Advies voorstel van wet implementatie Procedurerichtlijn en Opvangrichtlijn (Kamerstuk 34088) (pdf, 42,3 KB)
Op verzoek van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de Raad geadviseerd over het voorstel van wet inzake implementatie Procedurerichtlijn en Opvangrichtlijn zoals verzonden aan de Tweede Kamer. In februari 2014 heeft de Raad geadviseerd over de consultatieversie van het wetsvoorstel. Reden voor deze adviesaanvraag was dat het wetsvoorstel dat is ingediend op een aantal punten aanzienlijk gewijzigd is ten opzichte van de consultatieversie.
Zo is bijvoorbeeld de voorgestelde beroepstermijn van 4 weken voor alle asielzaken uit het Wetsvoorstel gehaald en is in artikel 83b van het Wetsvoorstel in zekere mate aangesloten bij de huidige praktijk. Kort samengevat komt het thans voorgestelde systeem erop neer dat alle AA-zaken binnen 4 weken moeten worden afgedaan en VA-zaken binnen 23 weken. Echter voor VA-zaken die niet in behandeling worden genomen, niet-ontvankelijk zijn, kennelijk ongegrond zijn, zijn afgewezen met toepassing van artikel 4:6 Awb of buiten behandeling worden gesteld (artikel 83b lid 3 sub a t/m e) geldt, anders dan de huidige streeftermijn van 23 weken, een termijn van 4 weken. In de EAUT wordt aangegeven dat dit 43% van alle afwijzingen in VA zal betreffen. Dit heeft als gevolg dat uiteindelijk toch een groot deel van het totale aantal asielzaken binnen 4 weken zal moeten worden afgedaan. Het aantal zaken dat door de Rechtspraak binnen de 4 weken termijn moet worden afgedaan hangt af van zowel de keuze van IND of een zaak AA of VA wordt afgedaan en daarnaast ook van de beoordeling van IND of een VA-zaak conform de wijze genoemd in artikel 83b lid 3 sub a t/m e kan worden afgedaan.
De structurele financiële gevolgen zijn, vergeleken met de consultatieversie van het Wetsvoorstel, op totaal gezien nagenoeg gelijk gebleven maar worden vanuit gewijzigde gevolgen opgebouwd. De kosten die voortvloeien uit het wetsvoorstel bedragen voor de Rechtspraak ongeveer 12 miljoen op jaarbasis.