Laden...

Besluiten Wet open overheid 2023

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksOrganisatie > Raad voor de rechtspraak > Besluiten Wet open overheid 2023

Toelichting

Alle Woo-verzoeken waarover een besluit is genomen, zijn hier gepubliceerd. U vindt het besluit en eventuele bijlagen, zoals een totaalbestand met openbaargemaakte documenten.

 

 Besluiten Wet open overheid 2023

>Alles uitklappen
  • Uitsluitend per e-mail: (geanonimiseerd)

    datum: 12 december 2023
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Bij uw mailbericht van 12 november 2023 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) gevraagd, met een beroep op de Wet open overheid (de Woo), de geldende eed of belofte van de rechters en griffiers, welke werkzaam zijn bij de rechtbank Zeeland-West Brabant (locatie Tilburg en Breda), openbaar te maken. Daarnaast vraagt u de Raad een kopie te verstrekken van het document, waarin de datum staat vermeld van de opheffing van de kantongerechten Tilburg en Bergen op Zoom. 

    Op 24 november heb ik de ontvangst van uw verzoek bevestigd. 

    Besluit

    Ik heb besloten uw Woo-verzoek af te wijzen. Dit oordeel zal ik hieronder nader motiveren. 

    Opheffing kantongerechten Tilburg en Bergen op Zoom

    Alle zelfstandige kantongerechten, waaronder de kantongerechten Tilburg en Bergen op Zoom, zijn in 2002 opgeheven en daarna verder geïntegreerd in de rechtbanken als aparte sectoren. Aanleiding daarvoor was de totstandkoming van de Wet organisatie en bestuur gerechten in 2001. Deze wet is destijds conform de voorgeschreven wijze bekend gemaakt middels plaatsing in de Staatscourant (Staatsblad 2001, 582 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl).

    Tot 2013 waren Tilburg en Bergen op Zoom nevenvestigingsplaatsen van de rechtbank Breda. Dat is gedaan op grond van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen (het BNN), zie wetten.nl - Regeling - Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen - BWBR0013129 (overheid.nl). Het BNN is per 1 januari 2013 vervallen. 

    De herziening van de rechterlijke organisatie in 2013 heeft een einde gemaakt aan de plicht om binnen elke rechtbank een aparte sector kanton te hebben. Echter, de meeste rechtbanken hebben ervoor gekozen deze aan te houden als 'kamer voor kantonzaken' of 'de kantonrechter'.

    Zoals aangegeven, berust de opheffing van de kantongerechten op een wettelijke grondslag. De Raad beschikt derhalve niet over aparte opheffingsdocumenten. Ik kan geen documenten openbaar maken waarover ik niet beschik. Om die reden wijs ik dit onderdeel van uw verzoek af. 

    Eed/belofte rechters en griffiers

    De door u verzochte informatie over de geldende eed of belofte van de rechters en griffiers is opgenomen in het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren. Ik verwijs u, overeenkomstig artikel 4.5, tweede lid van de Woo, naar de vindplaats wetten.nl - Regeling - Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren - BWBR0006530 (overheid.nl) 

    Op informatie die reeds van overheidswege openbaar is gemaakt is de Woo niet van toepassing.

    Ik heb daarom besloten dit onderdeel van uw verzoek af te wijzen. Volgens vaste jurisprudentie valt hetgeen dat al openbaar is gemaakt niet meer onder de werking van de Woo. Zie de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 26 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2869, 27 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3563, en van 20 oktober 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BO1165.

    Inschrijving in het handelsregister 

    U stelt in uw verzoek dat de genoemde kantongerechten destijds ten onrechte niet ingeschreven zijn in het handelsregister van de KvK als nevenvestigingsplaatsen. Volgens u bevat de Handelsregisterwet 2007 en 2008 een inschrijvingsplicht voor de gerechten. Ik kan deze mening niet volgen. De gerechten en de Raad voor de rechtspraak zijn geen vereniging of stichting. De gerechten en de Raad voor de rechtspraak behoren tot de publiekrechtelijke rechtspersoon Staat der Nederlanden, ook al voor het moment van inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Inschrijving in het handelsregister staat los van de vraag of een orgaan een publiekrechtelijk rechtspersoon is. Het was niet mogelijk voor publiekrechtelijke organisaties om zich in te schrijven bij de Kamer van koophandel. Sinds de wijziging van het Handelsregisterbesluit in 2021 kunnen de gerechten vrijwillig inschrijven bij de KvK. Het Handelsregisterbesluit legt geen verplichting op maar biedt slechts een mogelijkheid. Ik verwijs u naar de Nota van Toelichting bij dit Besluit, waarin staat:  “De thans in artikel 8, derde lid, van het Handelsregisterbesluit 2008 ontstane mogelijkheid tot inschrijven is bedoeld voor de Hoge Colleges van Staat, het Kabinet van de Koning en onderdelen van de rechterlijke macht, zoals de Raad voor de Rechtspraak, rechtbanken en gerechtshoven. Deze maken onderdeel uit van de publiekrechtelijke rechtspersoon de Staat, maar zijn geen ministerie of baten-lastendienst, noch kunnen zij door deze gefaciliteerd worden. Mocht in de toekomst blijken dat deze problematiek zich ook voordoet bij andere publiekrechtelijke rechtspersonen dan de Staat, dan zal worden bezien of deze bepaling verbreed dient te worden.” Zie: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2021-208.html

    De organisatie van de gerechten en de Raad voor de rechtspraak is nader uitgewerkt in onder andere de Wet op de Rechterlijke Organisatie, de Wet organisatie en bestuur gerechten en de Wet Raad voor de rechtspraak. In de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren staat meer informatie over de benoeming van rechters.

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. 

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze.

    O.F.J. Welling
    directeur

  • Uitsluitend per e-mail: (geanonimiseerd)

    datum: 1 december 2023
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    Onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd), 

    Bij uw brief van 24 oktober 2023, ontvangen op 27 oktober 2023, heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) gevraagd, met een beroep op de Wet open overheid (de Woo), informatie openbaar te maken inzake de bevordering van het publiceren van rechterlijke uitspraken en het ontbreken van een wettelijke grondslag voor de publicatie van de uitspraken in Nederland in vergelijking met de andere EU-lidstaten. Tevens heeft u de Raad gevraagd informatie te verstrekken over “verzekeringsrecht gerelateerde uitspraken”.
    Op 2 november 2023 heb ik de ontvangst van uw verzoek bevestigd. Op 23 november 2023 heb ik de beslistermijn met twee weken verlengd. Dat is gedaan op grond van artikel 4.4, tweede lid, van de Woo. 

    Besluit

    Ik heb besloten uw Woo-verzoek af te wijzen. Dit oordeel zal hieronder nader motiveren. 

    Reeds openbare informatie

    Wanneer informatie eenmaal openbaar is gemaakt, bijvoorbeeld naar aanleiding van een eerder Woo-verzoek, is de informatie vervolgens voor iedereen openbaar. De door u verzochte informatie over de bevordering van de publicatie van de uitspraken en het ontbreken van een wettelijke grondslag is reeds openbaar. Ik verwijs u, overeenkomstig artikel 4.5, tweede lid van de Woo, naar de vindplaatsen Besluiten Wet open overheid 2023 | Raad voor de rechtspraak en Besluiten Wet open overheid 2022 | Raad voor de rechtspraak. Zie in het bijzonder mijn besluiten van 22 november 2022, 12 april 2023, 23 november 2023 en 28 november 2023. 

    Ook voor wat betreft het onderdeel ‘rechter-plaatsvervangerschap’ geldt dat hierover al diverse Woo-besluiten zijn genomen en de informatie reeds openbaar is gemaakt. Ik verwijs u naar de besluiten van 20 maart 2023 en 22 september 2022. 

    Ik heb besloten om uw verzoek daarom af te wijzen, omdat de Woo niet van toepassing is op al openbare informatie. Volgens vaste jurisprudentie valt hetgeen dat al openbaar is gemaakt niet meer onder de werking van de Woo. Zie de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 26 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2869, 27 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3563, en van 20 oktober 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BO1165.

    Uitspraken over het verzekeringsrecht

    Wat betreft uw verzoek over de uitspraken die betrekking hebben op het verzekeringsrecht, geldt het volgende. De informatie waar u om vraagt, specifiek voor wat betreft uitspraken, berust bij de gerechten. De gerechten zijn uitgezonderd van de Woo. Enkel de Raad voor de rechtspraak alsmede het College van afgevaardigden, vallen onder de Wet open overheid (art. 2.2 lid 1 sub c Woo). 
    Daarom kan de Raad geen uitspraken openbaar maken op grond van de Woo. Ik wijs dit deel van uw verzoek af.

    Opvragen uitspraken

    Uit uw Woo-verzoek en de het mailbericht van uw gemachtigde d.d. 2 november 2023 heb ik begrepen dat u op zoek bent naar uitspraken in bepaalde zaken, waaronder zaken waarbij u procespartij was. Ook deze informatie berust niet bij de Raad maar bij de gerechten. U kunt de afzonderlijke gerechten rechtstreeks verzoeken u uitspraken te verstrekken.

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. 

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze.

    O.F.J. Welling
    directeur
  • Uitsluitend per e-mail:

    datum: 27 november 2023
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Middels uw mailbericht van 30 oktober 2023 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) gevraagd informatie te verstrekken inzake de doorlooptijden van de zogeheten 'versnelde' hoger beroepen in de afgelopen twee maanden. Desgevraagd gaf u op 4 november 2023 aan dat uw verzoek betrekking heeft op de belastingzaken. 

    Besluit

    Ik heb besloten uw Woo-verzoek af te wijzen. Dit oordeel zal ik hieronder nader motiveren. 

    Motivering

    Als eerste wil ik u wijzen op het volgende. De Woo ziet uitsluitend op het openbaar maken van bestaande documenten en verplicht niet om speciaal voor het beantwoorden van een Woo-verzoek documenten te maken. Bestaan desbetreffende documenten niet, dan kunnen deze dus ook niet openbaar worden gemaakt. Ik verwijs hierbij naar artikel 2.1 Woo dat bepaalt dat de documenten die voorwerp van een Woo-verzoek zijn bij het bestuursorgaan moeten berusten. Het begrip ‘berusten’ dient feitelijk te worden uitgelegd. 

    De Raad beschikt niet over informatie inzake de doorlooptijden van de versnelde hoger beroepen die betrekking hebben op belastingzaken. De Woo bevat geen verplichting om gegevens te vervaardigen die niet in bestaande documenten zijn neergelegd, ongeacht de mate van inspanning. Ik verwijs u verder naar de vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 5 juni 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:CA2102). 

    Ik heb geprobeerd – onverplicht, dat wil zeggen zonder dat deze verplichting op grond van de Woo op de Raad rust - de gevraagde gegevens te verzamelen uit de databases van de Raad. Echter, de verrichte zoekslag heeft geen relevante informatie opgeleverd. Hoewel er voor diverse zaakstromen wordt bijgehouden welke doorlooptijden er zijn, geldt dit niet voor ‘versnelde hoger beroepen’ en ook niet bij ‘versnelde hoger beroepen die verband houden met het belastingrecht’. De door u gevraagde informatie, kan dus niet door de Raad aan u worden verstrekt. 

    Voor de volledigheid verwijs ik u tevens naar een Woo-besluit van 14 december 2022 en een beslissing op bezwaar van 17 juli 2023, waarin over de vraag data te verstrekken op grond van de Woo, door de Raad in bezwaar is beslist. 

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. 

    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze.

    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    datum: 9 oktober 2023
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Bij uw brief van 6 september 2023, ontvangen op 11 september 2023, heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) gevraagd, met een beroep op de Wet open overheid (de Woo), informatie voor eenieder openbaar te maken inzake -kort samengevat- de verlaging van de proceskosten in de procedures die betrekking hebben op de Wet waardering onroerende zaken (WOZ-zaken). 

    In uw Woo-verzoek verwijst u naar een artikel op rechtspraak.nl  en refereert u naar twee uitspraken van de rechtbank Midden-Nederland en een nieuwsbericht op rechtspraak.nl. U vraagt de Raad het onderzoek dat ten grondslag zou liggen aan deze twee uitspraken, te verstrekken. Meer specifiek vraagt u om de volgende documenten:

    • de onderzoeksvraag en de reden tot het onderzoek;
    • welke steekproeven zijn er in het onderzoek verricht;
    • alle onderzoeken, data, verdere gegevens en welke cijfers dan ook die ten grondslag liggen aan de beraadslagingen, vergaderingen hoe ook genaamd;
    • alle beraadslagingen, vergaderingen hoe ook genaamd voorafgaand aan het onderzoek of anders te noemen alle beraadslagingen, vergaderingen hoe ook genaamd die geleid hebben tot het afwijken van de werkwijze van de hogerberoepsrechters;
    • de uitkomsten of anders te noemen conclusies van de beraadslagingen, vergaderingen, hoe ook genaamd, die hebben geleid tot de andere werkwijze in afwijking van de hogerberoepsrechters;
    • de conclusies en eventuele peerreviews op het onderzoek;
    • de definitieve conclusie van de beraadslagingen, vergaderingen hoe ook genaamd;
    • uitsluiting of bevestiging dat de rechters die betrokken waren bil de uitspraak niet degenen waren die betrokken waren bij al het zojuist genoemd.

    Op 13 september heb ik de ontvangst van uw verzoek bevestigd. Met betrekking tot uw verzoek om informatie bericht ik u als volgt.

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit 

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Naar aanleiding van uw Woo-verzoek heb ik een gedegen onderzoek gedaan naar het bestaan van de documenten die onder de reikwijdte van uw verzoek vallen. Echter, de uitgevoerde zoekslag heeft geen relevante documenten opgeleverd. Het bureau van de Raad en de Raad zelf zijn niet betrokken geweest bij enig onderzoek, zoals door u genoemd. Overigens vermeldt het artikel of de uitspraken niet dat er onderzoek is geweest. De Raad is ook niet bekend met een onderzoek dat volgens u de basis vormde voor de verlaging van de proceskosten.

    De door u verzochte stukken over een onderzoek, voor zover zij al aanwezig zouden zijn (dit weet de Raad niet), berusten onder de rechtbank Midden-Nederland zelf. De gerechten vallen niet onder het toepassingsbereik van de Woo. De Woo is uitsluitend van toepassing op de Raad voor de rechtspraak (en de daaronder vallende landelijke diensten) en het College van Afgevaardigden. 

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst.

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    Directeur
  • (geanonimiseerd)

    datum: 25 augustus 2023
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: Woo-besluit (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Bij de brief van 1 augustus 2023, heeft u met een beroep op de Wet open overheid (hierna: de Woo) de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht om openbaarmaking van informatie over (interne) maatregelen van uw Raad of van rechterlijke colleges strekkende tot posteriorisering van bepaalde typen zaken. U verwijst hierbij naar een op 21 juni 2023 verschenen artikel in NRC Handelsblad waarin stond dat de Rechtbank Midden-Nederland al sinds begin 2023 wegens personeelskrapte bepaalde categorieën rechtszaken “op de plank legt”.

    Tevens verzoekt u op de openingspagina van de webpagina’s van elk rechterlijk college waarvan de informatie bekend wordt gemaakt via www.rechtspraak.nl een link te plaatsen naar een overzicht van typen zaken ten aanzien waarvan specifieke maatregelen tot posteriorisering zijn genomen. U verwijst hierbij naar artikel 4.5, eerste lid, Woo, welk artikel stelt dat de verstrekking van de informatie te geschieden in de door u verzochte vorm, tenzij dit redelijkerwijs niet gevergd kan worden.

    Op 2 augustus 2023 heb ik de ontvangst van uw verzoek bevestigd. Met betrekking tot uw verzoek om informatie bericht ik u als volgt.

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit 

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Naar aanleiding van uw Woo-verzoek heb ik een onderzoek gedaan naar het bestaan van de documenten die betrekking hebben op uw verzoek. In dit kader heb ik de afdelingen van het Bureau Raad voor de rechtspraak en de leden van de Raad voor de rechtspraak afzonderlijk gevraagd na te gaan of zij de beschikking hebben over documenten over dit onderwerp. De uitgevoerde zoekslag heeft geen documenten opgeleverd. 

    De door u verzochte stukken, voor zover zij al aanwezig zouden zijn, berusten onder de gerechten zelf. De gerechten zijn uitgezonderd van de Woo. Uitsluitend de Raad voor de rechtspraak (en de daaronder vallende landelijke diensten) en het College van Afgevaardigden vallen onder de Woo. De Raad zal dan ook niet op grond van de Woo de door u verzochte webpagina aanmaken. Los daarvan, geeft de Raad een andere uitleg aan artikel 4.5 lid 1 Woo, dan u dat doet. De Raad meent dat dit artikel uitsluitend aangeeft dat u kan verzoeken de documenten per post, dan wel per e-mail aan u aan te leveren.

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst.

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur
  • Update 19 juli 2024: beslissing op bezwaar (pdf, 242,4 KB)

    (geanonimiseerd)

    datum: 21 augustus 2023
    ons kenmerk:  (geanonimiseerd)
    onderwerp Woo-besluit: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Bij de brief van 22 juli 2023, per e-mail ontvangen op 28 juli 2023, heeft u met een beroep op de Wet open overheid (hierna: de Woo) de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht om openbaarmaking van informatie die - kort samengevat - betrekking heeft op:

    • De beantwoording van de vragen van de civiele kamer van het Poolse Hooggerechtshof over de onafhankelijkheid van de rechter in Nederland en de te volgen benoemingsprocedure. Tevens vraagt u inzage in de resultaten van het Poolse onderzoek “zodra dit aan de Raad van Rechtspraak wordt bekendgemaakt”.
    • De benoemingsprocedure van president van de rechtbank Noord-Holland. Meer specifiek vraagt u inzage in de overgelegde Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) en de controle van de betrouwbaarheid van de verklaring door de Raad, de verstuurde informatie van het gerechtsbestuur van de rechtbank Noord-Holland aan de Raad, de samenstelling van de vertrouwenscommissie en de gerechtsvergadering, het advies van de voorzitter van de Raad welke sollicitanten door de Raad niet geschikt worden geacht om in de vacature te voorzien, de schriftelijke zienswijze van de OR-commissie aan de vertrouwenscommissie over de kandidaten die zijn uitgenodigd, het rapport van de vertrouwenscommissie, de correspondentie tussen de Raad en minister over de benoeming van de president. Daarnaast vraagt u om correspondentie tussen de Raad en de president over een tweetal nieuwsberichten. 

    Op 2 augustus 2023 heb ik de ontvangst van uw verzoek bevestigd. Met betrekking tot uw verzoek om informatie bericht ik u als volgt.

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit 

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Verzoek Poolse Hooggerechtshof

    Tot op heden heeft de Raad geen verzoek ontvangen vanuit het Poolse Hooggerechtshof over de onafhankelijkheid van de rechters in Nederland en of de benoemingsprocedure verenigbaar is met de EU wetgeving. De Raad beschikt ook niet over de resultaten van het door u genoemde onderzoek.

    De benoemingsprocedure van de president van de rechtbank Noord-Holland

    De door u gevraagde informatie over de sollicitatieprocedure is niet meer aanwezig bij de Raad. 

    De sollicitatiegegevens, waaronder de adviezen van de OR-commissie en/of de vertrouwenscommissie, de adviezen en aanbevelingen van de Raad, zijn na afloop van de bewaartermijn volgens de daarvoor geldende regels vernietigd. Dit is gedaan overeenkomstig de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de door de Rechtspraak gevolgde werkwijze, vastgelegd in de NVP Sollicitatiecode. Om die reden zijn geen documenten aangetroffen die op basis van uw verzoek in aanmerking komen voor openbaarmaking. De Woo ziet uitsluitend op bestaande documenten. Als de documenten niet (langer) bestaan, kan ik deze ook niet openbaar maken.

    Bovendien geldt, ook wanneer de documenten nog niet zouden zijn vernietigd, dat de door u gevraagde informatie onder andere ziet op de persoonsgegevens van de sollicitanten. Dergelijke informatie raakt hun persoonlijke levenssfeer in het bijzonder. Daarom kunnen deze gegevens – ook indien deze nog bestaan – onder andere op grond van artikel 5.1 lid 2 sub e Woo, niet openbaar worden gemaakt. Ik verwijs u hierbij tevens naar een uitspraak van de Raad van State van 22 mei 2019: ECLI:NL:RVS:2019:1633.  

    De VOG bevindt zich in het personeelsdossier, dat berust bij de rechtbank. De Raad heeft hier geen toegang toe. De rechtbank valt niet onder de Woo, dus dit document valt buiten de beoordeling van dit Woo-verzoek. 

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst.

    Hoogachtend,
    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze,
    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail: (geanonimiseerd)

    datum: 16 augustus 2023
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: Woo-besluit (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Op 25 juli 2023 ontving de Raad voor de rechtspraak v uw verzoek, met een beroep op de Wet open overheid, om informatie openbaar te maken met betrekking tot de berispte raadsheer en het – aldus uw Woo-verzoek - ondermijnen van het MH17-proces. 

    U heeft hierbij een aantal specifieke documenten genoemd die u wenst te ontvangen, zijnde: 

    • het verzoek van de president van het gerechtshof Den Haag (hierna: het hof) aan de procureur-generaal van 23 februari 2023 tot het instellen van een vordering strekkende tot disciplinaire maatregelen tegen Van Rijnberk, met zes bijlagen, waaronder het verslag van de advocaat-generaal van het ressortsparket van 14 februari 2023 en het verslag van het gesprek van de president van het hof met Van Rijnberk van 22 februari 2023;
    • de e-mailwisseling tussen het kabinet van de procureur-generaal en Van Rijnberk van 24 – 28 februari 2023 inzake uitnodiging gehoor;
    • de e-mail van de bestuurssecretaris van het hof aan de procureur-generaal van 27 februari 2023, inhoudende de reactie van Van Rijnberk op het gespreksverslag van 22 februari 2023;
    • het proces-verbaal van gehoor van 8 maart 2023, met drie bijlagen;
    • de brief van de procureur-generaal aan Van Rijnberk van 9 maart 2023 inzake het verdere verloop van de procedure de e-mail van de president van het hof aan de procureur-generaal van27 maart 2023, ertoe strekkende dat erop wordt aangestuurd dat aan Van Rijnberk de disciplinaire maatregel van schriftelijke berisping wordt opgelegd door de Hoge Raad;
    • de brief van de procureur-generaal aan Van Rijnberk van 28 maart 2023, inhoudende het voornemen tot het instellen van een vordering tot het opleggen van een schriftelijke berisping en de gelegenheid tot het indienen van een schriftelijke zienswijze;
    • de e-mail van Van Rijnberk aan de procureur-generaal van 29 maart 2023, inhoudende het afzien van het indienen van een schriftelijke zienswijze;
    • de e-mail van de president van het hof aan de procureur-generaal van 14 april 2023, inhoudende dat Van Rijnberk per 24 april2023 niet langer werkzaam zal zijn binnen de afdeling strafrecht van het hof;
    • de aan Van Rijnberk opgelegde schriftelijke berisping. 

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Naar aanleiding van uw Woo-verzoek heb ik een onderzoek gedaan naar het bestaan van de documenten die betrekking hebben op uw verzoek, zowel de specifiek door u genoemde documenten als andere documenten die betrekking hebben op de procedure die geleid heeft tot de berisping van de raadsheer. In dit kader heb ik de afdelingen van het Bureau Raad voor de rechtspraak en de leden van de Raad voor de rechtspraak gevraagd na te gaan of zij de beschikking hebben over documenten over dit onderwerp. De uitgevoerde zoekslag heeft geen documenten opgeleverd. 

    De door u verzochten stukken, voor zover zij al aanwezig zouden zijn, berusten onder het gerechtshof Den Haag. Het gerechtshof is uitgezonderd van de Woo. Uitsluitend de Raad voor de rechtspraak (en de daaronder vallende landelijke diensten) en het College van Afgevaardigden vallen onder de Woo. Omdat de P-G van de Hoge Raad niet onder de Woo valt, kan ik uw Woo-verzoek niet doorsturen. 

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,
    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze,
    O.F.J. Welling
    directeur

  • Uitsluitend per e-mail:

    datum: 7 juli 2023
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: Woo-besluit 2023-013

    Geachte (geanonimiseerd),

    Op 23 mei 2023 heeft u een informatieverzoek, gebaseerd op de Wet open overheid (de Woo) ingediend bij de Raad voor de rechtspraak (de Raad). Uw verzoek ziet -kort samengevat- op het openbaar maken van “een overzicht van ontmoetingen/bijeenkomsten/symposia tussen rechters en andere overheidsdiensten,  althans ambtenaren en de daarbij behorende spreekpunten/agenda’s”. 

    Op 25 mei 2023 heb ik de ontvangst van uw verzoek bevestigd. Bij het mailbericht van 21 juni 2023 heb ik de beslistermijn met twee weken verdaagd. Dit is gedaan met toepassing van artikel 4.4, tweede lid, van de Woo. 

    Besluit

    Ik heb besloten uw verzoek af te wijzen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Naar aanleiding van uw informatieverzoek heb ik een onderzoek gedaan naar het bestaan van de stukken die betrekking hebben op uw verzoek. In dit kader heb ik de afdelingen van het Bureau Raad voor de rechtspraak en de landelijke diensten die onder het toepassingsbereik van de Woo vallen (het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR), het Studiecentrum Rechtspleging  (SSR) en de Informatievoorzieningsorganisatie (IVO) gevraagd na te gaan of zij de beschikking hebben over de gevraagde stukken. De uitgevoerde zoekslag heeft geen documenten opgeleverd. 

    In het kader van de permanente educatie, organiseert SSR cursussen, bijeenkomsten en events. Primair en veelal uitsluitend gericht op rechters, raadsheren, medewerkers van de rechtbanken, officieren van justitie en medewerkers van het OM. Bij een beperkt deel van de bijeenkomsten kan sprake zijn van contactmomenten en ontmoetingen tussen rechters en ambtenaren van overheidsdiensten. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan ambtenaren van het OM, de politie, het ministerie van justitie en het Nederlands Forensisch Instituut. Er is geen specifiek overzicht van deze bijeenkomsten. Ook zijn er geen notulen of agenda’s beschikbaar. De bijeenkomsten kennen wel een inhoudelijk programma. De Woo ziet uitsluitend op de openbaarmaking van bestaande documenten. Ik kan geen informatie openbaar maken waarover ik niet beschik.

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.


  • Uitsluitend per e-mail:

    datum: 6 juli 2023
    ons kenmerk: (geanonimiseerd) 
    onderwerp: Woo-besluit 2023-016

    Geachte (geanonimiseerd),

    Bij brief van 15 juni 2023, ontvangen op 19 juni 2023, heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) gevraagd informatie openbaar te maken inzake de beroepsprocedures vanwege niet tijdig beslissen (BNTB) door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Meer specifiek vraagt u inzage in:  

    • Het aantal BNTB-zaken en de doorlooptijden in de periode januari 2021 t/m 20 juni 2023, per kwartaal en indien mogelijk met het onderscheid tussen asiel en regulier.
    • Ter vergelijking vraagt u tevens een overzicht van de BNTB-zaken die niet zien op vreemdelingenzaken (bestuursrechtelijke zaken, in het bijzonder toeslagenzaken).

    Uw verzoek is gebaseerd op de Wet open overheid (de Woo). 

    Op 25 mei 2023 heb ik de ontvangst van uw verzoek bevestigd. Bij het mailbericht van 21 juni 2023 heb ik de beslistermijn met twee weken verdaagd. Dit is gedaan met toepassing van artikel 4.4, tweede lid, van de Woo. 

    Besluit

    Ik wijs uw verzoek af. Ik licht dit besluit als volgt toe. 

    De Woo verplicht de Raad niet om nieuwe documenten te maken. Alleen bestaande documenten vallen onder de Woo.

    De door u gevraagde informatie staat niet in een document. Op basis van uw verzoek zou de Raad een nieuw document moeten maken door gegevens te genereren uit de databases. Dit kan alleen wanneer de informatie in kwestie “zichtbaar is en bijvoorbeeld door middel van een schermafdruk verstrekt kan worden”.  Ik verwijs u tevens uitdrukkelijk naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 maart 2019. In de genoemde uitspraak heeft de Afdeling zich gebogen over het verzamelen van informatie uit een database in het kader van de Woo. De Afdeling heeft als volgt geoordeeld: 

    “De rechtbank heeft verder terecht overwogen dat NMi Certin aannemelijk heeft gemaakt dat geen document betreffende een onderliggend ijkrapport met daarin de details van de meting is opgeslagen in de database. Dat betekent dat NMi Certin de details van de meting niet openbaar hoeft te maken, omdat deze niet in een bestaand document zijn neergelegd”. 

    Dit oordeel komt ook geheel overeen met de uitspraak van de Afdeling van 15 februari 2017: 

    “Gelet op het betoog van het college stelt de Afdeling vast dat, hoewel gegevens over de bezoekersaantallen te vinden zijn in de database, het aantal unieke bezoekers van de website niet in - elektronische - documenten is neergelegd. Dat zijn geen gegevens die door middel van een schermafdruk kunnen worden verstrekt. Om tot een weergave van unieke bezoekers te komen, dient het college gegevens te verzamelen en te bewerken. Naar het oordeel van de Afdeling is alsdan sprake van het vervaardigen van een document. Zoals de Afdeling in voormelde uitspraak eveneens heeft overwogen, bevat de Wob geen verplichting om gegevens te vervaardigen die niet in bestaande documenten zijn neergelegd. Nu de gegevens over unieke bezoekers van de website niet eenvoudig uit de database kunnen worden opgehaald, bestaat geen grond voor het oordeel dat de rechtbank een onjuiste uitleg heeft gegeven aan het begrip vervaardigen.”

    Het genereren van de gevraagde gegevens uit twee verschillende systemen is niet eenvoudig en neemt heel veel tijd in beslag. 

    Om u ter wille te zijn heb ik twee data-analisten ingeschakeld om de relevante gegevens, voor zover deze aanwezig zijn, te verzamelen en samen te stellen. Ik zal naar verwachting de informatie medio augustus met u delen. Bij het verstrekken van de gegevens zal ik het Informatieprotocol Rechtspraak 2017 in acht nemen (Staatscourant 2017, 50368, Staatscourant 2017, 50368 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl). Artikel 13, tweede lid van het Informatieprotocol verbiedt het verstrekken van gegevens die betrekking hebben op één gerecht aan derden zonder voorafgaande toestemming van het gerecht waarop de gegevens betrekking hebben. Daarom zal ik uitsluitend de gegevens over de Rechtspraak als geheel verstrekken. De gegevens over de individuele gerechten worden niet vrijgegeven. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze,

    O.F.J. Welling
    directeur

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

  • Uitsluitend per e-mail: 

    datum: 16 juni 2023
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: Woo-besluit 2023-011

    Geachte (geanonimiseerd),

    Op 15 mei 2023 heeft het Openbaar Ministerie (OM) uw informatieverzoek van 6 april 2023, gebaseerd op de Wet open overheid (de Woo) deels doorgestuurd aan de Raad voor de rechtspraak (de Raad) ter verdere behandeling. Uw verzoek ziet -kort samengevat- op de cijfers omtrent geweld tegen LHBTI's. 

    Zoals aangegeven in de ontvangstbevestiging van 19 mei 2023, zal de Raad uitsluitend beslissen over het deel van uw verzoek dat verband houdt met de veroordelingen met betrekking tot LHBTI gerelateerd geweld in de afgelopen vijf jaar. Het OM beslist over de overige categorieën van uw verzoek. 

    Besluit

    Ik wijs uw verzoek af omdat de Raad niet over de betreffende gegevens beschikt. Ik licht dit besluit als volgt toe. 

    De term “LHBTI -gerelateerd geweld” is een maatschappelijke classificatie die het OM gebruikt ter aanduiding van geweldsdelicten en discriminatie vanwege seksuele geaardheid. Echter, de Raad registreert niet of het gestelde/begane strafbare feit een LHBTI-gerelateerd is. De Raad maakt geen gebruik van deze maatschappelijke classificatie. Dit is omdat bij een eventuele veroordeling niet kan worden afgeleid dat de rechter het discriminatie-aspect heeft meegewogen, omdat dit aspect niet in de tenlastelegging hoeft te worden opgenomen. De Raad kan de door u gevraagde gegevens dan ook niet achterhalen.

    Tot slot wil ik het volgende onder uw aandacht brengen. De Rechtspraak verzamelt diverse data voor verschillende doeleinden. De Raad maakt verschillende cijfers ook actief openbaar. Meer informatie over welke data de Rechtspraak verzamelt, kunt u lezen op de volgende pagina: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Rechtspraak-in-Nederland/Rechtspraak-in-cijfers

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze,

    O.F.J. Welling
    directeur

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.


  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail:
    (geanonimiseerd)

    datum: 9 juni 2023
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: Woo-besluit 2023-014

    Geachte (geanonimiseerd),

    Bij brief van 5 juni 2023 heeft u bij de Raad voor de rechtspraak (de Raad) een informatieverzoek, gebaseerd op de Wet open overheid (Woo) ingediend.  U verzocht om openbaarmaking van niet-gepubliceerde rechterlijke uitspraken. Meer specifiek vraagt u om het publiceren van uitspraken waarbij bepaalde procespartijen betroken zijn geweest. 

    Besluit

    Ik wijs uw verzoek af. Ik licht dit besluit als volgt toe. 

    Overwegingen 

    De Raad beschikt niet over de door u gevraagde stukken (lees: niet gepubliceerde uitspraken). De rechterlijke uitspraken berusten bij de gerechten. Blijkens de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State  van 13 juli 2005 (ECLI:NL:RVS:2005:AT9283) moet het wettelijke begrip ‘berusten bij’ feitelijk worden uitgelegd: wanneer het desbetreffende document zich fysiek bij het bestuursorgaan bevindt en voor het bestuursorgaan bestemd is, valt het onder het bereik van de Woo.

    Het in de Woo neergelegde vereiste dat het moet gaan om documenten die bij een bestuursorgaan berusten, brengt mee dat een bestuursorgaan niet de verplichting heeft de informatie van elders te vergaren. Zo heeft de Afdeling in de uitspraak van 6 mei 2004 (ECLI:NL:RVS:2004:AO8873) overwogen dat: “de Wob geen verplichting bevat voor de Minister om documenten, waarvan de openbaarmaking is gevraagd, van elders te vergaren”.

    Uitsluitend de Raad voor de rechtspraak (en de daaronder vallende landelijke diensten) en het College van afgevaardigden vallen onder de Woo. De gerechten zijn uitdrukkelijk uitgezonderd van de Woo. Daarom kan de Raad geen uitspraken openbaar maken op grond van de Woo, noch uitspraken opvragen bij de gerechten. 

    U kunt de afzonderlijke gerechten rechtstreeks verzoeken u uitspraken te verstrekken (bijv. op grond van art. 29 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, art. 8:79 van de Algemene wet bestuursrecht, art. 365 Wetboek van strafvordering) of uitspraken te publiceren. Een gerecht is niet verplicht om een uitspraak te publiceren. Het is aan de rechtbank om te bepalen of zij een uitspraak publiceert. De Raad mag zich niet bemoeien met de overwegingen van de rechtbanken inzake de publicatie van de uitspraken. 

    De Woo en de rechterlijke uitspraken 

    Ten overvloede merk ik nog het volgende op. De rechterlijke uitspraken worden geacht – van rechtswege - openbaar te zijn.

    Volgens vaste jurisprudentie valt hetgeen dat al openbaar is gemaakt niet meer onder de werking van de Woo. Openbaarmaking van documenten in het kader van de Woo is anders dan “publiceren” van rechterlijke uitspraken. Bij de uitspraak van 12 februari 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:385) heeft de Afdeling zich gebogen over de openbaarmaking van de rechterlijke uitspraken in het kader van de Wob. De Afdeling heeft als volgt geoordeeld:

    “Voor zover het niet-gepubliceerde uitspraken betreft, overweegt de Afdeling dat op grond van artikel 121 van de Grondwet de uitspraak in het openbaar geschiedt. Uitspraken zijn zonder nadere wettelijke regeling reeds openbaar. De rechtbank is derhalve, zij het op andere gronden, terecht tot het oordeel gekomen dat de minister deze documenten niet openbaar hoefde te maken”.

    Bij de uitspraak van 25 mei 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1387) heeft de Afdeling deze lijn bevestigd en overwoog dat:

    “ingevolge artikel 121 van de Grondwet het arrest in het openbaar is uitgesproken en reeds openbaar is. De plicht tot openbaarmaking ingevolge de Wob heeft geen betrekking op informatie die reeds openbaar is”. 

    Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. 

    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze.

    O.F.J. Welling
    directeur

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

  • Woo-besluit over het verzoek om documenten met betrekking tot het project Meer en verantwoord publiceren.

  • (geanonimiseerd)
     
    Uitsluitend per e-mail 

    datum: 21 maart 2023
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: Woo-besluit (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Op 24 februari 2023 ontving de Raad voor de rechtspraak uw verzoek, met een beroep op de Wet open overheid (Woo), om informatie openbaar te maken. 

    Uw verzoek luidt als volgt:

    Het gaat mij primair om beleid bij het beoordelen van het opleggen van kinderbeschermingsmaatregelen, waarbij de rechtsinstanties eigen/gezamenlijke criteria hanteren.

    1.  Criteria voor (verzoeken) uithuisplaatsing;
    2. (Periodieke) evaluaties met betrekking tot een kinderbeschermingsmaatregel (d.w.z. ondertoezichtstelling, uithuisplaatsing, voogdij);
    3. Schadeberekening voor onrechtmatige kinderbescherming;
    4. Waarheidsvinding in de jeugdzorg.

    U verzoekt om documenten vanaf 2008. 

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn geen documenten aangetroffen. Dit betekent dat er géén (landelijk) beleid over bovengenoemde onderwerpen is opgesteld door (medewerkers van het Bureau van) de Raad voor de rechtspraak, noch dat enig (lokaal) beleid is gedeeld met of toegezonden aan (medewerkers van het Bureau van) de Raad voor de rechtspraak. 

    Ter toelichting merk ik het volgende op. Uitsluitend de Raad voor de rechtspraak en de landelijke diensten vallen onder de Woo. De gerechten zijn uitgezonderd van de Woo. Alles wat binnen het rechterlijk domein ‘gebeurd’ is uitgezonderd van de Woo. Dit betekent dat uitsluitend documenten die bij de Raad voor de rechtspraak berusten, op grond van de Woo openbaar gemaakt kunnen worden. De taken van de Raad voor de rechtspraak staan omschreven in de Wet op de rechterlijke organisatie. De Raad stelt zelf in ieder geval geen beleid op over de uitleg van rechtsregels door rechters. Het is mogelijk dat er over een door u gevraagd onderwerp documenten bij de gerechten of (landelijke of lokale) overleggen van rechters berusten. Dit weet de Raad niet, zij heeft hiervan geen documenten. Indien deze documenten niet zijn toegestuurd aan de Raad in verband met de publieke taak van de Raad, kunnen deze documenten ook niet worden meegenomen bij de beoordeling van Woo-verzoeken. 

    Met betrekking tot uw tweede verzoek merk ik nog op dat er recent een reflectierapport familie- en jeugdrechters is gepresenteerd. Dit onderzoek is gedaan door de reflectiecommissie. Het rapport kunt u hier downloaden: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Raad-voor-de-rechtspraak/Nieuws/Paginas/Rechtspraak-publiceert-reflectierapport-familie--en-jeugdrechters.aspx. De Raad voor de rechtspraak is niet betrokken geweest bij de totstandkoming van dit rapport. 

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur
  • Woo-besluit over verzoek om informatie over het lesprogramma van rechters in opleiding.

  • Woo-besluit over verzoek om informatie over het persbeleid, rechterlijke onpartijdigheid, rechterlijke autonomie, wettelijke uitgangspunten zoals goede(r) trouw en het toekennen verletkosten aan een partij. 

  • Woo-besluit over documenten die zien op een cursus over BPM bij de SSR, het opleidingsinstituut van de Rechtspraak en Openbaar Ministerie.

  • Woo-besluit over informatie inzake de beantwoording van de Kamervragen van het Kamerlid Van Nispen (SP) over het niet verstrekken van een vonnis aan een derde.

  • Woo-besluit over informatie over onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen naar uithuisplaatsingen van kinderen in het kader van de kinderopvangtoeslag. 

  • Woo-deelbesluit 2/2 over documenten verband houdende met de (her)benoeming, aanstelling, beëdiging en/of ontslag van een rechter en documenten verband houdende met de Tweede Verzamelspoedwet Covid-19.

  • Woo-deelbesluit 1/2 over documenten verband houdende met de (her)benoeming, aanstelling, beëdiging en/of ontslag van een rechter en documenten verband houdende met de Tweede Verzamelspoedwet Covid-19.



  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail

    datum: 7 februari 2023
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: Woo-besluit (geanonimiseerd)

    (geanonimiseerd)

    Op 23 januari 2023 ontving de Raad voor de rechtspraak v uw verzoek, met een beroep op de Wet open overheid, om informatie openbaar te maken met betrekking tot tijdige bekendmaking van de naam van de rechter. 

    Uw verzoek luidt als volgt:

    Concreet verzoek ik u informatie/regelgeving met betrekking tot het tijdig bekend maken van de naam/namen van de rechter(s) aan de/een procespartij bij: (1) Alle 11 rechtbanken; (2) Alle 4 Hoven; (3) De Hoge Raad, de Afdeling Bestuursrecht Raad van State en de Centrale Raad van Beroep.

    U geeft in uw verzoek gaat om het recht om tijdig de naam van een rechter te krijgen vóór een uitspraak. U verwijst hierbij naar artikel 5 van de Code Zaakstoedeling. U geeft in uw verzoek aan niet de Code Zaakstoedeling te willen ontvangen, omdat deze reeds openbaar is. U geeft daarnaast aan dat de landsadvocaat, die de Raad voor de rechtspraak vertegenwoordigde, tijdens een zitting heeft aangegeven dat er ‘regels’ bestaan waarbij tijdig de naam van een rechter wordt bekend gemaakt, ook/juist als de rechter voornemens is een uitspraak zonder mondelinge (af) te doen. 

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. Met andere woorden: er zijn op dit moment bij de Raad voor de rechtspraak géén nadere regels om de naam van de rechter te krijgen voorafgaand aan een uitspraak bekend. 

    Aanvullende opmerkingen

    Voor de juistheid merk ik nog drie dingen op. Allereerst verwijst artikel 5 van de Code Zaakstoedeling uitsluitend naar bekendmaking van de naam van de rechter ter zitting, zie hiervoor de toelichting bij dit artikel. In 2023 zal de Code Zaakstoedeling worden geëvalueerd. 

    Ten tweede is de Code Zaakstoedeling nader uitgewerkt in de zaakstoedelingsregelingen. Hierin staan nadere regels met betrekking tot de bekendmaking van namen van rechters voorafgaande aan een zitting. De zaakstoedelingsregelingen zijn openbaar en toegevoegd aan de bestuursreglementen van de gerechten. U vindt deze hier: https://www.rechtspraak.nl/Voor-advocaten-en-juristen/zaakstoedeling-en-verdeling/Paginas/Bestuursreglementen.aspx

    Als laatste merk ik op dat de landsadvocaat, op de zitting waar u naar verwijst, uitsluitend heeft opgemerkt dat het haar bekend is dat sommige rechtbanken ook de naam van de rechter bekend maken wanneer er géén zitting plaatsvindt. 

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling

    directeur

  • Woo-deelbesluit 9/10 over verzoek om informatie over datalekken

  • [geanonimiseerd]

    datum: 17 januari 2023
    ons kenmerk: [geanonimiseerd]
    onderwerp: Woo-besluit [geanonimiseerd]

    Geachte [geanonimiseerd],

    Op 20 december 2022 ontving de Raad voor de rechtspraak van het Ministerie van Justitie en Veiligheid uw verzoek, met een beroep op de Wet open overheid, om informatie openbaar te maken met betrekking tot regresname zoals bedoeld in artikel 42 Wrra. Het Ministerie heeft uw Woo-verzoek doorgezonden voor zover het uw 3e en 4e vraag betreft.

    Uw verzoek – voor zover het de Raad voor de rechtspraak betreft - luidt als volgt:

    • Het gaat mij er om hoe vaak er (historisch) regres is genomen op een rechterlijke ambtenaar. Dit betreft dan onder meer officieren van justitie, rechters en dergelijke. De wet kent kent in de Wrra immers een dergelijke regresname. (art. 42 Wrra).

    • 3. Hoe vaak is dit al voorgekomen en voor welke bedragen?
    • 4. Zijn er individuele zaken bekend en in hoeverre zijn deze te verstrekken onder de Woo?

    Wettelijk kader

    Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Woo. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. Met andere woorden: het is de Raad niet bekend dat er ooit regres is genomen op een rechter op grond van art. 42 Wrra. 

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit zal geanonimiseerd op onze website worden geplaatst. 

    Hoogachtend,
    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur


  • Woo-deelbesluit 3/6 over verzoek om informatie over capaciteitsproblematiek extra beveiligde zittingszalen


Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.