Als een erfgenaam is
overleden, onwaardig is, is onterfd of de erfenis heeft verworpen, neemt iemand
anders zijn of haar plaats in. Dit heet plaatsvervulling. Alleen een kind van de
erfgenaam kan de plaats innemen. Volgens de wet kan met plaatsvervulling worden
doorgaan tot in de zesde graad van de overledene (familieleden die zes
generaties van de overledene verwijderd zijn, zoals achterachterneven en
-nichten).