Bij non-actiefstelling (schorsing) legt een werkgever aan de werknemer een (tijdelijk) verbod op om zijn werkzaamheden uit te voeren. Bijvoorbeeld omdat de werkgever onderzoek wil doen naar mogelijke misdragingen van de werknemer. Of vanwege een onhoudbare situatie op de werkvloer. De werkgever moet de reden en de duur van de schorsing schriftelijk aan de werknemer laten weten.