Laden...

Besluiten Wet open overheid 2025

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksOrganisatie > Raad voor de rechtspraak > Besluiten Wet open overheid 2025

Toelichting

Alle Woo-verzoeken waarover een besluit is genomen, zijn hier gepubliceerd. U vindt het besluit en eventuele bijlagen, zoals een totaalbestand met openbaargemaakte documenten.

Besluiten Wet open overheid 2025

>Alles uitklappen
  • (geanonimiseerd)
    Uitsluitend per e-mail

    datum: 30 april 2025
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd), 

    Bij uw mailbericht van 17 april 2024 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht informatie openbaar te maken die betrekking heeft op een lid van de Raad, waaronder diens (neven)functies binnen de rechterlijke macht. Aan uw verzoek heeft u de Wet open overheid (Woo) ten grondslag gelegd.

    Met deze brief wordt op uw verzoek beslist. 

    Besluit

    Ik neem uw verzoek niet in behandeling. Dit oordeel zal ik hieronder motiveren. 

    Motivering

    U verzoek ziet op de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2018.  U heeft echter geen concrete bestuurlijke aangelegenheid genoemd en volstaat u met de mededeling: 'Graag ontvang ik alles wat u heeft'.

    Artikel 4.6 van de Wet open overheid (Woo) biedt mij de grondslag om een verzoek niet in behandeling te nemen wanneer duidelijk is dat de verzoeker een ander doel heeft dan het verkrijgen van publieke informatie, of wanneer het verzoek evident geen bestuurlijke aangelegenheid betreft. Een vaag of ruim geformuleerd verzoek kan een indicatie zijn van misbruik van het recht om een informatieverzoek in te dienen en kan duiden op kwade trouw. Daarvan is in dit geval sprake.

    De rechtbank Rotterdam heeft recent geoordeeld dat bij u misbruikintentie mag worden verondersteld en dat dit alleen anders is indien er aanknopingspunten zijn voor het tegendeel (zie de uitspraak van 15 november 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:11383). Die veronderstelling is gerechtvaardigd als eerder door de rechter misbruik van recht is vastgesteld (vgl. ECLI:NL:RVS:2015:3834 en ECLI:NL:CRVB:2022:880). Omdat de bestuursrechter en de civiele rechter in een aantal zaken misbruik van recht door u hebben vastgesteld, is het veronderstellen van die misbruikintentie gerechtvaardigd, aldus de rechtbank. Relevant is ook dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) meerdere malen heeft geoordeeld dat u misbruik maakt van recht door het indienen van oneigenlijke informatieverzoeken (zie onder meer de uitspraken ABRvS 31 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3558 en ABRvS 31 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3555). Dit (proces)gedrag mag worden meegewogen worden bij de vraag of een verzoeker kennelijk niet het doel had om publieke informatie te verkrijgen en of het verzoek in behandeling wordt genomen.

    Gelet op deze achtergrond en de ervaring met de eerder door u ingediende Woo-verzoeken, bezwaren en beroepen, concludeer ik dat u dit Woo-verzoek indient met als doel de ambtelijke capaciteit van mijn organisatie onevenredig te belasten. Om die reden heb ik geen aanleiding gezien u te verzoeken uw informatiebehoefte nader te preciseren.

    Ten slotte wil ik het volgende onder uw aandacht brengen. In uw correspondentie met de Raad en in de door u ingediende processtukken, Woo-verzoeken en bezwaarschriften hanteert u stelselmatig een toon en woordgebruik die de grenzen van toelaatbaar procesgedrag en legitieme kritiek overschrijden. Recentelijk heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State stilgestaan bij uw taalgebruik en geoordeeld (raadvanstate.nl) dat u systematisch ongepaste, beledigende en dreigende bewoordingen gebruikt. Ik wil u hierbij laten weten dat ik uw taalgebruik onacceptabel acht en verzoek u voortaan op een respectvolle en fatsoenlijke wijze met ons te communiceren.

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit, door u ondertekende bezwaarschrift, kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Als u bezwaar indient tegen dit besluit, dient u er rekening mee te houden dat het bezwaar niet-ontvankelijk zal worden verklaard wegens misbruik van het recht om bezwaar in te dienen.

    Hoogachtend,
    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze,
    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)
    Uitsluitend per e-mail

    datum: 18 april 2024
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd), 

    Op 6 maart 2025 heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid uw informatieverzoek van 27 januari 2025 gedeeltelijk doorgestuurd aan de Raad voor de rechtspraak (de Raad) ter verdere afhandeling. Uw verzoek heeft betrekking op de toepassing van artikel 2 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. De Raad zal uitsluitend beslissen op het gedeelte van uw verzoek dat ziet op de rechterlijke toetsing (onderdeel 4 van het verzoek).

    Op 16 april heeft u mij in gebreke gesteld, omdat u van mening bent dat ik niet tijdig heb beslist op uw verzoek.

    Met deze brief wordt op uw verzoek beslist.

    Besluit

    Ik heb besloten uw Woo-verzoek af te wijzen, omdat er bij de Raad geen documenten zijn aangetroffen die voldoen aan uw verzoek. Ik licht dit besluit als volgt toe.

    Allereerst wil ik u wijzen op het volgende. Het rechterlijk domein valt niet onder het toepassingsbereik van de Woo. De Woo is uitsluitend van toepassing op de Raad voor de rechtspraak (en de daaronder vallende landelijke diensten) en het College van Afgevaardigden. Alles wat binnen het rechterlijk domein (lees: de gerechten) gebeurd, is uitgezonderd van de Woo.

    U verzoekt om openbaarmaking van documenten die betrekking hebben op de wijze waarop rechters rapporten van onvergunde onderzoeksbureaus toetsen, in het bijzonder documenten waarin eventuele richtlijnen of protocollen zijn vastgelegd die rechters hanteren bij het beoordelen van de rechtmatigheid en betrouwbaarheid van deze rapporten.

    De Raad voor de rechtspraak beschikt niet over de door u verzochte informatie. Er zijn diverse wetten die betrekking hebben op de wijze waarop rechters bewijsstukken en de stellingen van partijen beoordelen. De waardering van het bewijs is in beginsel aan het oordeel van de rechter overgelaten, tenzij de wet anders bepaalt. Zo kan de rechter in civielrechtelijke procedures zelf bepalen hoeveel waarde hij hecht aan de aangedragen bewijsmiddelen (artikel 152, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). In strafrechtelijke procedures geldt hetzelfde principe: de rechter moet -op basis van wettige bewijsmiddelen- de overtuiging hebben gekregen dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan (artikel 338 van het Wetboek van Strafvordering). Naast deze wetten zijn er (aanvullende) procedurele richtlijnen vastgelegd in de procesreglementen. Deze zijn te raadplegen via: Procesreglementen | Rechtspraak. 

    De Raad stelt zelf in ieder geval geen richtlijnen of protocollen op over de wijze waarop rechters de rechtmatigheid en betrouwbaarheid van bewijsmiddelen beoordelen. Of rechters interne werkafspraken hanteren ten aanzien van de bewijswaardering, is bij de Raad niet bekend. Dergelijke informatie valt onder de primaire processen van de rechtspraak en is uitgezonderd van de reikwijdte van de Woo.

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit, door u ondertekende bezwaarschrift, kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Hoogachtend,
    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail

    datum: 3 april 2024
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd), 

    Op 21 maart 2025 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht informatie te verstrekken die betrekking heeft op de zogenaamde ‘SLAPP-procedures’. Meer specifiek vraagt u om verstrekking van het geldende beleid, de gehanteerde werkwijzen en de interne en externe correspondentie over deze procedures. Aan uw verzoek heeft u de Wet open overheid (Woo) ten grondslag gelegd.

    Met deze brief wordt op uw verzoek beslist.

    Besluit

    Op 2 april 2025 heb ik u, op grond van artikel 4.1, vijfde lid, van de Woo, in de gelegenheid gesteld om binnen een week uw verzoek te preciseren door het begrip ‘SLAPP-procedures’ te definiëren. In reactie op mijn verzoek heeft u aangegeven dat u onder dit begrip verstaat: ‘alles wat specifiek onder juridische intimidatie (onrechtmatige juridische procedures) valt’.

    Ik heb besloten uw Woo-verzoek af te wijzen, omdat er bij de Raad geen documenten zijn aangetroffen die voldoen aan uw verzoek.

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit, door u ondertekende bezwaarschrift, kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze,
    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail

    datum: 1 april 2025
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd), 

    Bij uw mailbericht van 6 maart 2025 heeft de Raad voor de Rechtspraak (de Raad) verzocht om documenten openbaar te maken die betrekking hebben op de samenwerking tussen gerechtsdeurwaarders en de gerechten, met name de afdelingen privaatrecht. Meer specifiek wenst u – kort samengevat – inzage te krijgen in de afspraken en protocollen die zien op het uitbrengen van dagvaardingen, het oproepen van procespartijen, het herstellen van dagvaardingen bij fouten en het toekennen van zaaknummers. Daarnaast verzocht u om verstrekking van documenten die inzicht geven in de rolverdeling tussen de gerechtsdeurwaarders en de gerechten, evenals de evaluatie en aanpassing van de werkprocessen in de afgelopen 5 jaar.

    Aan uw verzoek heeft u de Wet open overheid (Woo) ten grondslag gelegd. Met deze brief wordt op uw twee verzoeken beslist. 

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Motivering

    Uw Woo-verzoek heeft betrekking op een praktische uitvoering die volledig op de rechtbanken en gerechtshoven plaatsvindt. De verzochte stukken, voor zover zij al aanwezig zouden zijn, berusten bij de afzonderlijke rechtbanken. De Raad beschikt niet over informatie inzake de primaire processen van de rechtbanken.

    De gerechten vallen echter niet onder het toepassingsbereik van de Woo. De Woo is uitsluitend van toepassing op de Raad voor de rechtspraak (en de daaronder vallende landelijke diensten) en het College van Afgevaardigden. Om deze reden kan ik geen informatie opvragen bij de rechtbanken naar aanleiding van een Woo-verzoek, aangezien daarvoor geen wettelijke grondslag bestaat. De Woo is uitsluitend van toepassing op stukken die bij de Raad zelf berusten. Het in de Woo neergelegde vereiste dat het moet gaan om documenten die bij een bestuursorgaan berusten, brengt mee dat een bestuursorgaan niet de verplichting heeft de informatie van elders te vergaren. Zo heeft de Afdeling in de uitspraak van 6 mei 2004 (ECLI:NL:RVS:2004:AO8873) overwogen dat: “de Wob geen verplichting bevat voor de Minister om documenten, waarvan de openbaarmaking is gevraagd, van elders te vergaren”. Ik kan geen documenten openbaar maken waarover ik niet beschik.

    Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering regelt de formele en materiële aspecten van de civielrechtelijke procedures. In deze wet zijn de verschillende ambtshandelingen van de gerechtsdeurwaarder vastgelegd. Daarnaast zijn er (aanvullende) procedurele richtlijnen opgenomen in de Procesreglementen, te raadplegen via rechtspraak.nl. Verder stelt de Gerechtsdeurwaarderswet de rechtspositie en de officiële taken van de gerechtsdeurwaarders vast. 

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit, door u ondertekende bezwaarschrift, kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit en de bijbehorende documenten zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst.

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)
    Uitsluitend per e-mail

    datum: 1 april 2025
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd), 

    Bij e-mail van 3 maart 2025 heeft u bij de Raad voor de rechtspraak (de Raad) een informatieverzoek ingediend, gebaseerd op de Wet open overheid (Woo). U verzocht om openbaarmaking van een niet-gepubliceerde uitspraak van de strafrechter van de rechtbank Oost-Brabant. Daarnaast verzoekt u om inzage in de onderliggende procestukken, waaronder de processen-verbaal van de verhoren door de rechter-commissaris.

    Met deze brief wordt op uw twee verzoeken beslist. 

    Besluit

    Ik wijs uw verzoek af. Ik licht dit besluit als volgt toe. 

    Motivering

    De Raad beschikt niet over de door u gevraagde stukken. Het in de Woo neergelegde vereiste dat het moet gaan om documenten die bij een bestuursorgaan berusten, brengt mee dat een bestuursorgaan niet de verplichting heeft de informatie van elders te vergaren. Zo heeft de Afdeling in de uitspraak van 6 mei 2004 (ECLI:NL:RVS:2004:AO8873) overwogen dat: “de Wob geen verplichting bevat voor de Minister om documenten, waarvan de openbaarmaking is gevraagd, van elders te vergaren”.

    De rechterlijke uitspraken en de bijbehorende procesdossiers berusten bij de gerechten. De gerechten zijn uitdrukkelijk uitgezonderd van de Woo. Enkel de Raad voor de rechtspraak alsmede het College van afgevaardigden, vallen onder de Wet open overheid (art. 2.2 lid 1 sub c Woo). Daarom kan de Raad geen uitspraken openbaar maken op grond van de Woo, noch uitspraken opvragen bij de gerechten. 

    U kunt de rechtbank Oost-Brabant rechtstreeks verzoeken om de gevraagde stukken te verstrekken op grond van artikel 365 van het Wetboek van Strafvordering. Deze bepaling luidt als volgt:

    Lid 4:

    De voorzitter verstrekt desgevraagd een afschrift van het vonnis en het proces-verbaal der terechtzitting aan ieder ander dan de verdachte of zijn raadsman, tenzij verstrekking naar het oordeel van de voorzitter ter bescherming van de belangen van degene ten aanzien van wie het vonnis is gewezen of van de derden die in het vonnis of in het proces-verbaal worden genoemd, geheel of gedeeltelijk dient te worden geweigerd. In het laatste geval kan de voorzitter een geanonimiseerd afschrift of een uittreksel van het vonnis en het proces-verbaal verstrekken.

    Lid 5:

    Onder het vonnis zijn begrepen de stukken die aan de uitspraak zijn gehecht. Van andere tot het strafdossier behorende stukken wordt geen afschrift of uittreksel verstrekt.

    U kunt de rechtbank ook verzoeken de gevraagde uitspraak te publiceren. Echter, een gerecht is niet verplicht om een uitspraak te publiceren. Het is aan de rechtbank om te bepalen of zij een uitspraak publiceert. De Raad mag zich niet bemoeien met de overwegingen van de rechtbanken inzake de publicatie van de uitspraken. 

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit, door u ondertekende bezwaarschrift, kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit en de bijbehorende documenten zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst.

    Hoogachtend,
    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze,
    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail

    datum: 28 maart 2025
    onze kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd), 

    Bij uw mailbericht van 14 februari 2024 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht informatie openbaar te maken die betrekking heeft op de Regiegroep Veiligheid. Meer specifiek vraagt u inzage in documenten die zien op de veiligheid van rechters tijdens zittingen, de privésituatie van rechters ((waaronder NAW-gegevens en informatie over partner en gezin), het inschatten van veiligheidsrisico’s en de overleggen met het OM en/of de politie hierover, de dreigingsinschatting en de mogelijke maatregelen.

    Aan uw verzoek heeft u de Wet open overheid (Woo) ten grondslag gelegd.

    Met deze brief wordt op uw twee verzoeken beslist. 

    Besluit

    Ik neem uw verzoek niet in behandeling. Dit oordeel zal ik hieronder motiveren. 

    Motivering

    Artikel 4.6 van de Wet open overheid (Woo) biedt mij de grondslag om een verzoek niet in behandeling te nemen wanneer duidelijk is dat de verzoeker een ander doel heeft dan het verkrijgen van publieke informatie, of wanneer het verzoek geen betrekking heeft op een bestuurlijke aangelegenheid. 

    Bij mijn besluit van 12 september 2024 heb ik vastgesteld dat u misbruik van recht maakte. Destijds heb ik uw verzoek om verstrekking van informatie met betrekking tot de veiligheid van rechters niet in behandeling genomen. Dit oordeel heb ik in de bezwaarfase ook gehandhaafd. Uw huidige verzoek heeft dezelfde strekking als uw verzoek uit 2024. 

    De rechtbank Rotterdam heeft recent geoordeeld dat bij u misbruikintentie mag worden verondersteld en dat dit alleen anders is indien er aanknopingspunten zijn voor het tegendeel (zie de uitspraak van 15 november 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:11383). Die veronderstelling is gerechtvaardigd als eerder door de rechter misbruik van recht is vastgesteld (vgl. ECLI:NL:RVS:2015:3834 en ECLI:NL:CRVB:2022:880). Omdat de bestuursrechter en de civiele rechter in een aantal zaken misbruik van recht door u hebben vastgesteld, is het veronderstellen van die misbruikintentie gerechtvaardigd, aldus de rechtbank. Relevant is ook dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) meerdere malen heeft geoordeeld dat u misbruik maakt van recht door het indienen van oneigenlijke informatieverzoeken (zie onder meer de uitspraken ABRvS 31 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3558 en ABRvS 31 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3555). Dit (proces)gedrag mag worden meegewogen worden bij de vraag of een verzoeker kennelijk niet het doel had om publieke informatie te verkrijgen en of het verzoek in behandeling wordt genomen.

    Gelet op deze achtergrond en de aard van de gevraagde informatie concludeer ik, in lijn met mijn besluit van12 september 2024, dat u dit Woo-verzoek indient met als doel het verkrijgen van gegevens die direct dan wel indirect herleidbaar zijn tot individuele rechters, om deze vervolgens te gebruiken voor het benaderen van deze rechters. U heeft eerder een rechter en een raadsheer privé benaderd en in beide gevallen ongepaste taal gebruikt. Het is dus zeer aannemelijk dat uw verzoek een ander doel dient dan waarvoor de Woo is bedoeld. 

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit, door u ondertekende bezwaarschrift, kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit en de bijbehorende documenten zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst.

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze, 

    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)
    Uitsluitend per e-mail: 

    datum: 11 maart 2025
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Op 12 februari 2024 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht om informatie te verstrekken over een echtscheidingsprocedure waarbij u betrokken bent (geweest). U verzoekt in het bijzonder om inzage in de communicatie tussen de rechtbank Gelderland en een aantal advocaten in het kader van de genoemde procedure. Daarnaast vraagt u om openbaarmaking van de gedeelde informatie met verschillende overheidsdiensten ter vaststelling van de herkomst van uw vermogen, alsmede om het verstrekken van twee rechterlijke uitspraken.

    Middels deze brief wordt op uw verzoek beslist.

    Besluit

    Ik kan uw verzoek niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Artikel 5.5 Woo regelt de verstrekking aan natuurlijke personen en rechtspersonen van op henzelf betrekking hebbende gegevens. Uw verzoek heeft betrekking op procedures die worden of zijn behandeld bij de gerechten. De gerechten vallen echter niet onder het toepassingsbereik van de Woo. De Woo is uitsluitend van toepassing op stukken die bij de Raad zelf berusten. Ik kan ook geen informatie opvragen bij de gerechten naar aanleiding van een Woo-verzoek, aangezien daarvoor geen wettelijke grondslag bestaat. 

    De Raad is op grond van artikel 96 van de Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO) niet bevoegd zich in te laten of zich te bemoeien met individuele zaken die onder de rechter zijn (geweest). Dit geldt zowel tijdens de behandeling van de zaak als na afloop van de procedure. Daarom verzamelt of ontvangt de Raad geen processtukken of informatie over individuele rechtzoekenden/procespartijen. Om deze reden wijs ik uw verzoek af.

    De Raad beschikt niet over de door u gevraagde rechterlijke uitspraken. U kunt de desbetreffende rechtbank rechtstreeks benaderen en verzoeken om de uitspraken te verstrekken dan wel te publiceren. Dit kan bijvoorbeeld op grond van artikel 29 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Een gerecht is niet verplicht om een uitspraak te publiceren. Het is aan de rechtbank om te bepalen of zij een uitspraak publiceert. De Raad mag zich niet bemoeien met de overwegingen van de rechtbanken inzake de publicatie van de uitspraken. 

    Ik kan mij voorstellen dat dit antwoord u teleurstelt, maar ik ga ervan uit dat ik de positie van de Raad hiermee voldoende heb uitgelegd.

    Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. 

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze.

    O.F.J. Welling
    directeur

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail

    datum: 7 februari 2025
    ons kenmerk: (geanonimiseerd)
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Op 7 januari 2025 heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid uw informatieverzoek van 6 januari 2025, gebaseerd op de Wet open overheid (de Woo) doorgestuurd aan de Raad voor de rechtspraak (de Raad) ter verdere behandeling. Uw verzoek ziet - kort samengevat - op de inhuurtarieven en de contractduur van externe medewerkers bij de Informatievoorzieningsorganisatie (IVO).

    Met deze brief wordt op uw verzoek beslist.

    Besluit

    Ik heb besloten aan uw verzoek tegemoet te komen en de door u verzochte informatie openbaar te maken.

    Er zijn twee documenten aangetroffen die betrekking hebben op uw Woo-verzoek. IVO heeft een eigen beleid ontwikkeld dat gericht is op het waarborgen van de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de inhuur van externe medewerkers. Ik maak dit beleid geheel openbaar (pdf, 483,2 KB).

    Hierin kunt u de informatie over de contractduur terugvinden.

    Binnen de Rijksoverheid geldt een maximum uurtarief van 225 euro voor de externe medewerkers. Dit tarief is gebaseerd op de Wet Normering Topinkomens. Daarnaast is vastgesteld dat de uitgaven aan externe inhuur maximaal 10 procent van de totale personele uitgaven mogen bedragen. IVO kan tevens gebruikmaken van de Handleiding Overheidstarieven. Dit document is al van overheidswege openbaar gemaakt en valt derhalve buiten het toepassingsbereik van de Woo. Ik verwijs u, overeenkomstig artikel 4.5, tweede lid van de Woo, naar de vindplaats Handleiding Overheidstarieven 2025 (kennisopenbaarbestuur.nl).

    Bezwaar

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit, door u ondertekende bezwaarschrift, kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze,

    O.F.J. Welling 
    directeur

  • Woo-besluit over de kosten ten behoeve van drie procedures en communicatie hierover met de Landsadvocaat.

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail

    datum: 31 januari 2025
    ons kenmerk:
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd), 

    Bij uw mailbericht van 18 december 2024 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht om, met een beroep op de Wet open overheid (de Woo), informatie openbaar te maken over de betrokkenheid van de Raad bij gerechtelijke procedures in de hoedanigheid van procespartij. Meer specifiek verzoekt u de Raad om een overzicht te verstrekken van alle procedures waaraan de Raad in de afgelopen 10 jaar als procespartij heeft deelgenomen.

    De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij het mailbericht van  24 december 2024. Met deze brief wordt op uw verzoek beslist. 

    Besluit

    Ik wijs uw verzoek af. Ik licht dit besluit als volgt toe. 

    Inventarisatie documenten 

    Er zijn in totaal 15 documenten aangetroffen die betrekking hebben op uw verzoek. Deze documenten zijn opgenomen in een inventarislijst, die als bijlage 1 (pdf, 77,7 KB) bij dit besluit is gevoegd. 

    Reeds openbaar

    U heeft mij verzocht om een overzicht te verstrekken van de zaken waarbij de Raad betrokken is geweest. Op 18 oktober 2024 heb ik de naar aanleiding van een Woo-verzoek de beschikbare documenten openbaar gemaakt (de documenten met nummers 14 en 15).  Deze documenten bevatten overzichten van schadevergoedingsvorderingen die zijn gebaseerd op de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). In deze zaken treedt de Raad op als vertegenwoordiger van de Staat (zie artikel 10:12 Wvggz). Op informatie die reeds openbaar is gemaakt is de Woo niet van toepassing. Ik verwijs u, overeenkomstig artikel 4.5, tweede lid van de Woo, naar de vindplaats, zie: Besluiten Wet open overheid 2024

    Alvorens in te gaan op de inhoudelijke beoordeling van de documenten die bij dit besluit zijn geïnventariseerd, geef ik u eerst een toelichting om de documenten in hun context te kunnen plaatsen. 

    De aangetroffen documenten bevatten informatie over gerechtelijke procedure waaraan de Raad deelneemt in de hoedanigheid van procespartij. Hierbij kan gedacht worden aan de weergave van de feiten en de waardering daarvan, de standpunten van de wederpartijen en de processtrategie van de Raad. Gelet op de aard en inhoud van deze stukken, evenals het feit dat zij betrekking hebben op lopende procedures, ben ik van oordeel dat openbaarmaking van deze stukken de procespositie van de Raad onevenredig zou benadelen. 

    Werkprocessen (documenten 12 en 13)

    Ik heb besloten de openbaarmaking van de documenten met nummers 12 en 13 integraal te weigeren. Deze documenten betreffen interne werkprocessen inzake de behandeling van de verzoeken om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn door een of meer rechterlijke colleges (ORT-Zaken) en vorderingen op grond van de Wvggz. Bij de Regeling van 26 januari 2012 heeft de minister van Justitie en Veiligheid de Raad de bevoegdheid verleend om de schadevergoedingsverzoeken wegens onrechtmatige rechtspraak, waaronder overschrijdingen van de redelijke termijn, namens de Staat af te handelen.

    De werkprocessen bestaan in essentie uit interne werkinstructies voor de medewerkers van de Raad en bevatten gedetailleerde informatie over de afhandelingswijze van de vordering en de daarbij te volgen procedure. Het gaat hierbij om documenten die bedoeld zijn om intern te blijven. Naar mijn oordeel zou openbaarmaking van deze stukken het goed functioneren van de Staat schaden. 

    Overzichten lopende zaken

    Daarnaast heb ik besloten de openbaarmaking van de documenten 1 t/m 12 geheel te weigeren. 

    Deze documenten bevatten informatie over de actuele stand van zaken van de lopende procedures. Openbaarmaking van de gevraagde informatie kan de (toekomstige) procespositie van de Staat zodanig schaden dat het belang van de Staat zwaarder moet worden geacht dan het algemeen belang van openbaarmaking. Om deze reden beroep ik mij primair op de weigeringsgrond “beschermen van het goed functioneren van de Staat” zoals bedoeld in artikel 5.1 lid 2 sub i van de Woo, en subsidiair op het beschermen van de intern beraadslaging (artikel 5.2) om deze informatie niet openbaar te maken. 

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit, door u ondertekende bezwaarschrift, kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Een kopie van het onderhavige Woo-besluit en de bijbehorende documenten zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst.

    Hoogachtend,
    De Raad voor de rechtspraak

    Namens deze,
    O.F.J. Welling
    directeur

    Bijlage 1 - inventarislijst (pdf, 77,7 KB)

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail

    datum: 27 januari 2025
    ons kenmerk:
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd), 

    In uw e-mail van 25 december 2024 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht om informatie openbaar te maken over de kosten die de Raad heeft gemaakt in verband met procedures die betrekking hebben op de journalistiek. Het betreft procedures die samenhangen met de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en diens opvolger, de Wet open overheid (Woo). Daarnaast vraagt u om inzage in de externe communicatie over deze procedures, evenals in de communicatie met de advocaten. Aan uw verzoek heeft u de Wet open overheid (Woo) ten grondslag gelegd.

    Met deze brief wordt op uw verzoek beslist. 

    Besluit

    Ik heb besloten uw Woo-verzoek af te wijzen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Allereerst wil ik het volgende onder uw aandacht brengen. De Wob is nooit van toepassing geweest op de Raad. Op 1 mei 2022 is de Woo in werking getreden, en op dezelfde datum is de Wob ingetrokken. Sinds de inwerkingtreding valt de Raad onder het toepassingsbereik van de Woo. De Raad heeft echter nooit een juridische procedure gehad die betrekking had op de uitvoering van de Wob of de Woo waarbij een journalist als procespartij betrokken was. Om deze reden beschikt de Raad niet over de door u gevraagde informatie. De wet is uitsluitend van toepassing op documenten die feitelijk in het bezit zijn van een bestuursorgaan.

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit, door u ondertekende bezwaarschrift, kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Hoogachtend,

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze,

    O.F.J. Welling
    directeur

  • (geanonimiseerd)

    Uitsluitend per e-mail: 

    datum: 21 januari 2025
    ons kenmerk:
    onderwerp: (geanonimiseerd)

    Geachte (geanonimiseerd),

    Bij uw mailbericht van 19 december 2024 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht, met een beroep op de Wet open overheid (de Woo), informatie openbaar te maken over de inschrijving van de rechtbanken in het handelsregister voorafgaand aan 2021 en de ANBI-status van rechtbanken. 

    Op 24 december 2024 heb ik de ontvangst van uw verzoek bevestigd. Met deze brief wordt op uw verzoek beslist.

    Besluit

    Ik heb besloten uw Woo-verzoek af te wijzen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. 

    Inschrijving in het handelsregister 

    De gerechten behoren tot de publiekrechtelijke rechtspersoon Staat der Nederlanden, ook al voor het moment van inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK). Inschrijving in het handelsregister staat los van de vraag of een orgaan een publiekrechtelijk rechtspersoon is. 

    Sinds de wijziging van het Handelsregisterbesluit in 2021 kunnen de gerechten vrijwillig inschrijven bij de KvK. Daarvoor was het niet mogelijk voor publiekrechtelijke organisaties om zich in te schrijven bij de KvK. Het Handelsregisterbesluit legt geen verplichting op maar biedt slechts een mogelijkheid. Ik verwijs u naar de Nota van Toelichting bij dit Besluit, waarin staat:  

    “De thans in artikel 8, derde lid, van het Handelsregisterbesluit 2008 ontstane mogelijkheid tot inschrijven is bedoeld voor de Hoge Colleges van Staat, het Kabinet van de Koning en onderdelen van de rechterlijke macht, zoals de Raad voor de Rechtspraak, rechtbanken en gerechtshoven. Deze maken onderdeel uit van de publiekrechtelijke rechtspersoon de Staat, maar zijn geen ministerie of baten-lastendienst, noch kunnen zij door deze gefaciliteerd worden. Mocht in de toekomst blijken dat deze problematiek zich ook voordoet bij andere publiekrechtelijke rechtspersonen dan de Staat, dan zal worden bezien of deze bepaling verbreed dient te worden.” Zie: Staatsblad 2021, 208 (officielebekendmakingen.nl)

    Bovendien kent de Handelsregisterwet 2007 en 2008 geen inschrijvingsplicht voor de gerechten. De organisatie van de gerechten en de Raad voor de rechtspraak is nader uitgewerkt in onder andere de Wet op de Rechterlijke Organisatie.

    Wettelijke status rechters

    In uw verzoek vraagt u tevens om “documenten en uitleg over waarom rechters niet als openbaar lichaam worden geregistreerd bij het KvK, maar wel als functionaris”. Rechterlijke ambtenaren hoeven zich in geen enkele hoedanigheid in te schrijven bij de KvK. In deze wet staat meer informatie over de rechtspositie van rechters: Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (overheid.nl)

    ANBI-status rechtbanken 

    U vraagt de Raad informatie te verstrekken over de toekenning van de zogenaamde ANBI-status aan rechtbanken (Algemeen nut beogende instellingen) en de correcte inschrijving bij het handelsregister volgens de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR). Overheidsinstanties, waaronder rechtbanken, beschikken van rechtswege over een ANBI-status, zie ANBI-status controleren (belastingdienst.nl). De Raad beschikt derhalve niet over aparte toekenningsdocumenten. U stelt vervolgens dat rechtbanken op grond van de WBTR verplicht zijn zich in te inschrijven in het handelsregister. Dit is onjuist. De WBTR is uitsluitend van toepassing op verenigingen en stichtingen. De gerechten zijn geen verenigingen en stichtingen.

    Bezwaar 

    Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.

    Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. 

    De Raad voor de rechtspraak
    Namens deze.

    O.F.J. Welling
    directeur

Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.