Laden...

Non-actiefstelling

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksHome > Onderwerpen > Non-actiefstelling

Non-actiefstelling (of schorsing) is een maatregel waarbij de werkgever u als werknemer (tijdelijk) verbiedt om te werken. Bijvoorbeeld bij vermoeden van ernstige misdragingen of vanwege veranderingen in de organisatie. Welke juridische stappen kunt u ondernemen als u het niet eens bent met de non-actiefstelling? En wanneer kunt u naar de rechter?

Inhoud



Wat is op non-actiefstelling (schorsing)?

Bij een op non-actiefstelling (schorsing) legt een werkgever aan de werknemer een (tijdelijk) verbod op om zijn werkzaamheden uit te voeren. Bijvoorbeeld omdat: 

  • de werkgever onderzoek wil doen naar mogelijke misdragingen van de werknemer 
  • er sprake is van een onhoudbare situatie op de werkvloer 
  • de arbeidsrelatie verstoord is 
  • de functie (bijvoorbeeld wegens een reorganisatie) vervalt, in dat geval wordt de werknemer vrijgesteld van werkzaamheden
     
De werkgever moet de reden van de schorsing schriftelijk aan de werknemer laten weten. 

 

Op non-actief gezet, wat nu?

Omdat een op non-actiefstelling (schorsing) vaak leidt tot ontslag is het van belang dat u de juiste stappen onderneemt. 

Bent u het niet eens met de op non-actiefstelling? Maak dan direct schriftelijk bezwaar bij uw werkgever. Schrijf een brief aan uw werkgever waarin u:

  • protesteert tegen de op non-actiefstelling 
  • laat weten dat u beschikbaar blijft om aan het werk te gaan 
  • verzoekt om doorbetaling van uw loon

Naar de rechter

Kort geding

Weigert uw werkgever om de schorsing op te heffen, ook na uw schriftelijke bezwaar? Dan kunt u naar de kantonrechter stappen om een kort geding (spoedprocedure) te starten. Want u wilt graag snel uitsluitsel. 

Als u en/of uw werkgever het kortgedingvonnis niet accepteren, gaat u in hoger beroep

Bodemprocedure

In een bodemprocedure kunt u de rechter vragen om een definitief oordeel (na het voorlopige oordeel in de kort geding procedure) te geven over de kwestie die tot de non-actiefstelling heeft geleid. Bijvoorbeeld: heeft een misdraging wel echt plaatsgevonden? 

Bent u het niet eens met de uitspraak in de bodemprocedure? Ook dan kunt u in hoger beroep.

 

 Goed om te weten over non-actiefstelling en schorsing

>Alles uitklappen
  • De werkgever moet gegronde redenen hebben om een werknemer te schorsen of op non-actief te stellen. Er moet sprake zijn van ‘goed werkgeverschap’: de werkgever moet zich gedragen zoals een goed werkgever dat hoort te doen. Alle relevante omstandigheden van het geval wegen mee in de beoordeling of een op non-actiefstelling of schorsing is toegestaan. 

    Sommige cao’s, rechtspositieregelingen of arbeidsovereenkomsten maken onderscheid tussen schorsing en op non-actiefstelling. Verder zijn er bepalingen in opgenomen, die beschrijven op welke gronden, voor welke duur en op welke manier schorsing als disciplinaire maatregel kan plaatsvinden.

  • Bij een op non-actiefstelling of schorsing is de werknemer (nog) niet ontslagen, dus de arbeidsovereenkomst blijft van kracht. 

    De werknemer houdt dan ook recht op loon, ook al werkt hij niet. Non-actiefstelling of schorsing ligt in de risicosfeer van de werkgever, ook als de werkgever gegronde redenen had om de werknemer te schorsen of op non-actief te stellen en als de schorsing of op non-actiefstelling aan de werknemer zelf is te wijten.

  • Er is juridisch geen termijn bepaald hoe lang een op non-actiefstelling of schorsing mag duren. Soms staat in de van toepassing zijnde cao hoe lang een non-actiefstelling of schorsing maximaal mag duren. 

    Meestal duurt de schorsing niet langer dan 2 of 3 weken voordat één van de partijen, de werkgever of de werknemer, verdere actie onderneemt. Dat kan bijvoorbeeld zijn een ontslag door de werkgever. Of de werknemer start een kort geding om de op non-actiefstelling of schorsing op te heffen en weer aan het werk te gaan.

Mediator in plaats van rechter? 

Bij mediation naast rechtspraak lossen partijen samen hun conflicten op. Dat doen ze via bemiddeling door een onafhankelijke derde, de mediator. Zo kunt u uw arbeidsconflict misschien bijleggen en hoeft u niet (meer) naar de rechter. Ook als u al naar de rechter bent gestapt, kunt u nog kiezen voor mediation.

 

 




 

Juridisch advies

Een advocaat of andere juridisch adviseur kan u adviseren over uw situatie, documenten voor u maken en het woord doen tijdens een zitting bijvoorbeeld.

Rechters en anderen bij de Rechtspraak zijn onpartijdig en onafhankelijk. Zij kunnen u informeren, maar niet adviseren.

 

 

Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.