Laden...

Besluiten Wet open overheid 2025

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksOrganisatie > Raad voor de rechtspraak > Besluiten Wet open overheid 2025

Toelichting

Alle Woo-verzoeken waarover een besluit is genomen, zijn hier gepubliceerd. U vindt het besluit en eventuele bijlagen, zoals een totaalbestand met openbaargemaakte documenten.

 Besluiten Wet open overheid 2025

>Alles uitklappen
  • (geanonimiseerd)
    Uitsluitend per e-mail: 

    datum: 11 maart 2025
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Op 12 februari 2024 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht om informatie te verstrekken over een echtscheidingsprocedure waarbij u betrokken bent (geweest). U verzoekt in het bijzonder om inzage in de communicatie tussen de rechtbank Gelderland en een aantal advocaten in het kader van de genoemde procedure. Daarnaast vraagt u om openbaarmaking van de gedeelde informatie met verschillende overheidsdiensten ter vaststelling van de herkomst van uw vermogen, alsmede om het verstrekken van twee rechterlijke uitspraken.

    Middels deze brief wordt op uw verzoek beslist.

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Artikel 5.5 Woo regelt de verstrekking aan natuurlijke personen en rechtspersonen van op henzelf betrekking hebbende gegevens. Uw verzoek heeft betrekking op procedures die worden of zijn behandeld bij de gerechten. De gerechten vallen echter niet onder het toepassingsbereik van de Woo. De Woo is uitsluitend van toepassing op stukken die bij de Raad zelf berusten. Ik kan ook geen informatie opvragen bij de gerechten naar aanleiding van een Woo-verzoek, aangezien daarvoor geen wettelijke grondslag bestaat. 

    De Raad is op grond van artikel 96 van de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) niet bevoegd zich in te laten of zich te bemoeien met individuele zaken die onder de rechter zijn (geweest). Dit geldt zowel tijdens de behandeling van de zaak als na afloop van de procedure. Daarom verzamelt of ontvangt de Raad geen processtukken of informatie over individuele rechtzoekenden/procespartijen. Om deze reden wijs ik uw verzoek af.

    De Raad beschikt niet over de door u gevraagde rechterlijke uitspraken. U kunt de desbetreffende rechtbank rechtstreeks benaderen en verzoeken om de uitspraken te verstrekken dan wel te publiceren. Dit kan bijvoorbeeld op grond van artikel 29 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Een gerecht is niet verplicht om een uitspraak te publiceren. Het is aan de rechtbank om te bepalen of zij een uitspraak publiceert. De Raad mag zich niet bemoeien met de overwegingen van de rechtbanken inzake de publicatie van de uitspraken. 

    Ik kan mij voorstellen dat dit antwoord u teleurstelt, maar ik ga ervan uit dat ik de positie van de Raad hiermee voldoende heb uitgelegd.

    Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. 

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze.

    O.F.J. Welling
    directeur

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail

    datum: 7 februari 2025
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Op 7 januari 2025 heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid uw informatieverzoek van 6 januari 2025, gebaseerd op de Wet open overheid (de Woo) doorgestuurd aan de Raad voor de rechtspraak (de Raad) ter verdere behandeling. Uw verzoek ziet - kort samengevat - op de inhuurtarieven en de contractduur van externe medewerkers bij de Informatievoorzieningsorganisatie (IVO).

    Met deze brief wordt op uw verzoek beslist.

    Besluit

    Ik heb besloten aan uw verzoek tegemoet te komen en de door u verzochte informatie openbaar te maken.

    Er zijn twee documenten aangetroffen die betrekking hebben op uw Woo-verzoek. IVO heeft een eigen beleid ontwikkeld dat gericht is op het waarborgen van de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de inhuur van externe medewerkers. Ik maak dit beleid geheel openbaar (pdf, 483,2 KB).

    Hierin kunt u de informatie over de contractduur terugvinden.

    Binnen de Rijksoverheid geldt een maximum uurtarief van 225 euro voor de externe medewerkers. Dit tarief is gebaseerd op de Wet Normering Topinkomens. Daarnaast is vastgesteld dat de uitgaven aan externe inhuur maximaal 10 procent van de totale personele uitgaven mogen bedragen. IVO kan tevens gebruikmaken van de Handleiding Overheidstarieven. Dit document is al van overheidswege openbaar gemaakt en valt derhalve buiten het toepassingsbereik van de Woo. Ik verwijs u, overeenkomstig artikel 4.5, tweede lid van de Woo, naar de vindplaats Handleiding Overheidstarieven 2025 (kennisopenbaarbestuur.nl).

    Bezwaar

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit, door u ondertekende bezwaarschrift, kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze,

    O.F.J. Welling 
    directeur

  • Woo-besluit over de kosten ten behoeve van drie procedures en communicatie hierover met de Landsadvocaat.

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail

    datum: 31 januari 2025
    ons kenmerk:
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd), 

    Bij uw mailbericht van 18 december 2024 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht om, met een beroep op de Wet open overheid (de Woo), informatie openbaar te maken over de betrokkenheid van de Raad bij gerechtelijke procedures in de hoedanigheid van procespartij. Meer specifiek verzoekt u de Raad om een overzicht te verstrekken van alle procedures waaraan de Raad in de afgelopen 10 jaar als procespartij heeft deelgenomen.

    De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij het mailbericht van  24 december 2024. Met deze brief wordt op uw verzoek beslist. 

    Besluit

    Ik wijs uw verzoek af. Ik licht dit besluit als volgt toe. 

    Inventarisatie documenten 

    Er zijn in totaal 15 documenten aangetroffen die betrekking hebben op uw verzoek. Deze documenten zijn opgenomen in een inventarislijst, die als bijlage 1 (pdf, 77,7 KB) bij dit besluit is gevoegd. 

    Reeds openbaar

    U heeft mij verzocht om een overzicht te verstrekken van de zaken waarbij de Raad betrokken is geweest. Op 18 oktober 2024 heb ik de naar aanleiding van een Woo-verzoek de beschikbare documenten openbaar gemaakt (de documenten met nummers 14 en 15).  Deze documenten bevatten overzichten van schadevergoedingsvorderingen die zijn gebaseerd op de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). In deze zaken treedt de Raad op als vertegenwoordiger van de Staat (zie artikel 10:12 Wvggz). Op informatie die reeds openbaar is gemaakt is de Woo niet van toepassing. Ik verwijs u, overeenkomstig artikel 4.5, tweede lid van de Woo, naar de vindplaats, zie: Besluiten Wet open overheid 2024

    Alvorens in te gaan op de inhoudelijke beoordeling van de documenten die bij dit besluit zijn geïnventariseerd, geef ik u eerst een toelichting om de documenten in hun context te kunnen plaatsen. 

    De aangetroffen documenten bevatten informatie over gerechtelijke procedure waaraan de Raad deelneemt in de hoedanigheid van procespartij. Hierbij kan gedacht worden aan de weergave van de feiten en de waardering daarvan, de standpunten van de wederpartijen en de processtrategie van de Raad. Gelet op de aard en inhoud van deze stukken, evenals het feit dat zij betrekking hebben op lopende procedures, ben ik van oordeel dat openbaarmaking van deze stukken de procespositie van de Raad onevenredig zou benadelen. 

    Werkprocessen (documenten 12 en 13)

    Ik heb besloten de openbaarmaking van de documenten met nummers 12 en 13 integraal te weigeren. Deze documenten betreffen interne werkprocessen inzake de behandeling van de verzoeken om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn door een of meer rechterlijke colleges (ORT-Zaken) en vorderingen op grond van de Wvggz. Bij de Regeling van 26 januari 2012 heeft de minister van Justitie en Veiligheid de Raad de bevoegdheid verleend om de schadevergoedingsverzoeken wegens onrechtmatige rechtspraak, waaronder overschrijdingen van de redelijke termijn, namens de Staat af te handelen.

    De werkprocessen bestaan in essentie uit interne werkinstructies voor de medewerkers van de Raad en bevatten gedetailleerde informatie over de afhandelingswijze van de vordering en de daarbij te volgen procedure. Het gaat hierbij om documenten die bedoeld zijn om intern te blijven. Naar mijn oordeel zou openbaarmaking van deze stukken het goed functioneren van de Staat schaden. 

    Overzichten lopende zaken

    Daarnaast heb ik besloten de openbaarmaking van de documenten 1 t/m 12 geheel te weigeren. 

    Deze documenten bevatten informatie over de actuele stand van zaken van de lopende procedures. Openbaarmaking van de gevraagde informatie kan de (toekomstige) procespositie van de Staat zodanig schaden dat het belang van de Staat zwaarder moet worden geacht dan het algemeen belang van openbaarmaking. Om deze reden beroep ik mij primair op de weigeringsgrond “beschermen van het goed functioneren van de Staat” zoals bedoeld in artikel 5.1 lid 2 sub i van de Woo, en subsidiair op het beschermen van de intern beraadslaging (artikel 5.2) om deze informatie niet openbaar te maken. 

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit, door u ondertekende bezwaarschrift, kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit en de bijbehorende documenten zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst.

    Hoogachtend,
    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze,
    O.F.J. Welling
    directeur

    Bijlage 1 - inventarislijst (pdf, 77,7 KB)

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail

    datum: 27 januari 2025
    ons kenmerk:
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd), 

    In uw e-mail van 25 december 2024 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht om informatie openbaar te maken over de kosten die de Raad heeft gemaakt in verband met procedures die betrekking hebben op de journalistiek. Het betreft procedures die samenhangen met de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en diens opvolger, de Wet open overheid (Woo). Daarnaast vraagt u om inzage in de externe communicatie over deze procedures, evenals in de communicatie met de advocaten. Aan uw verzoek heeft u de Wet open overheid (Woo) ten grondslag gelegd.

    Met deze brief wordt op uw verzoek beslist. 

    Besluit

    Ik heb besloten uw Woo-verzoek af te wijzen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Allereerst wil ik het volgende onder uw aandacht brengen. De Wob is nooit van toepassing geweest op de Raad. Op 1 mei 2022 is de Woo in werking getreden, en op dezelfde datum is de Wob ingetrokken. Sinds de inwerkingtreding valt de Raad onder het toepassingsbereik van de Woo. De Raad heeft echter nooit een juridische procedure gehad die betrekking had op de uitvoering van de Wob of de Woo waarbij een journalist als procespartij betrokken was. Om deze reden beschikt de Raad niet over de door u gevraagde informatie. De wet is uitsluitend van toepassing op documenten die feitelijk in het bezit zijn van een bestuursorgaan.

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit, door u ondertekende bezwaarschrift, kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze,

    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail: 

    datum: 21 januari 2025
    ons kenmerk:
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Bij uw mailbericht van 19 december 2024 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht, met een beroep op de Wet open overheid (de Woo), informatie openbaar te maken over de inschrijving van de rechtbanken in het handelsregister voorafgaand aan 2021 en de ANBI-status van rechtbanken. 

    Op 24 december 2024 heb ik de ontvangst van uw verzoek bevestigd. Met deze brief wordt op uw verzoek beslist.

    Besluit

    Ik heb besloten uw Woo-verzoek af te wijzen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Inschrijving in het handelsregister 

    De gerechten behoren tot de publiekrechtelijke rechtspersoon Staat der Nederlanden, ook al voor het moment van inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Inschrijving in het handelsregister staat los van de vraag of een orgaan een publiekrechtelijk rechtspersoon is. 

    Sinds de wijziging van het Handelsregisterbesluit in 2021 kunnen de gerechten vrijwillig inschrijven bij de KvK. Daarvoor was het niet mogelijk voor publiekrechtelijke organisaties om zich in te schrijven bij de KvK. Het Handelsregisterbesluit legt geen verplichting op maar biedt slechts een mogelijkheid. Ik verwijs u naar de Nota van Toelichting bij dit Besluit, waarin staat:  

    “De thans in artikel 8, derde lid, van het Handelsregisterbesluit 2008 ontstane mogelijkheid tot inschrijven is bedoeld voor de Hoge Colleges van Staat, het Kabinet van de Koning en onderdelen van de rechterlijke macht, zoals de Raad voor de Rechtspraak, rechtbanken en gerechtshoven. Deze maken onderdeel uit van de publiekrechtelijke rechtspersoon de Staat, maar zijn geen ministerie of baten-lastendienst, noch kunnen zij door deze gefaciliteerd worden. Mocht in de toekomst blijken dat deze problematiek zich ook voordoet bij andere publiekrechtelijke rechtspersonen dan de Staat, dan zal worden bezien of deze bepaling verbreed dient te worden.” Zie: Staatsblad 2021, 208 (officielebekendmakingen.nl)

    Bovendien kent de Handelsregisterwet 2007 en 2008 geen inschrijvingsplicht voor de gerechten. De organisatie van de gerechten en de Raad voor de rechtspraak is nader uitgewerkt in onder andere de Wet op de Rechterlijke Organisatie.

    Wettelijke status rechters

    In uw verzoek vraagt u tevens om “documenten en uitleg over waarom rechters niet als openbaar lichaam worden geregistreerd bij het KvK, maar wel als functionaris”. Rechterlijke ambtenaren hoeven zich in geen enkele hoedanigheid in te schrijven bij de KvK. In deze wet staat meer informatie over de rechtspositie van rechters: Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (overheid.nl)

    ANBI-status rechtbanken 

    U vraagt de Raad informatie te verstrekken over de toekenning van de zogenaamde ANBI-status aan rechtbanken (Algemeen nut beogende instellingen) en de correcte inschrijving bij het handelsregister volgens de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR). Overheidsinstanties, waaronder rechtbanken, beschikken van rechtswege over een ANBI-status, zie ANBI-status controleren (belastingdienst.nl). De Raad beschikt derhalve niet over aparte toekenningsdocumenten. U stelt vervolgens dat rechtbanken op grond van de WBTR verplicht zijn zich in te inschrijven in het handelsregister. Dit is onjuist. De WBTR is uitsluitend van toepassing op verenigingen en stichtingen. De gerechten zijn geen verenigingen en stichtingen.

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. 

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze.

    O.F.J. Welling
    directeur

Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.