(geanonimiseerd)
Uitsluitend per e-mail
datum: 31 januari 2025
ons kenmerk:
onderwerp: (geanonimiseerd)
Geachte (geanonimiseerd),
Bij uw mailbericht van 18 december 2024 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht om, met een beroep op de Wet open overheid (de Woo), informatie openbaar te maken over de betrokkenheid van de Raad bij gerechtelijke procedures in de hoedanigheid van procespartij. Meer specifiek verzoekt u de Raad om een overzicht te verstrekken van alle procedures waaraan de Raad in de afgelopen 10 jaar als procespartij heeft deelgenomen.
De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij het mailbericht van 24 december 2024. Met deze brief wordt op uw verzoek beslist.
Besluit
Ik wijs uw verzoek af. Ik licht dit besluit als volgt toe.
Inventarisatie documenten
Er zijn in totaal 15 documenten aangetroffen die betrekking hebben op uw verzoek. Deze documenten zijn opgenomen in een inventarislijst, die als bijlage 1 (pdf, 77,7 KB) bij dit besluit is gevoegd.
Reeds openbaar
U heeft mij verzocht om een overzicht te verstrekken van de zaken waarbij de Raad betrokken is geweest. Op 18 oktober 2024 heb ik de naar aanleiding van een Woo-verzoek de beschikbare documenten openbaar gemaakt (de documenten met nummers 14 en 15). Deze documenten bevatten overzichten van schadevergoedingsvorderingen die zijn gebaseerd op de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). In deze zaken treedt de Raad op als vertegenwoordiger van de Staat (zie artikel 10:12 Wvggz). Op informatie die reeds openbaar is gemaakt is de Woo niet van toepassing. Ik verwijs u, overeenkomstig artikel 4.5, tweede lid van de Woo, naar de vindplaats, zie: Besluiten Wet open overheid 2024
Alvorens in te gaan op de inhoudelijke beoordeling van de documenten die bij dit besluit zijn geïnventariseerd, geef ik u eerst een toelichting om de documenten in hun context te kunnen plaatsen.
De aangetroffen documenten bevatten informatie over gerechtelijke procedure waaraan de Raad deelneemt in de hoedanigheid van procespartij. Hierbij kan gedacht worden aan de weergave van de feiten en de waardering daarvan, de standpunten van de wederpartijen en de processtrategie van de Raad. Gelet op de aard en inhoud van deze stukken, evenals het feit dat zij betrekking hebben op lopende procedures, ben ik van oordeel dat openbaarmaking van deze stukken de procespositie van de Raad onevenredig zou benadelen.
Werkprocessen (documenten 12 en 13)
Ik heb besloten de openbaarmaking van de documenten met nummers 12 en 13 integraal te weigeren. Deze documenten betreffen interne werkprocessen inzake de behandeling van de verzoeken om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn door een of meer rechterlijke colleges (ORT-Zaken) en vorderingen op grond van de Wvggz. Bij de Regeling van 26 januari 2012 heeft de minister van Justitie en Veiligheid de Raad de bevoegdheid verleend om de schadevergoedingsverzoeken wegens onrechtmatige rechtspraak, waaronder overschrijdingen van de redelijke termijn, namens de Staat af te handelen.
De werkprocessen bestaan in essentie uit interne werkinstructies voor de medewerkers van de Raad en bevatten gedetailleerde informatie over de afhandelingswijze van de vordering en de daarbij te volgen procedure. Het gaat hierbij om documenten die bedoeld zijn om intern te blijven. Naar mijn oordeel zou openbaarmaking van deze stukken het goed functioneren van de Staat schaden.
Overzichten lopende zaken
Daarnaast heb ik besloten de openbaarmaking van de documenten 1 t/m 12 geheel te weigeren.
Deze documenten bevatten informatie over de actuele stand van zaken van de lopende procedures. Openbaarmaking van de gevraagde informatie kan de (toekomstige) procespositie van de Staat zodanig schaden dat het belang van de Staat zwaarder moet worden geacht dan het algemeen belang van openbaarmaking. Om deze reden beroep ik mij primair op de weigeringsgrond “beschermen van het goed functioneren van de Staat” zoals bedoeld in artikel 5.1 lid 2 sub i van de Woo, en subsidiair op het beschermen van de intern beraadslaging (artikel 5.2) om deze informatie niet openbaar te maken.
Bezwaar
Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit, door u ondertekende bezwaarschrift, kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.
Een kopie van het onderhavige Woo-besluit en de bijbehorende documenten zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst.
Hoogachtend,
De Raad voor de rechtspraak
Namens deze,
O.F.J. Welling
directeur
Bijlage 1 - inventarislijst (pdf, 77,7 KB)