoekschrift (met vermelding van het kenmerk), met argumenten

    Dateer en onderteken het verweerschrift.

    Bewijsstukken

    Maak kopieën van de stukken waarnaar u in het verweerschrift verwijst, nummer deze en voeg ze bij. Bijvoorbeeld overeenkomsten of schriftelijke getuigenverklaringen.

    Verweerschrift opsturen

    U stuurt het verweerschrift, met bijlagen, in drievoud naar de rechtbank. Het moet daar tijdig voor de zitting binnen zijn. Het adres staat in de oproep voor de zitting. U kunt de stukken ook afgeven bij de centrale balie van de rechtbank.

  • De zitting is niet openbaar.

    Aanwezigen

    Op de zitting dienen te verschijnen:

    • de schuldeiser en zijn advocaat
    • de schuldenaar, zijn advocaat en de bewindvoerder

    Als partijen niet verschijnen, zonder bericht, kan dit ertoe leiden dat de rechter in hun nadeel beslist.

    Mening

    De verzoeker, de schuldeiser, krijgt als eerste het woord. Hij licht zijn verzoek toe. Dan mag de verweerder, de schuldenaar, zijn reactie geven. Daarna komen schuldeiser en schuldenaar nog een keer aan de beurt. De rechter stelt ook vragen.

    Getuigen

    Tijdens deze zitting worden geen getuigen gehoord.

  • De rechter beoordeelt het verzoek van de schuldeiser. Er zijn 3 mogelijkheden.

    De rechter:

    • beslist tot het intrekken van de surseance van betaling en kan, in bepaalde gevallen, tegelijkertijd het faillissement van de schuldenaar uitspreken.
    • wijst het verzoek af en de surseance van betaling loopt door.
    • wijst het verzoek af en verbindt nieuwe voorwaarden aan de regeling.

    Bent u het als schuldeiser of schuldenaar niet eens met de beslissing van de rechtbank, dan kunt u in hoger beroep gaan bij het gerechtshof.


  • Als u het niet eens bent met de uitspraak van de rechter kunt u in hoger beroep.

    Hoger beroep

    In een hoger beroep legt u de uitspraak van de rechter voor aan het gerechtshof voor een nieuwe behandeling. Dit moet u binnen 8 dagen na de uitspraak doen. Een advocaat moet het hoger beroep instellen met een beroepschrift.

    Cassatie

    Bent u het daarna niet eens met de uitspraak van het gerechtshof, dan kunt u binnen 8 dagen in cassatie. Een cassatieberoep is een verzoek aan de Hoge Raad der Nederlanden om een eerdere uitspraak van een gerechtshof te vernietigen. Ook hiervoor heeft u een (cassatie)advocaat nodig.

Registratie en publicatie beëindiging surseance van betaling

De griffie van de rechtbank:

 

Kosten procedures surseance van betaling

Aan deze procedure zijn kosten verbonden. U betaalt de kosten voor de behandeling van uw zaak door de rechter: de griffierechten. Daarnaast betaalt u voor een advocaat.

Doorlooptijd procedures surseance van betaling

Het verzoek wordt zo spoedig mogelijk behandeld. Tijdens de zitting vertelt de rechter u wanneer u de beschikking krijgt toegestuurd. Doorgaans is dat binnen één of twee weken.

 

Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.