Familie- en jeugdrechter Cees van Leuven zet zich in voor kinderen bij complexe echtscheidingen. Hij zoekt telkens nieuwe methodes om verbitterde ouders weer on speaking terms te krijgen, zodat zij elkaar en hun kinderen niet langer beschadigen. Wat goed werkt, deelt hij via cursussen en pilots met vakgenoten, advocaten en psychologen. Die pioniersrol leverde hem vorig jaar een lintje op.
Familie- en jeugdrechter Cees van Leuven [foto's: Serge Ligtenberg] Van Leuven begon als advocaat-stagiaire en werd betrokken bij het faillissement van de Tilburgse hypotheekbank. ‘Ik ben 7 jaar met de afwikkeling bezig geweest, kreeg met de hele notaris- en onroerendgoedwereld te maken, ontzettend spannend.’ Maar toen hij in 1989 door het Advocatenblad bladerde, trok iets heel anders zijn aandacht: de aankondiging van een mediationopleiding, alleen voor familie- en jeugdrechtadvocaten. ‘Ik werd er telkens naartoe gezogen. Het idee dat je mensen met een juridisch conflict bij elkaar kunt brengen, trok me heel erg aan. Ik ben familiezaken gaan doen om die opleiding te kunnen volgen. Nooit spijt van gehad.’
Drive
Zelf maakte hij als kind geen scheiding mee, maar dat zou misschien wel beter zijn geweest; zijn ouders hadden geen goed huwelijk. ‘Ze werden aan elkaar gekoppeld, maar het was geen gelukkige combinatie. Mijn moeder was een heel leuk mens, zij hield van gezelschap en uitgaan. Vader zat het liefst thuis en dronk te veel. Hij was de zoon van een succesvol ondernemer, een ontzettend dominante man. Daar leed hij onder, hij was zelf heel zachtaardig. Het is hem nooit gelukt autonomie in het leven te vinden.
Omdat hij elke avond stomdronken werd, zocht mijn moeder haar geluk buiten het huwelijk. Zelf heb ik jaren op een internaat gezeten om de sfeer thuis te ontvluchten. Er werd bij ons niet geslagen of iets dergelijks, maar als kind voel je voortdurend dat je ouders niet gelukkig zijn, dat geeft veel spanning. Mijn drive om er te zijn voor ouders en kinderen komt daarvandaan.’
Strijd
Van Leuven werkte 13 jaar als mediator en trad ook op als plaatsvervangend rechter. In 2003 werd hij definitief raadsheer (rechter in hoger beroep) bij het hof in Den Haag en later Den Bosch. ‘Ik heb toen een opleiding professionele communicatie gedaan en ben me helemaal gaan richten op gespreksvaardigheden van rechters.’
Van de echtparen die willen scheiden, lost 60 procent dat op via een schriftelijke procedure. De overige 40 procent wordt het onderling niet eens en stapt naar de rechter. ‘De helft van die zaken zijn complexe scheidingen’, zegt Van Leuven. ‘Ik zie het wekelijks in de rechtszaal: ouders die maar blijven procederen over geld of de omgang met de kinderen. Eigenlijk gaat dat over andere dingen: gekwetste gevoelens, angst, boosheid. Zolang die niet worden benoemd, los je niets op en verhardt het alleen maar. Dat is funest voor kinderen, die van nature loyaal zijn aan beide ouders. Zij worden vaak inzet van de strijd en voelen dat ze bij de ene ouder niet mogen uiten dat ze ook van de ander houden.
Soms loopt het zo uit de hand dat ik het liefst een psychiater zou inschakelen: moeder ontwikkelt een angststoornis en beschuldigt vader van incest. Vader mag zijn kind niet zien en wordt ineens gewelddadig. Die voortdurende strijd om de macht en om slachtofferschap zou je zo snel mogelijk moeten doorbreken.’
Mediator in de rechtszaal
Om escalatie te voorkomen, zet hij zijn communicatie-ervaring in: hij geeft ouders niet de kans om elkaar oeverloos te beschuldigen in de rechtszaal, maar laat ze om beurten alles op tafel leggen wat er dwarszit. Dat geeft inzicht en biedt de rechter de kans om de koers te verleggen. ‘Bijvoorbeeld door te zeggen: “U bent boos en verdrietig. Wat zou u liever voelen? En wat is er nodig om dat te bereiken?” Daarmee geef je de regie terug aan de ouders, waar die hoort. Doordat hun gevoelens zijn erkend, kunnen ze vaak weer samen aan een oplossing werken. Lukt dat op onderdelen niet, dan hak ik de knoop door.’
Voor exen die de loopgraven echt niet willen verlaten, bedacht hij de schottenaanpak. Een soort wapenstilstand waardoor iedereen tot rust komt. ‘Dan wordt een denkbeeldig schot tussen de ouders geplaatst en mogen ze een periode geen contact met elkaar hebben. Ook niet via de kinderen, die zelf wel naar vader en moeder mogen. Dat geeft de kinderen rust en het gaat daarna ook vaak beter tussen de ouders.’
Gezinsadvocaat
Waarom verlopen scheidingen eigenlijk zoveel moeilijker dan pakweg 30 jaar geleden? ‘Dat lijkt maar zo’, zegt Van Leuven. ‘Vroeger kreeg 1 ouder het gezag over de kinderen. De ander – meestal de vader – had niets meer te vertellen. Dat waren ook drama’s hoor. In 1998 voerde de regering gedeeld ouderschap in. Prima, maar daar moet je ouders wel in begeleiden. Daar zijn wij nu mee bezig.’
Momenteel begeleidt hij bij de rechtbank in Breda zijn laatste pilot: de gezinsadvocaat. ‘Het klassieke model van 2 advocaten die voor verschillende belangen opkomen, willen we vervangen door 1 advocaat voor het hele gezin. Die onderzoekt met een gedragskundige wat ieder gezinslid nodig heeft om verder te gaan en legt waar nodig contact met hulpverleners. Die combinatie van recht en zorg werkt heel goed. Ouders escaleren daardoor minder en zijn bereid iets in te leveren voor de anderen.’
Stem van het kind
Als beginnend mediator sprak hij op verzoek van een scheidende moeder ook met haar kinderen. Dat gebeurde destijds nooit; scheiden was een zaak van volwassenen. Het resultaat verraste hem: ‘Het jongste kind leefde gewoon door, maar het oudste meisje kon alleen maar huilen. Niemand wist dat zij het zo moeilijk had. Als je daar niets mee doet, kunnen kinderen schade voor het leven oplopen.’ Tegenwoordig nodigen rechters kinderen vanaf 12 jaar altijd uit voor een gesprek. Dat is belangrijker dan ooit nu de jeugdzorg zo overbelast is, vindt Van Leuven. ‘Laatst had ik een zaak met ouders die hun toevlucht hadden gezocht in drugs. De kinderen waren uit huis geplaatst. Dat dreigde definitief te worden. Hulpverleners wisten niet dat het oudste kind inmiddels weer regelmatig bij haar vader kwam, met wie het veel beter ging. Dat gebeurt steeds vaker - voordat je het weet wordt een kind een jaar lang niet gezien en raken ouders hun kinderen definitief kwijt. Daarom moeten wij als rechters echt de vinger aan de pols houden. Een klein lichtpuntje kan het begin van een andere route inluiden.’