(geanonimiseerd)
Uitsluitend per e-mail
datum: 13 oktober 2025
ons kenmerk: (geanonimiseerd)
onderwerp: (geanonimiseerd)
Geachte (geanonimiseerd),
Bij uw vier afzonderlijke mailberichten van 5 augustus 2025 heeft u de Raad voor de rechtspraak (de Raad) verzocht om informatie te verstrekken over de wijze waarop de Rechtspraak omgaat met institutioneel, extremistisch of soeverein/autonoom gedachtegoed.
Aan uw verzoek heeft u de Wet open overheid (Woo) ten grondslag gelegd. Op 6 augustus 2025 heb ik de ontvangst van uw verzoek bevestigd.
Met deze brief wordt op uw 4 verzoeken beslist.
Besluit
Ik kan uw verzoeken niet inwilligen. Er zijn namelijk geen door u gevraagde documenten bij de Raad aangetroffen. Dit besluit licht hieronder toe.
Voorop wil ik het volgende onder uw aandacht brengen. De Rechtspraak is bekend met het fenomeen van de zogenoemde ‘autonomen’, ook wel ‘soevereine burgers’ genoemd. Dat is onder meer bevestigd door het Hof Arnhem-Leeuwarden in de uitspraak van 13 mei 2025 (ECLI:NL:GHARL:2025:3002):
“Ook de rechtspraak ziet de laatste jaren een aanzienlijke toename van het aantal rechtszaken van burgers die verklaren autonoom dan wel soeverein te zijn en zichzelf buiten de Nederlandse rechtsorde plaatsen. Binnen deze groep zijn er verschillende stromingen, van individuen die de legitimiteit en geldigheid van de rechtsorde ontkennen en zich daaraan onttrekken tot individuen die zich actief verzetten tegen de rechtsorde, al dan niet met geweld.”
Verzoek 1
Dit verzoek heeft betrekking op het aantal strafzittingen waarin sprake was van vervolging wegens institutioneel gedachtengoed, institutioneel extremisme of het zogenoemde soevereine/autonome gedachtegoed. Meer specifiek verzoekt u om een overzicht van deze zittingen, met vermelding van het jaar, het aantal zaken en een algemene typering daarvan.
In het algemeen vindt er geen strafrechtelijke vervolging plaats enkel vanwege het “zich autonoom of soeverein verklaren”. Deze gedraging vormt op zichzelf geen strafbaar feit. In de praktijk komt het echter regelmatig voor dat sommige personen bepaalde verboden gedragingen of nalatigheden proberen te rechtvaardigen door te stellen dat zij soeverein zijn, en dat de geldende regels daarom niet op hen van toepassing zouden zijn. Deze motivering wordt doorgaans niet geregistreerd; alleen het strafbare feit zelf wordt vastgelegd (ter illustratie zie deze uitspraak ECLI:NL:RBMNE:2025:384, Rechtbank Midden-Nederland, 16/187101-22 (P)). Om die reden beschikt de Raad niet over de door u gevraagde informatie.
Verzoek 2
Uw tweede verzoek ziet op het verstrekken van een overzicht van de rechtbanken waar de berechting van de soevereinen heeft plaatsgevonden.
Verdachten die zich als autonomen verklaren kunnen echter bij alle zittingslocaties voorkomen. Via de website uitspraken.rechtspraak.nl kunt u zelf gericht zoeken naar uitspraken waarbij autonomen betrokken zijn geweest als procespartijen. Dit kan door relevante zoektermen, zoals “soevereine burger” in te voeren in het zoekveld (zie het voorbeeld hieronder). In de uitspraken kunt u nagaan bij welke rechtbank het proces heeft plaatsgevonden.
Verzoek 3
Met uw derde verzoek vraagt u inzage in beleidsdocumenten, instructies, protocollen en eventuele werkinstructies die door de gerechten worden gebruikt bij de behandeling en straftoemeting van strafzaken waarbij de autonomen betrokken zijn.
De Raad stelt dergelijke stukken niet op en mag zich ook niet bemoeien met de beoordeling van individuele zaken door rechters. Dit volgt uit het in Nederland geldende onafhankelijkheidsbeginsel van de rechterlijke macht. Voor zover dergelijke documenten al zouden bestaan (de Raad beschikt daar niet over), berusten deze bij de gerechten of bij de vakinhoudelijke overlegorganen. De gerechten vallen echter buiten het toepassingsbereik van de Woo (artikel 2.2, eerste lid, onder c). De Woo is uitsluitend van toepassing op informatie die bij de Raad zelf berust. De Raad kan daarom geen informatie bij de gerechten opvragen, omdat daarvoor geen wettelijke grondslag bestaat.
Verzoek 4
U verzoekt om informatie over speciaal opgeleide of gespecialiseerde rechters binnen de rechtbanken die strafzaken behandelen waarin institutioneel gedachtengoed, institutioneel extremisme of het zogenoemde soevereine of autonome gedachtegoed een rol speelt. U vraagt daarbij specifiek om inzage in eventueel bestaand beleid, protocollen, richtlijnen of andere relevante documenten met betrekking tot de inzet, opleiding of aanwijzing van deze gespecialiseerde rechters, alsmede de specifieke opleidingen en trainingen voor deze rechters.
Ik heb hierover navraag gedaan bij het opleidingsinstituut van de Rechtspraak (SSR). SSR biedt geen specifieke opleiding of cursus aan over het behandelen van zaken waarin de door u genoemde groepen betrokken zijn als procespartijen. Dit onderwerp is ook niet verweven in bestaande opleidingen. Op dit moment bestaat er (nog) geen behoefte om een dergelijke opleiding of bijscholing te ontwikkelen. Rechters zijn naar het oordeel van de Raad voldoende toegerust om alle soorten zaken op deskundige wijze te behandelen, ongeacht de persoonlijke opvattingen of overtuigingen van de procespartijen.
Bezwaar
Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de datum boven dit besluit een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door u als indiener zijn ondertekend en bevat ten minste uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) waarom u vindt dat het besluit niet klopt. Dit door u ondertekende bezwaarschrift kunt u inscannen en digitaal versturen aan: woo@rechtspraak.nl of per post aan: Raad voor de rechtspraak, bezwaar Woo-besluit, postbus 90613, 2509 LP Den Haag.
Een kopie van het onderhavige Woo-besluit en de bijbehorende documenten zullen geanonimiseerd op onze website worden geplaatst.
Hoogachtend,
De Raad voor de rechtspraak
Namens deze,
O.F.J. Welling
directeur