Laden...

Besluiten Wet open overheid 2022

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksOrganisatie > Raad voor de rechtspraak > Besluiten Wet open overheid 2022

Toelichting

Alle Woo-verzoeken waarover een besluit is genomen, zijn hier gepubliceerd. U vindt het besluit en eventuele bijlagen, zoals een totaalbestand met openbaargemaakte documenten.

 

 Besluiten Wet open overheid 2022

>Alles uitklappen
  • Woo-besluit over verzoek om kostendeclaraties Raad voor de rechtspraak en gerechtsbesturen


  • Beslissing op bezwaar 17 juli 2023

    Beslissing op bezwaar (pdf, 233,1 KB)

    (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail:

    (geanonimiseerd)

    datum: 14 december 2022
    ons kenmerk: UIT (geanonimiseerd)
    onderwerp: Woo-besluit (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd)

    Op 15 november 2022 ontving de Raad voor de rechtspraak uw verzoek, met een beroep op de Wet open overheid, om informatie openbaar te maken met betrekking tot cijfers inzake geweldsincidenten waar arbeidsmigranten bij betrokken zijn. 

    U verzoekt om een kopie van de vermelding van die zaken in de digitale systemen van de rechtspraak waarbij 1) tenminste één van de verdachten/dader een arbeidsmigrant is en 2) het om de volgende delicten gaat: moord, poging tot doodslag, doodslag, poging tot doodslag, mishandeling, geweld, aanranding, verkrachting en molest. Daarnaast wenst u van deze vermeldingen per zaak in kopie de uitspraak ontvangen die ook op rechtspraak.nl staat vermeld met daarin opgenomen de datum, de locatie van het delict, het delict, de feiten/feitenrelaas, de strafmaat en het geslacht, geboortejaar en land van herkomst van de arbeidsmigrant. Voor zover deze gegevens zich ook in databestanden, spreadsheets e.d. bevinden, worden ook die in kopie opgevraagd. 

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Ten eerste omdat u geen data kunt opvragen op grond van de Woo, daarnaast omdat de Rechtspraak niet over de door u gevraagde data beschikt. Ik licht dit besluit als volgt toe. 

    Data opvragen o.g.v. de Woo niet mogelijk

    De Rechtspraak verzamelt diverse data voor verschillende doeleinden. De Raad maakt verschillende cijfers op dit moment ook actief openbaar. Meer informatie over welke data de Rechtspraak verzamelt, kunt u lezen op de volgende pagina:  https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Rechtspraak-in-Nederland/Rechtspraak-in-cijfers 

    Het genereren van deze data is niet eenvoudig. Het is niet een ‘één-druk-op-de-knop’ handeling waardoor er een lijst ontstaat met specifieke data. De Raad heeft data-analisten in dienst die de door de Rechtspraak gegenereerde data op verzoek kunnen leveren, uiteraard alleen indien deze informatie ook is te herleiden uit de data die de Rechtspraak verzameld. 

    Het verstrekken van data, afgeleid uit de systemen van de Rechtspraak, is daarom ook niet mogelijk op grond van de Wet open overheid. De Woo is van toepassing op informatie neergelegd in bestaande documenten. Dat de Raad, in het kader van de Woo, niet kan voldoen aan uw primaire verzoek, is dan ook niet omdat de Raad niet bereid is om nieuwe documenten aan te maken, maar omdat nieuwe documenten buiten de reikwijdte van de Woo vallen. De Raad kan geen Woo-besluit nemen over iets wat er niet is.

    Ook bevat de Woo, zoals u weet, geen verplichting om gegevens te vervaardigen die niet in bestaande documenten zijn neergelegd, ongeacht de mate van inspanning . Ten overvloede merk ik hierbij nogmaals op dat gegevens die de Rechtspraak genereerd, anders dan bijvoorbeeld in de uitspraak van de uitspraak van de Afdeling , niet eenvoudig door een schermprint kunnen worden verstrekt. De Rechtspraak dient de gegevens die zij verzamelt eerst te bewerken, waardoor er sprake zou zijn van het vervaardigen van een nieuw document. 

    Dit gezegd hebbende, kan altijd een verzoek worden gericht aan de Raad om bepaalde data openbaar te maken. Dit wordt dan behandeld als informatieverzoek en uitdrukkelijk niet als Woo-verzoek. De Raad zal altijd beoordelen of de gevraagde informatie of cijfers te herleiden is uit de systemen van de Rechtspraak en indien mogelijk, deze informatie of cijfers ook verstrekken. 

    Informatieverzoek over data

    De Raad heeft - los van uw Woo-verzoek – onderzocht of de door u gevraagde informatie beschikbaar is en verstrekt kan worden. De Raad heeft gekeken of de door u gevraagde informatie wordt geregistreerd door de gerechten en of de door u gevraagde cijfers kunnen worden gegenereerd uit de data waartoe de Raad de beschikking heeft. Dit blijkt niet het geval. Er wordt niet geregistreerd of iemand een ‘arbeidsmigrant’ is. Dat er in uitspraken, gepubliceerd op rechtspraak.nl, soms wel het woord ‘arbeidsmigrant’ wordt gebruikt, doet niet af aan het feit dat dit gegeven (of iemand een arbeidsmigrant is of niet) niet in een centraal systeem wordt opgeslagen. Bij de zaken zoals vermeld op rechtspraak.nl gaat het niet over de vraag of iemand een arbeidsmigrant is, maar betreft het voornamelijk zaken waarbij verwezen wordt naar ‘huisvesting van arbeidsmigranten’.

    Verstrekken van rechterlijke uitspraken

    Ten overvloede merk ik op dat er geen rechterlijke uitspraken op grond van de Woo kunnen worden opgevraagd bij de Raad van de rechtspraak. Enkel de Raad voor de rechtspraak (en de daaronder vallende landelijke diensten) alsmede het College van afgevaardigden, vallen onder de Woo (artikel 2.2 lid 1 sub c Woo). De gerechten zijn uitgezonderd van de Woo. Rechterlijke uitspraken berusten bij de gerechten en kunnen bij het desbetreffende gerecht worden opgevraagd (voor zover zij nog niet via rechtspraak.nl openbaar zijn gemaakt). Ik verwijs u hierbij naar de toelichting bij artikel 4.2 van de Persrichtlijn: https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/landelijke-persrichtlijn.pdf  (pdf, 2,9 MB)

    Bezwaar en beroep

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail:

    (geanonimiseerd)

    datum: 14 december 2022
    ons kenmerk: UIT (geanonimiseerd)
    onderwerp: Woo-besluit (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd)

    Op 23 november 2022 ontving de Raad voor de rechtspraak uw verzoek, met een beroep op de Wet open overheid, om alle communicatie tussen de rechtbank Rotterdam en (geanonimiseerd) en de communicatie tussen de rechtbank en het OM over (geanonimiseerd) openbaar te maken.

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad of de landelijke diensten van de Raad aangetroffen. 

    Mochten er documenten zijn met communicatie tussen de door u genoemde persoon en de rechtbank Rotterdam, dan berust deze informatie bij het gerecht zelf. De Raad weet niet of er documenten bestaan en hoeft dit ook niet te weten. De gerechten zijn uitgezonderd van de Woo. Enkel de Raad voor de rechtspraak (en de daaronder vallende landelijke diensten) alsmede het College van afgevaardigden, vallen onder de Wet Open Overheid (artikel 2.2 lid 1 sub c Woo). 

    Bezwaar en beroep

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    datum: 12 december 2022 

    ons kenmerk: (geanonimiseerd)

    onderwerp: Woo-besluit (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd) 

    Op 16 november 2022 ontving de Raad voor de rechtspraak uw verzoek, met een beroep op de Wet open overheid, om informatie openbaar te maken met betrekking tot cijfers inzake kwijtscheldingen bij het Noordelijk Belastingkantoor (NBK). 

    U verzoekt om antwoord op de volgende vragen:

    • 1. Hoeveel meer of minder kwijtscheldingen heeft de NBK na haar overdracht in de jaren 2020 t/ m 2022 m.b.t. de burgers van de Gemeente Leeuwarden goedgekeurd en/ of afgekeurd?
    • 2. Hoeveel bezwaren zijn in deze periode van deze burgers goed en/ of afgekeurd?
    • 3. Hoeveel procedures zijn uiteindelijk bij een rechtbank terecht gekomen?
    • 4. Hoeveel procedures zijn bij de Nationale Ombudsman terecht gekomen?
    • 5. Hoeveel beslagleggingen heeft het NBK aan de burgers van Leeuwarden opgelegd? 
    • 6. Hoeveel vorderingen zijn door de rechtbank van het NBK vernietigd?
    • 7. Hoeveel wijzigingen moest het NBK, namelijk de kwijtscheldingsverzoeken van de burgers van Leeuwarden na interventie van de Nationale Ombudsman alsnog als rechtmatige verzoeken erkennen?

    In dit Woo-besluit ga er ik vanuit dat uw Woo-verzoek, gericht aan de Raad voor de rechtspraak, ziet op vraag 3 en 6. 

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Ik licht dit besluit als volgt toe. 

    De Rechtspraak verzamelt diverse data voor verschillende doeleinden. De Raad maakt verschillende cijfers op dit moment ook actief openbaar. Meer informatie over welke data de Rechtspraak verzamelt, kunt u lezen op de volgende pagina:  https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Rechtspraak-in-Nederland/Rechtspraak-in-cijfers 

    Het genereren van deze data is niet eenvoudig. Het is niet een ‘één-druk-op-de-knop’ handeling waardoor er een lijst ontstaat met specifieke data. De Raad heeft data-analisten in dienst die de door de Rechtspraak gegenereerde data op verzoek kunnen leveren, uiteraard alleen indien deze informatie ook is te herleiden uit de data die de Rechtspraak verzamelt. 

    Het verstrekken van data, afgeleid uit de systemen van de Rechtspraak, is daarom ook niet mogelijk op grond van de Wet open overheid. De Woo is van toepassing op informatie neergelegd in bestaande documenten. Dat de Raad, in het kader van de Woo, niet kan voldoen aan uw primaire verzoek, is dan ook niet omdat de Raad niet bereid is om nieuwe documenten aan te maken, maar omdat nieuwe documenten buiten de reikwijdte van de Woo vallen. De Raad kan geen Woo-besluit nemen over iets wat er niet is.

    Ook bevat de Woo, zoals u weet, geen verplichting om gegevens te vervaardigen die niet in bestaande documenten zijn neergelegd, ongeacht de mate van inspanning . Ten overvloede merk ik hierbij nogmaals op dat gegevens die de Rechtspraak genereerd, anders dan bijvoorbeeld in de uitspraak van de uitspraak van de Afdeling , niet eenvoudig door een schermprint kunnen worden verstrekt. De Rechtspraak dient de gegevens die zij verzamelt eerst te bewerken, waardoor er sprake zou zijn van het vervaardigen van een nieuw document. 

    Dit gezegd hebbende, kan altijd een verzoek worden gericht aan de Raad om bepaalde data openbaar te maken. Dit wordt dan behandeld als informatieverzoek en uitdrukkelijk niet als Woo-verzoek. De Raad zal altijd beoordelen of de gevraagde informatie of cijfers te herleiden is uit de systemen van de Rechtspraak en indien mogelijk, deze informatie of cijfers ook aan de verzoeker verstrekken. 

    De Raad heeft - los van uw Woo-verzoek – onderzocht of de door u gevraagde informatie beschikbaar is en verstrekt kan worden. De door u gevraagde informatie is dermate specifiek, dat deze informatie niet uit de systemen van de Rechtspraak kan worden gehaald. Ik kan u daarom geen antwoord geven op uw vragen. 

    Bezwaar en beroep

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    datum: 12 december 2022 

    ons kenmerk: (geanonimiseerd)

    onderwerp: Woo-besluit (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Op 16 november 2022 ontving de Raad voor de rechtspraak uw verzoek, met een beroep op de Wet open overheid, om informatie openbaar te maken met betrekking tot cijfers inzake beschermingsbewindvoeringen. 

    Meer specifiek verzoekt u om:

    • 1. de statistieken/cijfers van hoeveel beschermingsbewindvoeringen er zijn, er per jaar nieuw worden opgelegd en hoeveel mensen eruit ontheven worden
    • 2. alle recente gegevens met betrekking tot beschermingsbewind
    • 3. een kort overzicht van “gewone” bewindvoeringen

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Ik licht dit besluit als volgt toe. 

    De Rechtspraak verzamelt diverse data voor verschillende doeleinden. De Raad maakt verschillende cijfers op dit moment ook actief openbaar. Meer informatie over welke data de Rechtspraak verzamelt, kunt u lezen op de volgende pagina:  https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Rechtspraak-in-Nederland/Rechtspraak-in-cijfers 

    Het genereren van deze data is niet eenvoudig. Het is niet een ‘één-druk-op-de-knop’ handeling waardoor er een lijst ontstaat met specifieke data. De Raad heeft data-analisten in dienst die de door de Rechtspraak gegenereerde data op verzoek kunnen leveren, uiteraard alleen indien deze informatie ook is te herleiden uit de data die de Rechtspraak verzameld. 

    Het verstrekken van data, afgeleid uit de systemen van de Rechtspraak, is daarom ook niet mogelijk op grond van de Wet open overheid. De Woo is van toepassing op informatie neergelegd in bestaande documenten. Dat de Raad, in het kader van de Woo, niet kan voldoen aan uw primaire verzoek, is dan ook niet omdat de Raad niet bereid is om nieuwe documenten aan te maken, maar omdat nieuwe documenten buiten de reikwijdte van de Woo vallen. De Raad kan geen Woo-besluit nemen over iets wat er niet is.

    Ook bevat de Woo, zoals u weet, geen verplichting om gegevens te vervaardigen die niet in bestaande documenten zijn neergelegd, ongeacht de mate van inspanning . Ten overvloede merk ik hierbij nogmaals op dat gegevens die de Rechtspraak genereert, anders dan bijvoorbeeld in de uitspraak van de uitspraak van de Afdeling , niet eenvoudig door een schermprint kunnen worden verstrekt. De Rechtspraak dient de gegevens die zij verzamelt eerst te bewerken, waardoor er sprake zou zijn van het vervaardigen van een nieuw document. 

    Dit gezegd hebbende, kan altijd een verzoek worden gericht aan de Raad om bepaalde data openbaar te maken. Dit wordt dan behandeld als informatieverzoek en uitdrukkelijk niet als Woo-verzoek. De Raad zal altijd beoordelen of de gevraagde informatie of cijfers te herleiden is uit de systemen van de Rechtspraak en indien mogelijk, deze informatie of cijfers ook aan de verzoeker verstrekken. 

    De Raad heeft - los van uw Woo-verzoek – onderzocht of de door u gevraagde informatie beschikbaar is en verstrekt kan worden. De Raad heeft de beschikking over diverse cijfers m.b.t. de instroom en uitstroom van door de rechter uitsproken beschermingsbewindvoeringen. De reden van uitstroom (overlijden, ontslag) wordt door de Rechtspraak niet geregistreerd. De Raad wil u deze cijfers ook verstrekken, alleen is dat op dit moment niet mogelijk. Er is namelijk een fout gevonden in de registratie van deze gegevens, waardoor de gegevens die op dit moment uit de systemen gehaald worden, niet betrouwbaar zijn. Het repareren van deze fout kost tijd omdat er capaciteit voor vrij gemaakt dient te worden bij onze ICT-dienstverlener IVO Rechtspraak. Zodra deze fout is hersteld, zal een data analist van het Bureau van de Raad voor de rechtspraak per e-mail contact met u opnemen en de gewenste informatie – voor zover mogelijk – aan u verstrekken. 

    Bezwaar en beroep

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    datum: 12 december 2022
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp Woo-besluit: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd)

    Op 8 november 2022 ontving de Raad voor de rechtspraak van het Ministerie van Justitie en Veiligheid uw verzoek, met een beroep op de Wet open overheid, om informatie openbaar te maken met betrekking tot een kort geding dat plaatsvond op 7 oktober 2021 en waarbij u partij was.  

    U verzoekt om alle informatie die op of onder het Ministerie is uitgewisseld naar aanleiding van dit dossier, waaronder alle documenten en elektronische bestanden die betrekking hebben op het kort geding. 

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. Er is niet gecorrespondeerd tussen de Raad en het Ministerie over dit kort geding. 

    Een gedeelte van de informatie waar u om vraagt, zoals de specificaties van de uitbetalingen aan bijv. het advocatenkantoor, berust bij de rechtbank Amsterdam, die deze betalingen heeft verricht. De gerechten zijn uitgezonderd van de Woo. Enkel de Raad voor de rechtspraak (en de daaronder vallende landelijke diensten) alsmede het College van afgevaardigden, vallen onder de Wet Open Overheid (artikel 2.2 lid 1 sub c Woo).

    Bezwaar en beroep

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit en de bijbehorende documenten zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    datum: 12 december 2022
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: Woo-besluit (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Op 21 november 2022 ontving de Raad voor de rechtspraak uw verzoek, met een beroep op de Wet open overheid, om het roulatiebeleid onder rechters bij de rechtbank Den Haag en het gerechtshof Den Haag openbaar te maken.  

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad of de landelijke diensten van de Raad aangetroffen. 

    De informatie waar u om vraagt, berust bij de gerechten. De gerechten zijn uitgezonderd van de Woo. Enkel de Raad voor de rechtspraak (en de daaronder vallende landelijke diensten) alsmede het College van afgevaardigden, vallen onder de Wet Open Overheid (artikel 2.2 lid 1 sub c Woo). 

    Bezwaar en beroep

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze,

    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    datum 14 november 2022
    ons kenmerk (geanonimiseerd)
    onderwerp Besluit Woo-verzoek 2022-017

    Geachte (geanonimiseerd),

    Op 7 september 2022 heeft u een e-mail met een brief gestuurd aan de Raad voor de rechtspraak (hierna: de Raad). In uw brief hebt u, onder verwijzing naar de Wet open overheid (hierna: de Woo) een aantal vragen gesteld over de Raad en de AVG, te weten:

    “1. Op welke wijze is er door de RvdR gecommuniceerd over de veranderingen en zijn er adviezen schriftelijk verstrekt hierover wat de rechterlijke organisaties te doen staat ten aanzien van de invoering van de AVG?
    2. Hebben de gerechten hiervoor separaat budgetten ontvangen teneinde de realisatie van de invoering van de AVG binnen de gerechtelijke organisaties mogelijk te maken? Zo ja wat is het bedrag dat elk gerecht hiervoor heeft ontvangen? Te denken valt aan 1. Publicatie hierover digitaal en intern, 2 het ontvangen van scholing en informatie over de AVG voor medewerkers 3. Het aanstellen van AVG functionarissen en het verstrekken van scholing aan deze personen. Of heeft de RvdR adviezen gegeven welke eisen er aan een AVG functionaris dienen te worden gesteld en is hierover documentatie? Dan zou ik deze graag van u willen ontvangen. 
    3. Op welke wijze monitort de RvdR of de AVG op de juiste wijze wordt uitgevoerd? En als u veronderstelt dat het niet uw taak is, wie veronderstelt u dat het toezicht hierop uitvoert?”

    Alleen de laatste twee zinnen van uw vraag bij nummer 2 heb ik ook opgevat als een verzoek om de ontvangst van documentatie. 

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw brief als een verzoek op grond van de Woo, maar slechts voor zover u verzoekt om de ontvangst (en daarmee de openbaarmaking) van documenten. Volgens vaste rechtspraak is de hoofdregel van de Woo weliswaar dat wanneer iemand met een beroep op de Woo een verzoek om ‘publieke informatie’ tot een bestuursorgaan richt, zo’n verzoek een Woo-verzoek is. Volgens dezelfde, vaste rechtspraak kan dit echter anders zijn indien uit de aard of de inhoud van het verzoek of uit uitlatingen van de verzoeker blijkt dat de verzoeker geen Woo-verzoek heeft beoogd in te dienen. 

    U stelt in uw brief met name vragen. Het stellen van vragen is in de genoemde uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 20 mei 2022 (zie voetnoot 1), expliciet genoemd als voorbeeld van een situatie waarin uit de inhoud van een verzoek blijkt dat niet beoogd is een Woo-verzoek in te dienen. Voor zover er vragen worden gesteld, is er geen sprake van een verzoek in de zin van de Woo.  

    Het voorgaande betekent niet dat ik uw vragen niet zal beantwoorden of u geen documenten toe zal sturen. Integendeel: hieronder, onder het kopje ‘Beantwoording van uw vragen’, beantwoord ik uw vragen. Ook ontvangt u van mij een aantal documenten, waarover meer onder het kopje ‘Overige documenten’. Het besluit, vervat onder het kopje ‘Besluit’, ziet slechts op uw verzoek om ontvangst en openbaarmaking van de documenten, verzocht bij vraag 2.

    Beantwoording van uw vragen

    1. Op welke wijze is er door de RvdR gecommuniceerd over de veranderingen en zijn er adviezen schriftelijk verstrekt hierover wat de rechterlijke organisaties te doen staat ten aanzien van de invoering van de AVG?

      Binnen de Rechtspraak was en is er – gelet op de aard van de organisatie –  veel aandacht voor gegevensbescherming en een zorgvuldige omgang met zaakgegevens van betrokkenen. In de jaren voorafgaand aan de invoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) is structureel inspanning geleverd om te voldoen aan de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).

      Zo was en is er het programma “Jij bent de sleutel”, dat erop is gericht om bewustwording en kennis over vertrouwelijke omgang met ICT-middelen, documenten en persoonsgegevens te bevorderen. De reeds voor de Rechtspraak werkzame functionaris gegevensbescherming en een beleidsadviseur van het team Recht en ICT hebben bijvoorbeeld ook in het kader van naleving en uitvoering van de Wbp in het land diverse sessies georganiseerd over het voorkomen en melden van datalekken.

      Ten tijde van de implementatie van de AVG en de Wjsg zijn de inspanningen op het gebied van communicatie en voorlichting over de invoering van de AVG en de Wjsg  geïntensiveerd. Communicatie van informatie- en educatiemateriaal heeft plaatsgevonden via de volgende kanalen:

      • Diverse themasessies voor beveiligings- en privacy-coördinatoren;
      • Presentaties voor diverse gremia en onderdelen van de Rechtspraak;
      • Landelijke Advieslijn Privacy;
      • Projectpagina op Intro Landelijk (intranet van de Rechtspraak);
      • Nieuwsberichten op Intro Landelijk;
      • Posters bij gerechten.


      • De inspanningen voor het voldoen aan de AVG en de Wjsg worden centraal gecoördineerd door de Raad. Na 25 mei 2018 zijn de inspanningen verder geïntensiveerd. Er zijn bij het bureau van de Raad een fulltime landelijke functionaris gegevensbescherming en een fulltime adviseur privacy en beveiliging werkzaam die de gerechten en diensten ondersteunen met advies. Bij de IT-organisatie van de Rechtspraak is een fulltime Privacy Officer aangesteld. Deze werken nauw samen met de Landelijke Beveiligingsambtenaren en lokale beveiligings- en privacy coördinatoren.

    2. Hebben de gerechten hiervoor separaat budgetten ontvangen teneinde de realisatie van de invoering van de AVG binnen de gerechtelijke organisaties mogelijk te maken? Zo ja wat is het bedrag dat elk gerecht hiervoor heeft ontvangen? Te denken valt aan 1. Publicatie hierover digitaal en intern, 2 het ontvangen van scholing en informatie over de AVG voor medewerkers 3. Het aanstellen van AVG functionarissen en het verstrekken van scholing aan deze personen. Of heeft de RvdR adviezen gegeven welke eisen er aan een AVG functionaris dienen te worden gesteld en is hierover documentatie? Dan zou ik deze graag van u willen ontvangen.

      Op centraal niveau is budget vrij gemaakt voor het in kaart brengen van de landelijke ICT-applicaties en gegevensverwerkingen, het uitrollen van de verplichte AVG-procedures en het bieden van ondersteuning aan de lokale contactpersonen en teams die verantwoordelijk waren voor de lokale aspecten van de invoering van de AVG en de Wjsg. Deze ondersteuning werd geboden in de vorm van kant-en-klare procedures en communicatieproducten waarmee lokaal aan de slag werd gegaan.

      Het centrale implementatieteam bestond uit een projectleider, externe privacy-adviseur, een communicatieadviseur en een beleidsondersteuner en werd aangestuurd vanuit de afdeling strategie en de Raad. Het budget dat voor de implementatie is vrijgemaakt voor het inhuren van de externe privacy-adviseur, de communicatieadviseur en de beleidsondersteuner bedroeg in geld uitgedrukt € 130.000,-. Binnen de bestaande capaciteit van het bureau van de Raad is daarnaast een fulltime projectleider vrijgemaakt.

      Bij de gerechten en diensten was reeds structurele capaciteit (teams met beveiligingscoördinatoren, contactpersonen privacy, beveiligingsambtenaren) beschikbaar voor bescherming van persoonsgegevens. Ten behoeve van lokale communicatie (“publicatie digitaal en intern”) en advisering (“scholing en informatie”) is centrale ondersteuning beschikbaar gesteld. Voor de invoering van de AVG en de Wjsg is daarom geen extra budget toegekend aan de gerechten en diensten. Financiering kwam voort uit de reeds bestaande budgetten. Ook het geld voor het aanstellen van privacy-coördinatoren bij de gerechten kwam voort uit reeds bestaande budgetten.

      De verdeling van verantwoordelijkheden tussen onderdelen van de Rechtspraak en de taken en verantwoordelijkheden van de onder het vorige punt beschreven functionarissen, is beschreven in de privacy governance van de Rechtspraak, die op 25 mei 2018 is vastgesteld door de Raad en de presidenten. Op 16 februari 2021 is er een addendum op verschenen van de werkgroep privacy. In het addendum zijn de verantwoordelijkheden en taken verder verduidelijkt.

    3. Op welke wijze monitort de RvdR of de AVG op de juiste wijze wordt uitgevoerd? En als u veronderstelt dat het niet uw taak is, wie veronderstelt u dat het toezicht hierop uitvoert?”

      Het interne toezicht is op drie niveaus geregeld:

      • Lokaal (bij de gerechten en de landelijke diensten): Hier controleren de beveiligingscoördinatoren op een juiste uitvoering van het integraal beveiligings- en veiligheidsbeleid. Hieronder valt ook de wetgeving inzake gegevensbescherming. Op basis van de controles rapporteren en adviseren zij aan de gerechtsbesturen.
      • Landelijk (vanuit het ‘Bureau BVA’ (beveiligingsambtenaar), dat valt onder het bureau van de Raad): hier controleert de adviseur privacy en informatiebeveiliging op basis van een toezichtsarrangement. In dat arrangement zitten verschillende middelen om te kunnen toetsen hoe de gerechten en landelijke diensten invulling geven aan de verplichtingen uit de wetgeving inzake gegevensbescherming. Op basis van de resultaten worden landelijke adviezen en verbetervoorstellen gedaan.
      • Landelijk (door de FG): Op grond van de wetgeving inzake gegevensbescherming heeft de functionaris voor gegevensbescherming een onafhankelijke en toezichthoudende rol.

      • Het externe toezicht op gegevensverwerking in het kader van de bedrijfsvoering is namelijk belegd bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Voor het primaire proces (het proces van rechtspraak) is, met het oog op artikel 55, derde lid, AVG, een bijzondere regeling van toepassing:

        Onderdeel van de invoering van de AVG was de speciale regeling toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in de rechtspraak. Dat toezicht is op grond van de AVG niet belegd bij de AP, maar moet door de Rechtspraak in alle Europese landen zelf ingericht worden. 

        Voor de gerechten (rechtbanken, gerechtshoven en Hoge Raad) is dat toezicht belegd bij de procureur-generaal van de Hoge Raad. Voor de bestuursrechtelijke colleges (Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven) is het toezicht belegd bij de nieuw ingestelde ’AVG-commissie bestuursrechtelijke colleges‘. 

        Klachten over gegevensverwerking in het kader van de uitoefening van gerechtelijke taken kan men dus bij een van deze toezichthouders indienen. De AP neemt alleen nog maar klachten over gegevensverwerking in het kader van de bedrijfsvoering in behandeling. Deze regeling is bedoeld om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht bij de uitoefening van haar rechterlijke taken te waarborgen. 

    Uw Woo-verzoek

    U heeft verzocht om (documentatie betreffende) adviezen, gegeven door de Raad, aangaande de eisen die er aan een AVG-functionaris dienen te worden gesteld. In dat kader heb ik de privacy governance en het addendum van de werkgroep privacy gevonden (zie ook het antwoord op vraag 2, hierboven).

    Besluit

    Ik besluit de privacy governance en het addendum van de werkgroep privacy aan u te verstrekken. Omdat beide documenten deel uitmaken van een 21-tal documenten dat reeds op 27 oktober 2022, met een deelbesluit op een ander Woo-verzoek, over datalekken, openbaar is gemaakt, kan ik niet besluiten de documenten openbaar te maken. Dat kan immers maar één keer.  

    De 21 documenten, verzameld in één bestand van 302 pagina’s, zijn gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Ik stuur het bestand voor uw gemak mee met deze brief (uitsluitend per e-mail). De documenten 3 (p. 40 t/m 49) en 15 (p. 219 t/m 227) betreffen respectievelijk de privacy governance Rechtspraak en het addendum daarbij.

    In het verzameldocument zijn, op grond van primair art. 5.1 lid 2 sub h Woo (voorkoming van sabotage) en subsidiair op grond van art. 5.1 lid 1 sub b (veiligheid van de Staat), alle verwijzingen naar de interne werkomgeving van de Rechtspraak (“intro”) onleesbaar gemaakt of, in het geval van hyperlinks, verwijderd. Het openbaar maken van deze verwijzingen zou de veiligheid van de Rechtspraak en daarmee van de Staat kunnen schaden. Het uitvoeren van aanvallen door hackers op de ICT-infrastructuur van de Rechtspraak zou door openbaarmaking ervan gemakkelijker worden. U leest dit ook in het bijbehorende besluit, dat eveneens is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.

    Overige documenten

    Naast het hierboven beschreven verzamelbestand met daarin onder meer de privacy governance en het addendum, stuur ik u (eveneens uitsluitend per e-mail) een tiental schermprints van Intro over gegevensverwerking, privacy en de AVG (eveneens verzameld in één pdf-bestand) alsmede een tiental documenten (ook weer verzameld in één bestand) over onder meer privacy, de AVG en datalekken toe (zie voor de inhoud van de verzamelbestanden, het overzicht van bijlagen op de pagina na de ondertekening van deze brief). Dit doe ik niet omdat u daarom verzocht hebt, maar omdat ik u graag volledig informeer. De betreffende documenten vallen dan ook niet onder het bovenstaande besluit en worden niet openbaar voor een ieder. 

    Ook stuur ik u (uitsluitend per e-mail) het Handboek Meldplicht datalekken voor gerechten toe. Dit document is reeds op 14 september 2022, met een besluit op een Woo-verzoek over datalekken in 2021, openbaar geworden en daarom gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. 

    Ten slotte wijs ik u op deze plaats nog graag expliciet op de documenten 2 (p. 14 t/m 39) en 16 (p. 228 t/m 276) in het verzameldocument van 21 documenten (306 pagina’s) waaraan ik in het besluit hierboven heb gerefereerd. Het betreft respectievelijk het Strategisch plan privacy en de Minimumnorm privacy. 

    Bezwaar en beroep

    Tegen het besluit, vervat in deze brief, kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit en de bijbehorende documenten zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze,

    (geanonimiseerd)

    O.F.J. Welling
    directeur

    Bijlagen:
    1. Verzamelbestand 21 documenten, met daarin onder meer:
      document 2 (p. 14 t/m 39): Strategisch plan privacy
      document 3 (p. 40 t/m 49): Privacy governance Rechtspraak
      document 15 (p. 219 t/m 227): Addendum Privacy Governance Rechtspraak
      document 16 (p. 228 t/m 276): Minimumnorm privacy

    2. Verzamelbestand 10 schermprints Intro (pdf, 1,3 MB), met daarin:
      document 1: Intro schermprint 'Gegevensbescherming Rechtspraak'
      document 2: Intro schermprint 'Rechten betrokkenen'
      document 3: Intro schermprint 'Verwerkingsregister(s) persoonsgegevens'
      document 4: Intro schermprint 'Voorlichting en bewustwording'
      document 5: Intro schermprint 'Wetgeving'
      document 6: Intro schermprint ''Privacy gaat iedereen wat aan', ook de Rechtspraak'
      document 7: Intro schermprint 'Privacy gaat iedereen wat aan, jij bent de sleutel!'
      document 8: Intro schermprint 'Privacy gaat iedereen wat aan: Welkom AVG'
      document 9: Intro schermprint 'Jij bent de sleutel'
      document 10: Intro schermprint 'Informatiebeveiliging'

    3. Verzamelbestand 10 documenten (pdf, 7,8 MB), met daarin:
      document 1: 20180123 Presentatie AVG en Richtlijn - Beginselen en grondslagen op hoofdlijnen
      document 2: 20180123 Presentatie Privacy@Rechtspraak - Implementatie AVG en Richtlijn - Plan van aanpak
      document 3: 20180205 Presentatie Datalekken
      document 4: 20180313 Presentatie Privacy@Rechtspraak - Implementatie AVG en Richtlijn
      document 5: 20180522 Presentatie Implementatie AVG en Richtlijn - gegevensbescherming politie en justitie (Wjsg)
      document 6: 20180525 Handreiking verwerkersovereenkomsten (ten behoeve van inkoop)
      document 7: 20210913 Privacybeleid Rechtspraak
      document 8: Interne Procedure Rechten Betrokkene
      document 9: Poster ga zorgvuldig om met persoonsgegevens
      document 10: Drie speerpunten en 10 gouden privacyregels

    4. Handboek Meldplicht datalekken voor gerechten (pdf, 702,4 KB)
  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail:
    (geanonimiseerd)


    datum: 3 november 2022
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd)

    Op 14 oktober 2022 ontving de Raad voor de rechtspraak uw verzoek, met een beroep op de Wet open overheid, om informatie openbaar te maken “inzake het niet tijdig toezenden van gerechtelijke uitspraken en processtukken aan procespartijen”.

    U heeft in uw e-mail verwezen naar documenten waarin u geïnteresseerd bent, namelijk:

    • Interne en externe correspondentie, waaronder WhatsApp-berichten, sms-berichten, Signal-berichten, digitale berichten via zakelijke chat/correspondentie software, e-mailberichten, brieven, nota’s, memo’s, beleid, werkinstructies over procedures inzake toezending gerechtelijke uitspraken en processtukken aan procespartijen;
    • Interne en externe correspondentie, waaronder WhatsApp-berichten, sms-berichten, Signal-berichten, digitale berichten via zakelijke chat/correspondentie software, e-mailberichten, brieven, nota’s, memo’s inzake klachten en meldingen (en de afhandeling daarvan) over het niet (tijdig) toezenden van gerechtelijke uitspraken en processtukken aan procespartijen;
    • Vastleggingen van afstemming(en) over het niet (tijdig) toezenden van gerechtelijke uitspraken en processtukken aan procespartijen, waaronder – maar niet uitsluitend – afstemmingen met procespartijen, het Ministerie van Justitie en Veiligheid en rechtbanken; en
    • Vastlegging van adviezen en voorstellen, in welke vorm dan ook, over de behandeling en afstemming van meldingen en klachten over het niet (tijdig) toezenden van gerechtelijke uitspraken en processtukken aan procespartijen;

    U verzoekt alle documenten die beschikbaar zijn over de periode 1 januari 2000 tot 14 oktober 2022.  De Raad is in 2002 opgericht. Het opvragen van documenten die berusten bij de Raad en verband houden met de publieke taak van de Raad is daarom pas mogelijk vanaf 1 januari 2002, voor zover deze documenten nog aanwezig zijn bij de Raad. 

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad of de landelijke diensten van de Raad aangetroffen. Met betrekking tot uw vierde bullet merk ik op dat ook de landelijke klachtenfunctionaris heeft onderzocht of er documenten zijn die betrekking hebben op landelijke afstemming over dit onderwerp. Er zijn geen documenten aangetroffen. 

    Er is geen communicatie geweest tussen de Raad en andere organisaties over dit onderwerp.

    Voor zover er nadere (landelijke) regels zouden zijn opgesteld over dit onderwerp, zijn deze regels vastgelegd in de procesreglementen.  De Raad en de landelijke diensten zijn niet betrokken bij het opstellen van deze procesreglementen. 

    Bezwaar en beroep

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit en de bijbehorende documenten zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze,

    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail:
    (geanonimiseerd)

    datum: 3 november 2022
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Op 28 oktober 2022 ontving de Raad voor de rechtspraak uw verzoek, met een beroep op de Wet open overheid, om informatie openbaar te maken “inzake incidenten AZC Heerhugowaard”. 

    Met betrekking tot de Rechtspraak verzoekt u onder punt 2: alle informatie die u inzicht kan geven of er naar aanleiding van die incidenten, nog lopende rechtszaken zijn, of rechtszaken zijn waar al uitspraak over is gedaan. U verzoekt alle uitspraken die door de rechtbank zijn gedaan omtrent incidenten die hebben plaatsgevonden bij het AZC.

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad of de landelijke diensten van de Raad aangetroffen. 

    De informatie waar u om vraagt, zoals uitspraken, berust bij de gerechten. De gerechten zijn uitgezonderd van de Woo. Enkel de Raad voor de rechtspraak (en de daaronder vallende landelijke diensten) alsmede het College van afgevaardigden, vallen onder de Wet Open Overheid (artikel 2.2 lid 1 sub c Woo). 

    Doorsturen van uw verzoek

    U heeft in uw e-mail verwezen naar veel verschillende documenten waarin u geïnteresseerd bent, en die mogelijk berusten bij verschillende bestuursorganen. U heeft daarom verzocht om uw Woo-verzoek ook door te sturen naar negen verschillende instanties. 

    Hierbij laat ik u weten dat ik uw Woo-verzoek niet zal doorzenden aan de door u genoemde andere bestuursorganen. Ik licht dit als volgt toe. Op grond van artikel 4.2 Woo rust op de Raad in beginsel de verplichting om uw verzoek door te zenden, nu uw verzoek zicht tevens richt op informatie die mogelijk bij andere bestuursorganen bericht. Uit rechtspraak over art. 4 Wob blijkt dat de doorzendplicht niet onbegrensd is.  Als een verzoeker er kennis van heeft dat de gevraagde documenten elders moeten berusten, mag het bestuursorgaan afzien het verzoek door te sturen. In uw verzoek is dit evident; u benoemd immers alle organisaties waar het Woo-verzoek naar doorgestuurd zou moeten worden. 

    In uw Woo-verzoek heeft u tevens verzocht het verzoek door te sturen naar de rechtbank Noord-Nederland. Zoals hierboven uitgelegd valt de rechtbank Noord-Nederland niet onder de Wet Open Overheid. 

    Bezwaar en beroep

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit en de bijbehorende documenten zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur

  • Woo-besluit over verzoek om informatie over dwangsommen niet tijdig beslissen herbeoordeling kinderopvangtoeslag. 

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail: 
    (geanonimiseerd)

    datum: 5 oktober 2022
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: Woo-besluit (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd)

    Via het ministerie van Justitie en Veiligheid ontving de Raad voor de rechtspraak op 27 september 2022 uw verzoek met een beroep op de Wet open overheid. U heeft verzocht informatie openbaar te maken over alle documenten die betrekking hebben op de dienstverlening van vertaaldiensten Thebigword B.V. en AVB Language Group B.V. voor de Rechtspraak.


    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 


    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad of de landelijke diensten van de Raad aangetroffen. 

    Het team Inkoop, dat onder de andere aanbestedingen voor de Rechtspraak begeleid, is werkzaam onder het Landelijk Dienstencentrum Rechtspraak (LDCR). Wij hebben navraag gedaan of er documenten bij hen berusten die op uw Woo-verzoek betrekking hebben. Hieruit blijkt dat de Rechtspraak heeft deelgenomen aan de aanbesteding voor vertaaldiensten, maar dat deze aanbesteding is uitgevoerd door het ministerie van Justitie en Veiligheid. De Rechtspraak heeft uitsluitend input gegeven op het programma van eisen van de aanbesteding. De opdracht is verdeeld in vier percelen en de Rechtspraak zit samen met het OM in perceel 4, het perceel dat gegund is aan AVB. De implementatie voor de Rechtspraak wordt begeleid vanuit het OM en is pas op 4 oktober van start gegaan. Er is nog geen correspondentie over de dienstverlening. 


    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.
    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur



  • Woo-besluit over verzoek om informatie over het beleid van de Raad voor de rechtspraak over  superspecialisten en super-ervaren kandidaten en het beleid met betrekking tot de selectie en salariëring van rechters. 

  • (geanonimiseerd)

    datum: 14 september 2022
    ons kenmerk: UIT (geanonimiseerd)
    onderwerp: Besluit Woo-verzoek (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Op 23 augustus 2022 heeft u een Woo-verzoek gedaan over datalekken in 2021. Op 25 augustus 2022 heeft u hierover gesproken met onze Woo-contactpersoon. Tijdens dit overleg is besproken uw Woo-verzoek te beperken.

    U heeft verzocht om de volgende documenten:
    • Handboek datalekken gerechten
    • Alle documenten die betrekking hebben op het datalek dat heeft plaatsgevonden in de zaak AMS 22/1586 WOB, waaronder de melding van het datalek bij de AP of de PG bij de Hoge Raad. 

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Handboek datalekken gerechten
    Het Handboek meldplicht datalekken voor gerechten wordt verstrekt. In dit document komen de namen van ambtenaren voor. Zij treden uit hoofde van hun functie niet zodanig in de openbaarheid dat gezegd kan worden dat de eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer minder zwaar weegt dan het belang van openbaarheid. Deze namen (alsmede het e-mailadres en telefoonnummer) zijn met toepassing van artikel 5.1 lid 2 sub e Woo (bescherming van de persoonlijke levenssfeer) op pagina’s 1, 4 en 5 weggelakt.

    Daarnaast is bijlage 1 in zijn geheel weggelakt. Dit betreft informatie over hoe het veiligheidsregistratiesysteem van de Rechtspraak (genaamd Classbase) exact is ingericht (hierin is te zien welke velden er stapsgewijs moeten worden ingevuld: wie heeft er geregistreerd, op welke datum, wat voor soort melding, etc.). Dit systeem ziet niet alleen op datalekken; hierin worden alle incidenten binnen de Rechtspraak gemeld. Het bevat daardoor veel persoonsgegevens. Het openbaar maken van deze bijlage zou de veiligheid van de Rechtspraak en daarmee van de Staat kunnen schaden. Het uitvoeren van aanvallen door hackers op de ICT-infrastructuur van de Rechtspraak zou door openbaarmaking gemakkelijker worden. Dit is de reden dat deze bijlage op grond van art. 5.1 lid 1 sub b Woo, zwart is gemaakt. In paragraaf 3.6 van het Handboek staat de manier van vastlegging van het datalek in Classbase omschreven. 

    Documenten m.b.t. datalek zaak AMS 22/1586 WOB
    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. Allereerst worden datalekken niet geregistreerd door de Raad maar door het desbetreffende gerecht waar het datalek heeft plaatsgevonden. Indien en voor zover er al een melding zou zijn gedaan, berust deze melding niet bij de Raad en valt deze melding ook niet onder de Woo. Daarnaast is u medegedeeld dat er volgens de rechtbank en de Raad, géén sprake is van een datalek. Ook om deze reden zijn er geen documenten over het datalek. 

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit en het verstrekte document zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Bijlage

    Handboek datalekken gerechten (pdf, 702,4 KB)

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail:
    (geanonimiseerd)

    datum: 30 augustus 2022
    ons kenmerk: UIT (geanonimiseerd)
    onderwerp: Besluit Woo-verzoek (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    U heeft de Raad op 4 augustus 2022 verzocht documenten openbaar te maken waaruit blijkt waarom verdachten geen toegang hebben tot het digitale toegangsportaal ‘Mijnstrafdossier’. 

    Het besluit treft u hierbij aan. 

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Uit ons onderzoek is gebleken dat het niet een gerichte keuze is geweest om de advocatuur wel toegang te geven tot ‘Mijnstrafdossier’ en verdachten niet. Bij de afweging met welke digitaliseringslag je relatief snel, eenvoudig en veilig de zaakstroom richting de partijen kon verbeteren, lag het, ten tijde van het ontstaan van ‘Mijnstrafdossier’, voor de hand om eerst te kijken naar verbeteringen in de informatievoorziening voor procesvertegenwoordigers. Digitalisering van de informatievoorziening van de advocatuur was een logische keuze om relatief eenvoudig, maar wel veilig impact te maken. Er zijn geen documenten voorhanden die hierop een andere zienswijze geven. Daarbij geldt tevens dat het verstrekken van een dossier aan een verdachte gepaard gaat met maximale aandacht en zorg voor privacy en veiligheid. Met andere woorden; het moet 100% zeker zijn dat het procesdossier uitsluitend bij de verdachte terecht komt. 

    Indien u niet via uw advocaat het strafdossier wilt of kunt opvragen, kunt u altijd zelf om inzage in het procesdossier vragen aan het desbetreffende gerecht. De wijze waarop inzage in een procesdossier is geregeld, verschilt per gerecht. Wilt u weten hoe inzage is geregeld, neem dan contact op met het betreffende gerecht.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website, www.rechtspraak.nl, worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.
  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail:
    (geanonimiseerd)

    datum: 11 augustus 2022
    ons kenmerk: UIT (geanonimiseerd)
    onderwerp: Besluit Woo-verzoek (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Met uw e-mail van 22 juli 2022 heeft u de Raad voor de rechtspraak (hierna: de Raad), onder verwijzing naar de Wet open overheid (hierna: Woo) gevraagd om informatie openbaar te maken over het beleid van de Rechtspraak met betrekking tot de openbaarmaking van de beslissing in een strafrechtelijk procedure op verzoek van een derde na afloop van de openbare zitting. Op 1 augustus 2022 heeft u uw verzoek telefonisch nader toegelicht en besproken met de Woo-contactpersoon van de Raad voor de rechtspraak. 

    Het besluit treft u hierbij aan. 

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Uw verzoek zag specifiek op het (mondeling) verstrekken van een beslissing in een strafrechtelijke procedure. Over het verstrekken van uitspraken aan derden in het algemeen, is het beleid van de Rechtspraak geformuleerd in de landelijke persrichtlijn, meer specifiek de toelichting bij de artikelen 4.1-4.2. U kunt de landelijke persrichtlijn hier vinden: https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/landelijke-persrichtlijn.pdf (pdf, 0 B)  

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    Directeur

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.
  • 25 juli 2022

    Ons kenmerk: UIT [geanonimiseerd] 
    Besluit op uw Woo-verzoek

    Geachte 

    Met uw brief van 5 april 2022 betreffende dossier 4603, heeft u het ministerie van Justitie en Veiligheid gevraagd om informatie openbaar te maken over het volgen en afnemen van onderwijs en educatie door de rechterlijke macht en het ministerie van Justitie en Veiligheid. 

    Het ministerie heeft uw verzoek (meer specifiek de bulletpoints 1, 2, 8, 9, 11 en 12) doorgestuurd aan de Raad omdat er mogelijk documenten die zien op uw verzoek, berusten bij de Raad. Omdat ook het Studiecentrum Rechtspleging onder de Raad voor de rechtspraak valt, hebben wij het verzoek iets breder opgepakt. Wij zullen uw verzoeken, genoemd onder de bulletpoints 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 14 en 15 in dit besluit behandelen. Deze verzoeken zijn:

    1. Het beleid en het beleid van de afgelopen 6 jaren inzake het verkrijgen van educatie en/of voorlichting van het ministerie van Justitie en Veiligheid en de rechterlijke macht in het algemeen; juridische medewerkers, rechters en raadsheren meer in het bijzonder;
    2. Het huidige beleid en het beleid van de afgelopen 6 jaren inzake het verkrijgen van educatie en/of voorlichting door de rechterlijke macht waarbij alleen wordt geparticipeerd door de rechterlijke macht;
    3. Hoe vaak is er de afgelopen 6 jaren educatie en/of voorlichting geweest aan het ministerie van Justitie en Veiligheid, waarbij tevens de rechterlijke macht aanwezig was? En hoe vaak alleen aan de rechterlijk macht (zonder het ministerie)?
    4. Ter aanvulling op nummer 3; welke onderwerpen zijn bij de educatie en/of voorlichting in de afgelopen 6 jaren besproken?
    5. Ter aanvulling op nummer 3; welke educatie- en/of voorlichtingsmateriaal is daarbij verstrekt?
    6. Welk(e) medewerkers van het ministerie en welke arrondissement(en) van de rechterlijke macht hebben aan de educatie en/of voorlichting deelgenomen die plaatsvond enige dagen (of weken) voorafgaand aan de zitting in kwestie bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 oktober 2021 (zie inleiding)?;
    7. Hoeveel deelnemers/cursisten waren er aanwezig bij de sessie als bedoeld onder 6?
    8. Het beleid inzake de kwaliteitsbewaking van de rechtspraak in samenhang met het volgen van educatie en het krijgen van voorlichting;
    9. Zo nodig bezien in samenhang met onderdeel 8; het beleid met betrekking tot het borgen van het bepaalde in artikel 12 wet RO;
    10. N.v.t.
    11. Het beleid inzake het verkrijgen van educatie en/of krijgen van voorlichting van het ministerie van Justitie en Veiligheid en/of de rechterlijke macht, naar aanleiding van de parlementaire enquête Ongekend onrecht;
    12. Het beleid inzake het verkrijgen van educatie en/of krijgen van voorlichting door het ministerie van Justitie en/of de rechterlijke macht naar aanleiding van het rapport werkgroep reflectie Toeslagenaffaire Rechtbanken, Recht vinden bij de Rechtbank;
    13. N.v.t.
    14. Het beleid inzake gepromoveerde rechters/raadsheren – al dan niet plaatsvervangend – en het betrekken van de eigen conclusies uit het proefschrift in aanhangige zaken;
    15. Uit het rapport ‘recht vinden bij de rechtbank’ blijkt dat lagere rechters anticiperen in hun uitspraken dat hun uitspraken vernietigd zouden worden. Wat is het beleid van het ministerie of de rechterlijke macht daaromtrent?

    Bij brief van 12 juli 2022 bent u geïnformeerd dat de Raad uw verzoek in goede orde ontving en dat u in beginsel binnen vier weken na de ontvangst ervan een besluit kon verwachten. 

    Wettelijk kader punten 1, 2, 8, 9, 11, 12, 14 en 15
    Ik behandel uw verzoek, voor zover het ziet op de punten 1, 2, 8, 9, 11, 12, 14 en 15 als een verzoek op grond van de Woo.

    Wettelijk kader punten 3, 4, 5, 6 en 7
    De punten 3, 4, 5, 6 en 7 zijn feitelijke vragen. Wij kunnen deze punten dan ook niet op grond van de Wet open overheid in behandeling nemen. Graag treden wij naar aanleiding van uw verzoek nader met u in overleg over de eventuele beantwoording van deze vragen. Over deze punten merken wij alvast het volgende op: Studiecentrum Rechtspleging (SSR) verzorgt de opleidingen tot rechter, raadsheer, officier van justitie en juridisch medewerker. Op www.ssr.nl staat het aanbod van cursussen, webcolleges en e-learning modules. Daarnaast staat het gerechten vrij zelf cursussen aan haar medewerkers aan te bieden. Door SSR wordt niet bijgehouden hoe vaak er cursussen worden gegeven waarbij derden aanwezig zijn. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek slechts gedeeltelijk inwilligen. Er is één document aantroffen dat ziet op punt 1 en/of 2; het beleid omtrent de educatie van juridische medewerkers, rechters en raadsheren. Dit beleid is neergelegd in de interne digitale werkomgeving van de Rechtspraak (“INTRO”). U treft hierbij een print screen van deze webpagina aan. In dit document komt de naam van een ambtenaar voor. Deze naam (alsmede het e-mailadres en telefoonnummer) is met toepassing van artikel 5.1 lid 2 sub e Woo (bescherming van de persoonlijke levenssfeer) weggelakt. 

    Onderaan dit document wordt verwezen naar een aantal andere documenten. Deze documenten zien niet op uw Woo-verzoek. De eerste vijf documenten zijn ouder dan 6 jaar en het laatste document is een adviesrapport. Dit adviesrapport bevat aanbevelingen om een impuls te geven tot verbetering van de initiële opleiding en de permanente educatie. Het huidige beleid zoals beschreven in het verstrekte document is naar aanleiding van dit rapport (nog) niet aangepast. 

    Met betrekking tot de punten 8, 9, 11, 12, 14 en 15 kan ik uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten (“beleid”) bij de Raad aangetroffen. 

    Een kopie van uw Woo-verzoek en het onderhavige Woo-besluit zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.


    Bijlage 1: Intro Beleid Educatie

    Landelijk > Bedrijfsvoering > HRM > Opleiding en selectie RM > Opleiding > Permanente educatie 
    Permanente educatie - PE-30 

    De Rechtspraak is een kennisintensieve organisatie. De kwaliteit van de medewerkers is essentieel. Dit betekent dat er voldoende tijd beschikbaar moet zijn om kennis en vaardigheden te actualiseren, te verbreden en te verdiepen. Binnen de Rechtspraak is die tijd vastgelegd in een norm. 
    Deze norm, gebaseerd op netto 3 uur scholing per dagdeel, is gesteld op gemiddeld 30 uur per jaar, c.q. een minimum van 90 uur verspreid over een termijn van drie jaar, voor iedere raadsheer, rechter en juridisch medewerker. De norm is uit het oogpunt van kwaliteitshandhaving ook van toepassing op parttimers die een gecombineerde functie uitoefenen (vakinhoudelijk en management). 
    Wat wel en wat niet onder de norm valt en hoe het zit met registratie van de norm en andere vragen, wordt hieronder aangegeven bij de 'meest gestelde vragen' over permanente educatie. 

    De norm voor permanente educatie wordt momenteel doorontwikkeld. Tijdens de doorontwikkeling van deze norm besteden alle gerechten wel aandacht aan kennisbevordering en opleiding, maar wordt hier door gerechten wisselend invulling aan gegeven. Bij de aankomende doorontwikkeling van de PE-norm wordt vakbekwaamheid als uitgangspunt gehanteerd. Vooruitlopend op de doorontwikkeling van de PE-norm registreert een aantal gerechten geen realisatiecijfers meer. Gerechten die al zoeken naar een andere invulling van de scholingsbehoefte dan de huidige kwantitatieve norm, experimenteren bijvoorbeeld met het instrument portfolio voor het bijhouden en ontwikkelen van de vakbekwaamheid of werken met persoonlijke opleidingsplannen of een plan per team. 

    Meestgestelde vragen PE-30:

    Vraag : Bij wie kan ik terecht met specifieke vragen? (1)

    Voor vragen over de landelijke kwaliteitsnormen, waaronder de PE-norm, kun je contact opnemen met het cluster kwaliteit van het bureau van de Rvdr: 

    Beleidsmedewerker Kwaliteit
    06-(geanonimiseerd)
    (geanonimiseerd) @rechtspraak.nl

    Vraag : Hoe wordt over PE gerapporteerd? 

    In bestuurlijke overleggen tussen de Raad voor de rechtspraak en het gerechtsbestuur wordt jaarlijks gesproken over permanente educatie. De norm is gesteld op gemiddeld 30 uur per jaar, c.q. een minimum van 90 uur verspreid
    over een termijn van drie jaar, voor iedere raadsheer, rechter en juridisch medewerker. Dit is gebaseerd op netto 3 uur scholing per dagdeel. Het gerecht rapporteert jaarlijks het percentage raadsheren, rechters en juridisch
    medewerkers dat gemiddeld 30 uur per persoon, gemeten over de afgelopen drie jaar, educatie heeft gevolgd. Bij de jaarverantwoording over jaar X, zijn dat de jaren X en de twee voorafgaande jaren. Steeds wordt het percentage berekend
    van medewerkers die, berekend over deze driejaarsperiode, gemiddeld 30 uur PE (of meer) hebben gehaald (jaarverslag) of zullen halen (jaarplan). Nu de PE-norm wordt doorontwikkeld is handhaving van de huidige PE-norm
    losgelaten. Vooruitlopend op de doorontwikkeling registreert een aantal gerechten geen realisatiecijfers meer. Gerechten die al zoeken naar een andere invulling van de scholingsbehoefte dan de huidige kwantitatieve norm, experimenteren
    bijvoorbeeld met het instrument portfolio voor het bijhouden en ontwikkelen van de vakbekwaamheid of werken met persoonlijke opleidingsplannen of een plan per team. Vanaf 2018 kunnen daarom geen uitspraken meer worden gedaan over
    de gemiddelde realisatie van de PE-norm ten opzichte van voorgaande jaren (jaarverslag).

    Vraag : Hoe wordt PE geregistreerd?

    Van iedere rechter, raadsheer en juridische medewerker moeten de
    opleidingsuren binnen het kader van permanente educatie worden geregistreerd.
    Er is een landelijk systeem voor het registreren van opleidingsuren beschikbaar.
    Uitgangspunt is netto opleidingsuren. Reistijd, voorbereidingstijd en pauzes
    worden niet meegerekend.
    1 netto opleidingsuur = 1 PE punt
    1 dagdeel = 3 netto opleidingsuren = 3 PE punten.
    In het lokaal gehanteerde registratiesysteem dient een module te worden
    ingebouwd voor uitvraag van het gemiddelde over de afgelopen drie jaar.
    Ook educatie van rechters, raadsheren of juridisch medewerkers die instromen
    wordt geregistreerd.

    Vraag : Mag van de norm worden afgeweken en wie bepaalt dat?

    De norm biedt voldoende ruimte voor maatwerk. Het is echter aan het gerechtsbestuur (de leidinggevende) om te beoordelen of een afwijking op basis van bijzondere omstandigheden op haar plaats is. 

    Vraag : Wat valt er onder de norm PE?

    De norm is gesteld op gemiddeld 30 uren per jaar, c.q. een minimum van 90 uur verspreid over een termijn van drie jaar. Dit is gebaseerd op netto 3 uur scholing per dagdeel. De norm voor permanente educatie geldt voor raadsheren, rechters en juridisch medewerkers (onder laatstgenoemde wordt mede begrepen de stafjurist a en b, de senior en junior juridisch medewerker en de mediationfunctionaris). 
    De norm is uit het oogpunt van kwaliteitshandhaving ook van toepassing op part timers en raadsheren, rechters en juridisch medewerkers die een gecombineerde functie uitoefenen (vakinhoudelijk en management). 
    Op collectief bestuurlijk niveau wordt bepaald hoe PE ingevuld kan worden, in de praktijk gebeurt dit door het Presidenten-Raad-Overleg (PRO). Of een individuele cursus valt onder PE, is ter beoordeling aan de opleidingscoördinator van een gerecht. 
    PE kan ingevuld worden door: 
    - Het volgen van cursussen en trainingen die kennis en vaardigheden actualiseren, verbreden en verdiepen, met nadrukkelijke aandacht voor Europees recht en kennis van empirische wetenschappen;
    - De vakinhoudelijke cursussen kunnen ook bestaan uit actualiteitencursussen, studiedagen, symposia, maatschappelijke stages en werkbezoeken. Deze moeten van voldoende juridische inhoudelijk niveau zijn.
    - Opleidingsactiviteiten die in kader van een wisseling van sector/rechtsgebied worden ondernomen, vallen eveneens onder permanente educatie.

    Maximaal 50% van de PE-uren kan worden ingevuld door:
    - Het geven van onderwijs op het eigen vakgebied, waarbij gebruik wordt gemaakt van studiemateriaal; 
    - Het schrijven van juridische artikelen binnen het eigen vakgebied.

    Vraag : Wat valt niet onder permanente educatie?

    - Opleidingen die vallen onder de initiële opleiding, i.c. Raio- en Rio­-opleiding en de basis educatie voor de juridische medewerker; 
    - Intervisie en coaching; 
    - Jurisprudentieoverleg, werkoverleg, bilateraal overleg, bijhouden van literatuur en jurisprudentie;
    - Managementopleidingen.

    Vraag : Wie kent PE punten toe aan opleidingsactiviteiten?

    Het gerecht is verantwoordelijk voor de toepassing van de norm voor permanente educatie met inachtneming van de landelijke uitgangspunten. Het gerecht bepaalt of voor deelname aan een opleidingsactiviteit PE-punten worden toegekend.  

    Het opleidingsinstituut van de Rechtspraak, SSR, is de eerst aangewezene om te voorzien in de behoefte aan permanente educatie. Aan alle vakinhoudelijke opleidingsactiviteiten van SSR kunnen in beginsel PE-punten worden toegekend. SSR gaat uit van 3 netto opleidingsuren per dagdeel, dus opleidingsuren zonder voorbereidingstijd en pauzes (1 dagdeel = 3 PE punten). 
    Voor zover het om opleidingen buiten SSR gaat, beschikken de gerechten zelf over voldoende kennis om te beoordelen of een opleiding voldoende toegevoegde waarde heeft om als permanente educatie mee te tellen. 

    Documenten PE-30

    Naam
    - Adviesrapport Borging-permanente-educatie-2006 
    - Brief Raad 20 april 2006 (UIT 8575 BVAK)
    - Brief Raad 24 mei 2006 (UIT 8790 BVAK) 
    - Evaluatierapport-kwaliteitsnormen-2008-2011 
    - Eindrapport kwaliteitsnormen-2012
    - Rapport-Opleidingsvisitatie-Rechtspraak-2016
  • [geanonimiseerd]

    datum: 24 juni 2022
    ons kenmerk: UIT [geanonimiseerd]
    onderwerp: Besluit op uw Woo-verzoek

    Geachte [geanonimiseerd], 

    Met uw brief van 30 mei 2022 met kenmerk [geanonimiseerd], inzake “Woo-verzoek fraudespreekuur”, heeft u de Raad voor de rechtspraak hierna: de Raad), onder verwijzing naar de Wet open overheid (hierna: Woo) gevraagd om informatie openbaar te maken over het ‘fraudespreekuur’. Meer specifiek heeft u (samengevat) gevraagd om een overzicht, althans documenten c.q. vastleggingen, beleid dan wel werkafspraken, interne memo’s of andersoortige vastleggingen, waaruit volgt:

    1. hoe binnen de Raad voor de rechtspraak, meer specifiek door rechter-commissarissen, wordt omgegaan met een melding van een curator in het fraudespreekuur over vermoedelijke fiscale delicten/fraude, bijv. belastingfraude, faillissementsfraude en/of bestuurdersaansprakelijkheid, meer in het bijzonder welke factoren een rol spelen en/of welke afwegingen worden gemaakt om te bepalen of een controle door de Belastingdienst wordt ingesteld, dan wel een aangifte wordt gedaan door de curator, dan wel een strafrechtelijk onderzoek wordt gestart.

    2. wat de rol van de rechter-commissaris is binnen het fraudespreekuur:
      1. Hoe komt de rechter-commissaris aan informatie dat mogelijk sprake is van fraude?
      2. Waarom neemt de rechter-commissaris een stimulerende houding in? 
      3. Toetst de rechter-commissaris of sprake is van een verdenking van een strafbaar feit? 
      4. Welke betrokkenheid heeft de rechter-commissaris in dit stadium bij de eventuele start van een strafrechtelijk onderzoek?
      5. Blijft de rechter-commissaris daarna bij dit onderzoek betrokken?

    3. hoe de Raad voor de rechtspraak in zijn algemeenheid, en meer specifiek de rechter-commissaris, de Belastingdienst, het Openbaar Ministerie en/of de FIOD omgaan met de informatieverplichtingen uit de diverse wetten (zoals de Faillissementswet en de Algemene wet inzake rijksbelastingen) en een eventuele samenloop met een onderzoek naar verwijtbaarheid van de belastingplichtige/verdachte/gefailleerde in verband met mogelijk opleggen van bestuurlijke boetes c.q. het instellen van strafvervolging, zoals bijvoorbeeld wils(on)afhankelijk materiaal, en in verband met het verzoek en/of toepassen van inbewaringstelling van de gefailleerde.

    4. welke instantie c.q. betrokkene bij het fraudespreekuur contact onderhoudt met c.q. informeert c.q. terugkoppeling geeft aan een andere betrokkene c.q. andere betrokken instanties bij het fraudespreekuur. Bijvoorbeeld:
      1. geeft het Openbaar Ministerie/Belastingdienst na een ingestelde strafvervolging of controleonderzoek een terugkoppeling aan de curator in het betreffende faillissement of de rechter-commissaris nadat in het fraudespreekuur hierover is gesproken? 
        1. Zo ja, gaat dit op verzoek, is het desgevraagd, is het spontaan en/of automatisch, schriftelijk en/of mondeling?
        2. Wat is de grondslag voor de informatieuitwisseling
      2. geeft de curator informatie aan het Openbaar Ministerie c.q. Belastingdienst c.q. de Raad voor de rechtspraak, meer specifiek de rechter-commissaris over de voortgang/ontwikkelingen/diens bevindingen in het faillissement?
        1. Zo ja, gaat dit op verzoek, is het desgevraagd, is het spontaan en/of automatisch, schriftelijk en/of mondeling?
        2.  Wat is de grondslag voor de informatieuitwisseling
      3. Is er beleid c.q. zijn er werkafspraken, dan wel andere documenten of vastleggingen e.d. waaruit volgt hoe de procedure (fiscaal, strafrechtelijk, en in het faillissement) zich vervolgt nadat de curator aangifte heeft gedaan?
    Bij brief van 1 juni 2022 bent u geïnformeerd dat de Raad uw verzoek in goede orde ontving en dat u in beginsel binnen vier weken na de ontvangst ervan een besluit kon verwachten. 

    Wettelijk kader
    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit
    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. Daarvoor zijn verschillende verklaringen, die ik hieronder uiteenzet.

    Er is geen betrokkenheid (geweest) van de Raad bij het fraudespreekuur: ‘lokaal initiatief’
    Het fraudespreekuur is een ‘lokaal initiatief’ (geweest), oftewel: een initiatief van een (lokaal) gerecht, in dit geval rechtbank Den Haag. Het initiatief is inmiddels door andere rechtbanken overgenomen. De door u gevraagde informatie – voor zover aanwezig – zal derhalve bij de gerechten berusten. 

    De gerechten vallen niet onder de reikwijdte van artikel 2.2 Woo. Zij zijn geen bestuursorgaan in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en zij zijn, anders dan de Raad, voor de toepassing van de Woo ook niet als zodanig aangemerkt. In de geconsolideerde artikelsgewijze toelichting van de Woo d.d. 22 oktober 2021 wordt bevestigd dat de rechterlijke macht uitdrukkelijk niet onder het toepassingsbereik van de Woo wordt gebracht.[1] 

    De gerechten zijn ook geen onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf, als bedoeld in artikel 4.1 Woo. 
    Een en ander betekent dat u geen Woo-verzoek kunt richten aan een gerecht.

    Er is geen betrokkenheid (geweest) van de Raad bij het fraudespreekuur: taken en bevoegdheden
    Dat de Raad niet betrokken is (geweest) bij het fraudespreekuur, hangt ook samen met de taken en bevoegdheden die de Raad heeft en met de grenzen die daaraan zijn gesteld in verband met de onafhankelijkheid van de Rechtspraak als de derde staatsmacht. Deze taken, bevoegdheden en grenzen zijn beschreven in de Wet op de rechterlijke organisatie (hierna: Wet RO), om precies te zijn in de artikelen 91 tot en met 96a. 

    De taken en bevoegdheden van de Raad liggen voornamelijk op het gebied van bedrijfsvoering. Bij de uitvoering van die taken en bevoegdheden, treedt de Raad bovendien niet in de procesrechtelijke behandeling van, de inhoudelijke beoordeling van alsmede de beslissing in een concrete zaak of in categorieën van zaken (artikel 96 Wet RO). 

    Om deze redenen beschikt de Raad niet over bijvoorbeeld beleid dan wel werkafspraken, interne memo’s of andersoortige vastleggingen, waaruit volgt hoe door rechter-commissarissen wordt omgegaan met een melding van een curator in het fraudespreekuur over vermoedelijke fiscale delicten/fraude, bijv. belastingfraude, faillissementsfraude en/of bestuurdersaansprakelijkheid, meer in het bijzonder welke factoren een rol spelen en/of welke afwegingen worden gemaakt om te bepalen of een controle door de Belastingdienst wordt ingesteld, dan wel een aangifte wordt gedaan door de curator, dan wel een strafrechtelijk onderzoek wordt gestart, laat staan dat hij daar invloed op heeft. 

    Een deel van uw verzoek is gericht op informatie van andere bestuursorganen
    U verzoekt de Raad onder meer om informatie over hoe de Belastingdienst, het Openbaar Ministerie en/of de FIOD omgaan met de informatieverplichtingen uit de diverse wetten (zoals de Faillissementswet en de Algemene wet inzake rijksbelastingen) en een eventuele samenloop met een onderzoek naar verwijtbaarheid van de belastingplichtige/verdachte/gefailleerde in verband met mogelijk opleggen van bestuurlijke boetes c.q. het instellen van strafvervolging, zoals bijvoorbeeld wils(on)afhankelijk materiaal, en in verband met het verzoek en/of toepassen van inbewaringstelling van de gefailleerde.

    Daarnaast verzoekt u de Raad om informatie met betrekking tot de vragen:

    • of het Openbaar Ministerie/de Belastingdienst na een ingestelde strafvervolging of controleonderzoek een terugkoppeling geeft aan de curator in het betreffende faillissement, nadat in het fraudespreekuur hierover is gesproken?
    • of de curator informatie geeft aan het Openbaar Ministerie c.q. de Belastingdienst over de voortgang/ontwikkelingen/diens bevindingen in het faillissement?

    Het ligt voor de hand om te denken dat deze informatie bij het Openbaar Ministerie en/of de Belastingdienst aanwezig is. Op grond van artikel 4.2 Woo rust daarom op de Raad in beginsel de verplichting om het verzoek door te zenden aan het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst. Omdat ik heb begrepen dat uw verzoek eerder al door hen is ontvangen en afgedaan en omdat u als professional weet waar (mogelijk) meer informatie berust (u heeft daar met uw verzoek aan het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst ook blijk van gegeven), heb ik gemeend uw verzoek niet aan hen te hoeven doorzenden.[2] Dat heb ik dan ook niet gedaan.

    Een kopie van uw Woo-verzoek en het onderhavige Woo-besluit zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    [1] Bijlage 2 bij Kamerstukken II 2019/20, 35 112, nr. 9.
    [2] Vgl. ABRvS 18 november 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3556.
  • [geanonimiseerd]
    Uitsluitend per e-mail: 
    [geanonimiseerd]

    datum: 20 mei 2022
    ons kenmerk: UIT [geanonimiseerd]
    onderwerp: Besluit Woo-verzoek

    Geachte [geanonimiseerd],

    In onze ontvangstbevestiging van 13 mei 2022 hebben wij aangegeven met u in overleg te willen treden over de precisering van uw verzoek. Helaas heeft u mij niet gebeld om uw verzoek te bespreken. Na verder intern onderzoek zijn wij tot de conclusie gekomen dat u uw verzoek niet hoeft te preciseren en dat wij direct een besluit kunnen nemen op uw Woo-verzoek. Het besluit treft u hierbij aan. 

    U heeft gevraagd om ‘documenten die aantonen dat de rechtspraak hiermee bezig is of plannen hiervoor heeft en die aantonen wanneer dit klaar moet zijn’, verwijzend naar uw eerste vraag, waarin u vraagt of er rechterlijke uitspraken zijn gedaan op basis van artificiële intelligentie, de robo(t)rechter of andere digitale uitspraak vonnis technieken. 

    Er zijn bij de Rechtspraak geen uitspraken gedaan op basis van artificiële intelligentie. Er zijn ook geen plannen binnen de Rechtspraak om dit te gaan doen. 

    Wij kunnen uw verzoek dus niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij ons aangetroffen. 

    Binnen de Rechtspraak wordt wel nagedacht over het gebruik van AI, zowel in het primaire proces als bij ondersteunende processen. Ik verwijs u graag naar een tijdschrift van de Rechtspraak uit 2019 met als titel: Algoritmes in de rechtspraak. Wat artificiële intelligentie kan betekenen voor de rechtspraak. U kunt dit tijdschrift via deze link (pdf, 1,5 MB) downloaden. 

    In deze publicatie wordt ook het promotieonderzoek van Manuella van der Put genoemd. Manuella van der Put is senior strafrechter bij rechtbank Oost-Brabant en promoveert op woensdag 25 mei 2022 op haar proefschrift 'Kunstmatige Intelligentie bij rechterlijke oordeelsvorming' aan de Tilburg University. De verdediging van haar proefschrift kunt u op 25 mei 2022 vanaf 16.30 uur volgen via een livestream op de website: https://www.tilburguniversity.edu/nl/actueel/agenda/promotie-mjma-put 

    Ik merk daarbij op dat onderzoeksgegevens niet vallen onder de Wet open overheid.  

    De Rechtspraak maakt in beperkte wel gebruik van AI bij andere processen dan het doen van uitspraken. Denk daarbij aan o.a. het factureringsproces en het anonimiseren van uitspraken. Ook wordt er bijvoorbeeld onderzocht hoe er door de Rechtspraak effectiever toezicht kan worden uitgeoefend op bewindvoerders en curatoren door data beter te benutten. Ik verwijs u naar dit (al openbare) bericht: “Met Splunk werken we datagedreven” - Werken bij de Rechtspraak. 

    Een ander voorbeeld is een softwarerobot voor het voorbereiden van de planning van een raadkamer gevangenhouding, waar nu bij enkele gerechten ervaring mee wordt opgedaan. Deze robot ondersteunt griffiemedewerkers bij repeterende werkzaamheden.

    Een kopie van uw Woo-verzoek en het onderhavige Woo-besluit zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.
  • Beslissing op bezwaar 16 maart 2023

    Beslissing op bezwaar (pdf, 253,9 KB)

    Besluit 31 mei 2022


    [geanonimiseerd]
    Uitsluitend per e-mail: 
    [geanonimiseerd]

    datum: 31 mei 2022
    ons kenmerk: UIT [geanonimiseerd]
    onderwerp: Besluit Woo-verzoek

    Geachte [geanonimiseerd],

    Op 8 mei 2022 heeft u bij de Raad een Woo-verzoek, geregistreerd onder nummer 2022-001, ingediend. Het besluit treft u hierbij aan.

    U heeft gevraagd om 3 (categorieën van) documenten waarin u geïnteresseerd bent, namelijk 1) het openbare volmachtregister van de Raad als bedoeld in artikel 4 van de Regeling financieel beheer van het Rijk, 2) documenten verband houdende met verplichtingen van de Raad die voortvloeien uit artikel 16a Handelsregisterwet en 3) alle bij de Raad beschikbare documenten
    over de niet naleving van de bepalingen in art. 4 van de Regeling financieel beheer van het Rijk door rechtbanken, gerechtshoven, de CRvB en het Cbb.

    Ad 1)
    De stukken uit het openbaar volmachtregister zijn reeds openbaar, nu zij zijn gepubliceerd in de Staatscourant. Ik volsta daarom met een verwijzing naar deze stukken:

    - Mandaat- en volmachtbesluit directeur bureau Raad voor de rechtspraak

    - Besluit tot wijziging van het Mandaat- en volmachtbesluit financieel directeur en afdelingshoofden bureau Raad voor de rechtspraak

    - Besluit tot wijziging van het Instellings- en mandaatbesluit Landelijk Dienstencentrum Rechtspraak

    - Besluit tot wijziging van het Instellings- en mandaatsbesluit IV-organisatie Rechtspraak

    - Volmacht- en machtigingsbesluit Inkoop Rechtspraak 2018

    - Instellings-, mandaat- en volmachtbesluit KEI
    https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-67858.html

    - Mandaatbesluit bevoegdheden Directeur SSR:

    - Besluit tot wijziging van het Mandaatbesluit bevoegdheden college van bestuur SSR

    Ad 2) en 3)
    Er zijn geen documenten binnen de Raad aangetroffen die verband houden met 2e en 3e verzoek. Wij kunnen uw verzoek dus niet inwilligen. Hierbij merk ik op dat de Wet open overheid slechts van toepassing is op de Raad voor de rechtspraak, de landelijke diensten en het college van afgevaardigden. De rechtbanken, gerechtshoven, de CRvB en het Cbb vallen buiten de reikwijdte van de Wet open overheid. U kunt uiteraard wel altijd een schriftelijk verzoek om informatie aan de gerechten toesturen.

    Bij de inschrijvingen in het register van de Kamer van Koophandel zijn door de Raad en de landelijke diensten abusievelijk 
    niet de volmachten geregistreerd. Door uw Woo-verzoek zijn wij hierop gewezen en zullen wij deze volmachten alsnog registreren.

    Een kopie van uw Woo-verzoek en het onderhavige Woo-besluit zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst.

    Hoogachtend,
    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze,
    O.F.J. Welling
    directeur

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.