Laden...

​Familie- en jeugdrechter Elvira Devis

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksThema's > 100 jaar kinderrechter > ​Familie- en jeugdrechter Elvira Devis

Familie- en jeugdrechter Elvira Devis

Elvira Devis krijgt als familie- en jeugdrechter in Amsterdam dagelijks forse problemen voorgeschoteld: verwaarloosde kinderen die opgroeien in armoede, jongeren die in de zware misdaad belanden, complexe scheidingen waarbij kinderen inzet zijn van een voortdurende strijd tussen hun ouders. En dan hebben die ouders ook nog te vaak het gevoel dat ze niet worden gehoord, blijkt uit een landelijke reflectie van de jeugdrechters.

Familie- en jeugdrechter Elvira Devis Familie- en jeugdrechter Elvira Devis [foto's: Bas Kijzers]

Devis weet wat het is om niet gehoord te worden. Ze werd als 13-jarig meisje uitgenodigd voor een kindgesprek omdat haar ouders gingen scheiden. Rechters willen dan van de kinderen horen hoe zij erover denken voordat een beslissing valt over een omgangsregeling. Voor de jonge Elvira was de scheiding geen drama. ‘Eerlijk gezegd ging bij mij de vlag uit’, zegt ze. ‘Mijn ouders maakten altijd ruzie. Hun relatie is daarna veel beter geworden.’
Ze had echt zin in het gesprek. ‘Recht interesseerde me en nu kon ik naar de rechtbank - leuk!’ Het werd een teleurstelling. ‘De rechter kwam totaal ongeïnteresseerd over. Hij keek mijn zus en mij nauwelijks aan en zat wat door papieren te bladeren. “Ik zie hier dat co-ouderschap is afgesproken, weten jullie dat?” Wij zeiden maar ‘ja’, en dat was het dan. We hadden geen idee waar dat co-ouderschap vandaan kwam, wilden gewoon bij onze moeder blijven wonen. Zo ging het ook in de praktijk. We zagen mijn vader op school – daar gaf hij les – en logeerden bij hem als we dat zelf wilden. Dat ging prima.’
Of toen de kiem is gelegd voor haar loopbaan als jeugdrechter, weet ze niet. ‘Ik vind kinderen gewoon heel leuk en vind het fijn om te proberen complexe situaties voor jongeren wat minder moeilijk te maken.’ Dat ouders en kinderen daarbij hun verhaal kunnen doen, vindt ze heel belangrijk. ‘Ouders krijgen als eerste het woord op de zitting; kinderen worden apart gehoord.’

Een veilig thuis

Ze begon als strafrechter in Alkmaar. Het was wel even wennen toen ze acht jaar geleden overstapte van strafzaken, met hun vaste structuur, naar het lossere familie- en jeugdrecht. ‘In het begin wist ik niet wat ik meemaakte. Beschuldigingen vlogen over en weer, iedereen praatte door elkaar heen, ik probeerde daar greep op te krijgen en was aan het einde van de dag uitgeput. Tegenwoordig zeg ik bij tegenstrijdige verhalen: “Ik was er niet bij, maar het kan niet allebei waar zijn. De vraag is nu: hoe gaan we verder?” Daar gaat het namelijk om: zorgen dat de kinderen een veilig thuis krijgen. Bespreken wie wat verkeerd heeft gedaan, is dan soms minder relevant. Ouders die huiselijk geweld hebben meegemaakt of door de toeslagenaffaire in de schulden zijn geraakt, begrijpen vaak niet dat ik daar niet induik. Ik kan me voorstellen dat ze dit ervaren als niet gehoord worden. Maar ik kan kinderen niet in een onveilige situatie laten zitten omdat hun ouders onrecht is aangedaan. Het helpt als je dat uitlegt en erkent dat het moeilijk is. Mensen zijn dan eerder bereid hulp te aanvaarden.’

Dramatisch

Met de overstap naar Amsterdam in 2017 kreeg ze zwaardere dossiers op haar bureau. ‘We zien hier in mijn beleving meer persoonlijkheidsstoornissen, meer geweld, heel veel stress door problemen met huisvesting. En ook meer wantrouwen richting overheid, waaronder de Rechtspraak. De wachtlijsten in de jeugdhulp zijn dramatisch, daarom houden wij tegenwoordig veel meer de vinger aan de pols. Als we een ondertoezichtstelling uitspreken, moet er wel meteen hulp worden geboden. We zijn kritischer – welke hulp wordt er ingezet, wanneer? – en geven machtigingen voor kortere tijd om dat te volgen.’
Ze vertelt over een jongen die in een gesloten jeugdinrichting was geplaatst en erg achteruitging. ‘Hij werd steeds agressiever, iedereen was het erover eens dat hij daar weg moest. Toch werd mij gevraagd opnieuw een machtiging te geven; hij kon niet naar een andere instelling omdat de financiering niet rondkwam. Dat heb ik geweigerd. Dan maar terug naar zijn moeder. Toen kon het ineens toch worden geregeld! Jeugdbeschermers zijn van goede wil, maar het systeem is zó ingewikkeld geworden. Het zou beter zijn om complexe jeugdzorg landelijk te regelen.’

Verslaafde baby

Familie- en jeugdrechter Elvira Devis

Geen zitting is hetzelfde, ze wordt regelmatig verrast. Bijvoorbeeld in de zaak over een verslaafde baby. ‘Ik las in het dossier dat een vrouw om abortus had gevraagd, maar te laat was. Haar baby werd een dag later kneiterverslaafd geboren en moest afkicken. Ik had daar meteen een beeld bij: straks komen er junkies binnen die nooit voor dit kind gaan zorgen. En toen liepen twee studenten de zaal in, heel jong nog, ontzettend verdrietig en schuldbewust. Ik hoorde dat de baby een doodstrijd leverde, voortdurend krijste, vaak verstijfde. Het enige wat hielp was huid-op-huidcontact met de moeder, dus zat zij uren achter elkaar trouw te buidelen. Hoe het met deze baby is afgelopen weet ik jammer genoeg niet, maar die dag hield niemand het droog in de zaal. Ook ik moest me even terugtrekken.’
Aan de andere kant zijn er de jeugdstrafzaken: geweld tussen minderjarigen, tieners die mensen beroven op straat of liquidaties plegen voor geld. En zich daarna in de rechtszaal beroepen op hun zwijgrecht. ‘Ontzettend frustrerend’, zegt Devis. ‘Maar ik begrijp het wel. Anders is zo’n jongen zelf de volgende.’ Ze drukt zulke verdachten op het hart om wel met hun behandelaars te praten. ‘Want je raakt zelf ook getraumatiseerd door het plegen van zo’n ernstig misdrijf.’

Geen rotjongens

Die heftige dossiers hebben haar wat banger gemaakt (‘mijn dochters worden gek van mij’), maar haar positieve mensbeeld is er niet door aangetast. ‘Ik denk nooit: wat een rotjongen. Als je meer hoort over iemands persoonlijke omstandigheden blijkt het een gewone tiener te zijn. Maar vaak wel opgegroeid in een gezin zonder geld, soms verstandelijk beperkt, bij ouders die de weg niet kennen in deze complexe samenleving.’
Ze hecht veel waarde aan onderwijs. ‘Een opleiding kan voorkomen dat jongeren in de misdaad belanden. En als dat toch gebeurt, stappen ze er makkelijker uit omdat ze iets hebben om op terug te vallen.’ Haar eigen vader groeide straatarm op in Suriname, maar kreeg de kans hulponderwijzer te worden en werkte zich op tot docent in Nederland. ‘Zulke kansen moet je wel krijgen. Voor veel mensen is dat niet weggelegd. Het maakt zoveel uit waar je wieg heeft gestaan. Dat kan veel verpesten, maar je kunt dat ook deels weer rechttrekken. Dat maakt het jeugdrecht zo mooi.’


Kinderrechters over hun vak

 

Familie- en jeugdrechter Elvira Devis

‘Ik kan kinderen niet in een onveilige situatie laten zitten omdat hun ouders onrecht is aangedaan.’

Interview

 

Familie- en jeugdrechter Cees van Leuven

‘Een klein lichtpuntje kan het begin van een andere route inluiden.’

Interview

 

Jeugdstrafrechter Mark Rietveld

‘Vaak denk ik: ik ben blij dat ik niet met jou hoef te ruilen.’

Interview

 

Kinderrechter Amanda de Nijs

'Aan meningen heb ik niks, ik wil feiten zien.'

Interview

 

Kinderrechter Jans Olthof

Gelooft in snel ingrijpen als jongeren dreigen te ontsporen.

Interview

 
 

Kinderrechter Sonja de Pauw

Ze begon 40 jaar geleden als kinderrechter en zag alles veranderen.

Interview

Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.