Laden...

Jeugdstrafrechter Mark Rietveld

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksThema's > 100 jaar kinderrechter > Jeugdstrafrechter Mark Rietveld

Jeugdstrafrechter Mark Rietveld

Jeugdstrafrechter Mark Rietveld ziet veel jongeren met een berg problemen. ‘Vaak is hun leven al van jongs af aan zo’n tranendal, dat ik denk: poeh, ik ben blij dat ik niet met jou hoef te ruilen.’

Kinderrechter Sonja de PauwKinderrechter Mark Rietveld [foto's: Serge Ligtenberg]

Kinderen kunnen in verschillende situaties met een rechter te maken krijgen. Als hun ouders scheiden, stelt de familierechter de kinderalimentatie vast en beslist over omgang en ouderlijk gezag. Gaat het thuis niet goed, dan kan de kinderrechter een machtiging geven tot ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing. En over strafbare feiten van minderjarigen oordeelt de jeugdstrafrechter. Zoals Mark Rietveld van de rechtbank Gelderland. Hij werkte als as psycholoog bij een onderzoeksbureau voor veiligheidsbeleid toen hij ontdekte dat hij zelf in die sector wilde werken, en ging weer aan de studie. In 2009 werd hij civiele handelsrechter (die vooral zakelijke conflicten behandelt) en 7 jaar later kinderrechter. ‘Tot voor kort deed ik alle soorten zaken met minderjarigen, nu vrijwel alleen nog jeugdstrafzaken.’

95 autospiegels

Het verschil met volwassen strafzaken is groot. ‘In grootschalige drugshandel kom je bijna geen jongeren tegen. Het gros van de jeugdzaken gaat over geweld, overvallen en zeden. Groepsgeweld komt heel veel voor, en impulsieve dingen: jongens stoken voor de lol een fikkie en de hele school brandt af. Laatst had een jongen in 1 nacht spiegels van 95 auto’s geschopt. We hadden de grootste moeite om ruimte te maken voor alle benadeelde partijen.’ Ook overvallen worden vaak in een opwelling gepleegd, vertelt Rietveld: ‘Jongeren willen geld hebben en besluiten plotseling iemand op straat te beroven of de snackbar met een mes te overvallen.’
Een sterke toename van zware jeugdcriminaliteit ziet hij nog niet. ‘Wij zitten in de provincie, daar komt alles wat later. Hier heb je geen drillrappers die elkaar gewapend te lijf gaan of 12-jarigen in de zware misdaad. Maar bij de grote afpersingszaak rond een fruitbedrijf in Hedel, waarbij tientallen mensen slachtoffer werden van aanslagen op hun woningen, was wel een minderjarige betrokken. Heel heftig.’

Pedojagen

Een andere kwestie die grote ophef veroorzaakte was het pedojagen, dat in coronatijd veel voorkwam. Groepjes jongeren spraken via datingsites af met mannen van wie ze dachten dat zij pedofiel waren en sloegen hen in elkaar. Een man overleefde dat niet. ‘Het is heel erg uit de hand gelopen, dat kan in zo’n groepje snel gebeuren. De één duwt, de ander schopt en ineens ligt iemand roerloos op de grond.’
De verdachten kwamen uit keurige gezinnen. ‘Dat is geen uitzondering. Maar vaker zie ik kinderen met hechtingsstoornissen, totaal verwaarloosd, opgegroeid bij een moeder met psychische problemen of een verslaafde en misbruikende vader. Kinderen die uit een oorlog komen of niet kunnen aarden in een adoptiegezin. Vaak worden zij als tiener van meerdere scholen gestuurd, ze krijgen afwijzing op afwijzing. Met zo’n achtergrond zeg je eerder “ja” als vrienden je opjutten om een woningoverval te plegen.’

Ouders

Omdat minderjarigen flexibel zijn en nog veel kans hebben om bij te draaien, kent het jeugdstrafrecht een pedagogische aanpak en worden zaken achter gesloten deuren behandeld. Alleen slachtoffers zijn welkom. ‘En de ouders, die móeten komen’, zegt Rietveld. ‘Ze horen wat hun kind gedaan heeft en worden zo eigenlijk ter verantwoording geroepen. Maar ze mogen ook alles zeggen om hun kind te verdedigen. Sommigen ouders schamen zich kapot, anderen gaan helemaal mee in het verhaal van hun zoon of dochter en worden boos. “Straffen maakt hem heus niet beter!”, roept een moeder bijvoorbeeld. Had hem zelf maar wat strakker gehouden, denk ik dan. Dan zat hij nu niet hier.’

Oerstom

Rietveld houdt van het jeugdstrafrecht. ‘Over volwassen verdachten weet je heel weinig als de zitting begint, over jongeren juist veel want er ligt haast altijd een rapport van de Kinderbescherming. Ik vind het leuk om met jongeren te praten. Zij doen niet hun best om goed over te komen en de rechter te vriend te houden, ze zitten onderuitgezakt met een pet op en denken: boeie. Dat geeft ruimte om heel direct te zijn, met als centrale vraag: hoe zorgen we ervoor dat jij hier niet meer terugkomt?’

Kinderrechter Sonja de Pauw

Rechters moeten de schijn van vooringenomenheid vermijden. ‘In het jeugdrecht weegt dat minder zwaar, vanwege het opvoedende karakter. Ik zeg dingen als: “Dat was toch oerstom?”, of: “Stoer hoor, met zijn allen tegen één”. Een beetje uitdagen of inspelen op boosheid kan weleens helpen om duidelijk te krijgen wat er speelt en hoe we bepaald gedrag kunnen aanpakken. Of een karaktertrek, zoals geen verantwoordelijkheid nemen. Dat wordt lastiger als jongeren ontkennen of niets zeggen. Sommige advocaten stellen zich strikt juridisch op en adviseren te zwijgen. Dat mag, dan komt zo’n jongen er misschien mee weg. Maar als je niet wilt dat hij opnieuw in de problemen komt, kan hij beter praten.’

Wachten

Een grote bron van zorg zijn de wachttijden, die ook in het jeugdstrafrecht steeds meer oplopen. Er is gebrek aan behandelplekken voor jongeren met complexe problemen en aan rapporteurs. ‘Onze rechtbank heeft veel aandacht voor jeugdzaken. Die moeten snel op zitting, want een half jaar wachten is voor jongeren heel lang. Toch moeten we zaken vaak uitstellen omdat er nog geen rapportage is. Dat is heel naar voor slachtoffers, en jonge verdachten worden er niet beter op. De kans bestaat dat zij daardoor zwaardere hulp nodig hebben, waar ze dan weer lang op moeten wachten. Zo krijg je een vicieuze cirkel. Enorm frustrerend.’


Kinderrechters over hun vak

 

Familie- en jeugdrechter Elvira Devis

‘Ik kan kinderen niet in een onveilige situatie laten zitten omdat hun ouders onrecht is aangedaan.’

Interview

 

Familie- en jeugdrechter Cees van Leuven

‘Een klein lichtpuntje kan het begin van een andere route inluiden.’

Interview

 

Jeugdstrafrechter Mark Rietveld

‘Vaak denk ik: ik ben blij dat ik niet met jou hoef te ruilen.’

Interview

 

Kinderrechter Amanda de Nijs

'Aan meningen heb ik niks, ik wil feiten zien.'

Interview

 

Kinderrechter Jans Olthof

Gelooft in snel ingrijpen als jongeren dreigen te ontsporen.

Interview

 
 

Kinderrechter Sonja de Pauw

Ze begon 40 jaar geleden als kinderrechter en zag alles veranderen.

Interview

Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.