De rechtbank nodigt het kind na ontvangst van de brief meestal uit voor een gesprek met de rechter. Alleen als meteen duidelijk is dat de rechter geen beslissing kan nemen over de vraag, volgt er geen gesprek. Bijvoorbeeld als het kind aan de rechter vraagt om zakgeldverhoging. Uw kind ontvangt dan een brief met uitleg waarom de rechter geen beslissing kan nemen over de vraag.

Tijdens het gesprek probeert de rechter duidelijk te krijgen wat het probleem van het kind is. En waarom het kind met zijn vraag naar de rechter gaat. De griffier maakt aantekeningen van het gesprek. De rechter praat ook met het kind over welke dingen u als ouder mag weten van hun gesprek. 

Meer informatie over het kindgesprek

Na het gesprek

De rechter oordeelt na het gesprek hoe het verder gaat:

• de rechter vindt een beslissing over de vraag niet nodig.
  De rechter stuurt het kind dan een brief om dat uit te leggen.
• de rechter weet het nog niet.
  Dan nodigt de rechter belanghebbenden uit voor een zitting. U bent als ouders meestal belanghebbende.

Als er al een procedure loopt

Heeft u als ouder(s) al een verzoek ingediend over hetzelfde onderwerp als de brief van het kind? Dan kan de rechter de vraag van het kind meenemen in de procedure die al loopt.

De rechtbank stuurt een oproep voor de zitting aan:

• U als ouders. In de oproep staat wat uw kind aan de rechter heeft gevraagd. Ook leest u dat u een advocaat kunt meenemen naar de zitting.
• De Raad voor de Kinderbescherming
• Eventuele andere belanghebbenden, zoals een jeugdbeschermer (gezinsvoogd bij een ondertoezichtstelling).

De brief van het kind en de aantekeningen van het kindgesprek ontvangt u niet. 

Goed om te weten

Roept de rechter u op voor een zitting? Dan gelden vanaf dat moment de procedureregels van de verzoekschriftprocedure. U vindt deze procedureregels in het procesreglement Gezag en Omgang (pdf, 1 MB).

Documenten opsturen

U kunt zelf van tevoren documenten naar de rechter sturen. De rechter kan deze documenten alleen meenemen bij het nemen van de beslissing als u ze naar alle belanghebbenden heeft gestuurd. De rechtbank moet de documenten uiterlijk drie werkdagen voor de zitting hebben ontvangen.

Wilt u een verweerschrift (met zelfstandige verzoeken) indienen? Dan heeft u een advocaat nodig (zie pagina Juridisch advies).

Tijdens de zitting bespreekt de rechter met de mensen die er zijn wat het kind graag zou willen. Het kind zelf is niet bij de zitting aanwezig. U kunt als ouder(s) besluiten het verzoek van het kind 'over te nemen'. Dit betekent dat u zelf een verzoek doet dat aansluit bij de wens van het kind. Een advocaat moet dat verzoek indienen (zie uitleg over het indienen van een verzoekschrift).

Na de zitting beslist de rechter hoe het verder gaat. De rechter doet meestal binnen 4 weken na de zitting schriftelijk uitspraak. De uitspraak (beschikking) ontvangt u bij een brief via uw advocaat, of thuis als u geen advocaat heeft. De uitspraak kan zijn:

• een einduitspraak. Bijvoorbeeld een uitspraak waarin de rechter de zorgregeling wijzigt. In de uitspraak kan ook staan dat de rechter geen inhoudelijke beslissing neemt. Bijvoorbeeld als de rechter vindt dat de zorgregeling hetzelfde moet blijven.
• een tussenuitspraak. Dan neemt de rechter nog geen eindbeslissing maar: 
• beslist de rechter dat er eerst een onderzoek komt (bijvoorbeeld door de Raad voor de Kinderbescherming), of
• neemt de rechter een tijdelijke beslissing, zoals een voorlopige omgangsregeling, of
  
• benoemt de rechter eerst een bijzondere curator voor het kind.

In de tussenuitspraak staat hoe de procedure verdergaat.

Het kind ontvangt geen beschikking, maar krijgt een brief van de rechter met uitleg over de beslissing. De tekst van deze brief staat in de beschikking. Zodat u weet welke informatie uw kind heeft ontvangen.

Bent u het niet eens met de einduitspraak van de rechter? Dan kunt u naar een hogere rechter gaan die de zaak opnieuw behandelt (hoger beroep). U heeft daar 3 maanden de tijd voor.