Laden...

Berechting van jonge verdachten

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksHome > Thema's > Berechting van jonge verdachten

Wanneer jeugd- of volwassenenstrafrecht?

Afbeelding toevoegen 

Kinderen tussen de 12 en 18 jaar die een strafbaar feit begaan, worden in beginsel berecht volgens het jeugdstrafrecht. Voor verdachten vanaf 18 jaar geldt in principe het volwassenenstrafrecht. De rechter kan hiervan afwijken, afhankelijk van de geestelijke ontwikkeling van verdachten.

Waarom is er jeugdstrafrecht?

Jongeren van 16 tot 23 jaar hebben een groot aandeel in de criminaliteit; zij zijn verantwoordelijk voor ongeveer 30 procent van alle delicten. Het is belangrijk om aan deze jongeren en jongvolwassenen een straf op te leggen en begeleiding te bieden die effectief is. Voor de jongere zelf, maar ook voor de samenleving. Voor de ene jongere is jeugddetentie het meest effectief, bij de ander werken een taakstraf, halt-straf (halt.nl) of gezinsbegeleiding beter.

Leeftijd en strafrecht

Ontwikkeling

Neurobiologisch onderzoek laat zien dat er een groot verschil is in de ontwikkeling van hersenen van jongeren. Zo kan een 20-jarige het geestelijk niveau hebben van een puber: bijvoorbeeld weinig zelfinzicht en sterk beïnvloedbaar. Een 17-jarige daarentegen kan juist al een volwassen besef hebben van zijn gedrag. Sommige hersenfuncties, zoals planning en flexibiliteit, zijn soms pas ver na de 18de verjaardag volledig ontwikkeld. Bij iedereen voltrekt zich dit proces in een ander tempo.

Jeugdstrafrecht voor volwassenen

Rechters proberen zoveel mogelijk aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau van verdachten als ze in de leeftijdsgroep van 16 tot 23 jaar zitten. De rechter kan er daarom voor kiezen om verdachten van 18 tot 23 jaar te straffen volgens het jeugdstrafrecht. Vanaf 23 jaar geldt altijd het strafrecht voor volwassenen.

Volwassenenstrafrecht voor jeugdigen

Als verdachten 16 of 17 jaar zijn, kan de rechter besluiten om het volwassenenstrafrecht toe te passen. Dit kan hij bijvoorbeeld doen omdat een jeugdstraf niet past bij hun geestelijke ontwikkeling en/of een misdrijf te ernstig wordt gevonden voor het opleggen van een jeugdstraf. Verdachten jonger dan 16 jaar worden altijd volgens het jeugdstrafrecht berecht.

Wat is er anders bij jeugdrechtspraak?

Kinderrechter Susanne Tempel legt uit wat er anders is bij een zaak van een jeugdige verdachte. Waarom berechten we soms volwassenen tussen de 18-23 jaar als minderjarigen? En waarom straffen we jongeren eigenlijk?

Maximimumstraffen in jeugdstrafrecht

De maximale vrijheidsstraf die een rechter in het jeugdstrafrecht kan opleggen bij kinderen van 14 en 15 is 1 jaar. Bij kinderen van 16 en 17 is dit 2 jaar. 

De rechter kan onder jeugdstrafrecht ook de maatregel 'plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel, ook wel jeugd-tbs genoemd) opleggen. De PIJ-maatregel kan 7 jaar duren. In uitzonderlijke gevallen kan de PIJ-maatregel worden omgezet in een tbs-maatregel (zie ook: tbs).

 Veelgestelde vragen

>Alles uitklappen
  • Uiteindelijk beslist de rechter dit. Een belangrijke rol is in eerste instantie weggelegd voor het Openbaar Ministerie (OM). Het OM kan aangeven of het van mening is of een zaak in aanmerking komt voor toepassing van het jeugdstrafrecht. Onder meer de Raad voor de Kinderbescherming en de reclassering kunnen om advies worden gevraagd. De officier van justitie kan, net zoals later de rechter, bovendien een rapportage over de persoonlijkheid van de jongere aanvragen. De advocaat van de verdachte kan op de zitting pleiten voor toepassing van het jeugdstrafrecht.
  • Wanneer de officier van justitie van mening is dat een verdachte (tot 23 jaar) in aanmerking komt voor toepassing van het jeugdstrafrecht, kan deze verdachte tijdens zijn voorarrest geplaatst worden in een justitiële jeugdinrichting in plaats van in een gevangenis. De officier van justitie laat zich adviseren, bijvoorbeeld door de reclassering en door de Raad voor de Kinderbescherming. De beslissing om het jeugdstrafrecht wel of niet toe te passen is aan de rechter. 

    In een justitiële jeugdinrichting worden jongeren intensief behandeld. Ze leren bijvoorbeeld omgaan met kwaadheid, lastige morele keuzes en hoe ze zich sociaal vaardig kunnen gedragen. Daarnaast gaan ze naar school of volgen ze een stage. Dit kan ook buiten de jeugdinrichting zijn, betrokkenen zijn dan alleen buiten school- of stage-uren om in de inrichting. De jongeren moeten daarbij voldoen aan strikte voorwaarden. 

    Naast de strafrechter kan ook de kantonrechter zich buigen over een zaak van een jeugdige verdachte. De kantonrechter beslist over lichte strafbare feiten. Denk dan bijvoorbeeld aan te hard rijden, wildplassen en vandalisme.

  • Verschillende wetenschappelijke studies tonen aan dat een vermindering van kans op herhaling (recidive) vaker voorkomt bij projecten met delinquenten die gericht zijn op resocialisatie in plaats van op afschrikking. Specifiek bij jonge daders zijn er meer mogelijkheden om iemands leven en gedrag nog te beïnvloeden.

  • Ja, dat is mogelijk. De vraag is hoe vaak dit in de praktijk zal voorkomen, gezien bijvoorbeeld de kleinere kans dat een jonge verdachte eerder zwaardere delicten heeft gepleegd, een factor die een strafverzwarend effect heeft. Maar wettelijk kan een 16- of 17-jarige die volgens het volwassenenstrafrecht berecht wordt, alle straffen en maatregelen die hierbinnen gelden, opgelegd krijgen.

 


Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.