(geanonimiseerd)
Uitsluitend per e-mail:
(geanonimiseerd)
datum: 9 juni 2023
ons kenmerk: (geanonimiseerd)
onderwerp: Woo-besluit 2023-014
Geachte (geanonimiseerd),
Bij brief van 5 juni 2023 heeft u bij de Raad voor de rechtspraak (de Raad) een informatieverzoek, gebaseerd op de Wet open overheid (Woo) ingediend. U verzocht om openbaarmaking van niet-gepubliceerde rechterlijke uitspraken. Meer specifiek vraagt u om het publiceren van uitspraken waarbij bepaalde procespartijen betroken zijn geweest.
Besluit
Ik wijs uw verzoek af. Ik licht dit besluit als volgt toe.
Overwegingen
De Raad beschikt niet over de door u gevraagde stukken (lees: niet gepubliceerde uitspraken). De rechterlijke uitspraken berusten bij de gerechten. Blijkens de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 13 juli 2005 (ECLI:NL:RVS:2005:AT9283) moet het wettelijke begrip ‘berusten bij’ feitelijk worden uitgelegd: wanneer het desbetreffende document zich fysiek bij het bestuursorgaan bevindt en voor het bestuursorgaan bestemd is, valt het onder het bereik van de Woo.
Het in de Woo neergelegde vereiste dat het moet gaan om documenten die bij een bestuursorgaan berusten, brengt mee dat een bestuursorgaan niet de verplichting heeft de informatie van elders te vergaren. Zo heeft de Afdeling in de uitspraak van 6 mei 2004 (ECLI:NL:RVS:2004:AO8873) overwogen dat: “de Wob geen verplichting bevat voor de Minister om documenten, waarvan de openbaarmaking is gevraagd, van elders te vergaren”.
Uitsluitend de Raad voor de rechtspraak (en de daaronder vallende landelijke diensten) en het College van afgevaardigden vallen onder de Woo. De gerechten zijn uitdrukkelijk uitgezonderd van de Woo. Daarom kan de Raad geen uitspraken openbaar maken op grond van de Woo, noch uitspraken opvragen bij de gerechten.
U kunt de afzonderlijke gerechten rechtstreeks verzoeken u uitspraken te verstrekken (bijv. op grond van art. 29 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, art. 8:79 van de Algemene wet bestuursrecht, art. 365 Wetboek van strafvordering) of uitspraken te publiceren. Een gerecht is niet verplicht om een uitspraak te publiceren. Het is aan de rechtbank om te bepalen of zij een uitspraak publiceert. De Raad mag zich niet bemoeien met de overwegingen van de rechtbanken inzake de publicatie van de uitspraken.
De Woo en de rechterlijke uitspraken
Ten overvloede merk ik nog het volgende op. De rechterlijke uitspraken worden geacht – van rechtswege - openbaar te zijn.
Volgens vaste jurisprudentie valt hetgeen dat al openbaar is gemaakt niet meer onder de werking van de Woo. Openbaarmaking van documenten in het kader van de Woo is anders dan “publiceren” van rechterlijke uitspraken. Bij de uitspraak van 12 februari 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:385) heeft de Afdeling zich gebogen over de openbaarmaking van de rechterlijke uitspraken in het kader van de Wob. De Afdeling heeft als volgt geoordeeld:
“Voor zover het niet-gepubliceerde uitspraken betreft, overweegt de Afdeling dat op grond van artikel 121 van de Grondwet de uitspraak in het openbaar geschiedt. Uitspraken zijn zonder nadere wettelijke regeling reeds openbaar. De rechtbank is derhalve, zij het op andere gronden, terecht tot het oordeel gekomen dat de minister deze documenten niet openbaar hoefde te maken”.
Bij de uitspraak van 25 mei 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1387) heeft de Afdeling deze lijn bevestigd en overwoog dat:
“ingevolge artikel 121 van de Grondwet het arrest in het openbaar is uitgesproken en reeds openbaar is. De plicht tot openbaarmaking ingevolge de Wob heeft geen betrekking op informatie die reeds openbaar is”.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Raad voor de rechtspraak
Namens deze.
O.F.J. Welling
directeur
Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.