Laden...

Politierechter Klaas Bunk

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksThema's > 100 jaar politierechter > Politierechter Klaas Bunk

Politierechter Klaas Bunk

‘Als je als rechter open en ontvankelijk bent, dan krijg je dat terug van de verdachte’, zegt Klaas Bunk (67), sinds 2009 (ook) economische politierechter* bij de rechtbank Noord-Nederland.

Politierechter Klaas Bunk [foto: Bas Kijzers]

‘Een zitting bij de economische politierechter heeft een menselijke maat. De mannen, een vrouwelijke verdachte komt nauwelijks voor, die bij de economische politierechter komen, hebben iets gedaan wat niet mag, maar het zijn geen misdadigers. Een hobbyboer die begint met een paar koeien en schapen. Het worden er meer en meer en de hulp die hij krijgt wordt minder en minder. Dat loopt een keer spaak. Of een boer wiens vrouw overlijdt. De kinderen willen de boerderij niet overnemen. Hij verwaarloost zijn dieren en zijn bedrijf. Dat zie je onmiddellijk als je een erf oprijdt. Een schoon erf is een schoon voorhuis en een schoon voorhuis is een schoon achterhuis. Boeren, in het noorden zeker, zijn trots en op zichzelf. Het eerste wat ze zeggen is: “Laat mij, ik red mij wel.” Niet dus. Ik ben er niet gevoelig voor, maar op zo’n zitting vallen echte tranen. Een boer met dikke schulden geef ik geen dikke boete. Daar is niemand bij gebaat. Hij komt niet weg zonder straf hoor, maar dat is dan wel een voorwaardelijke.’

Boos

‘Als mensen boos de zittingszaal binnenkomen, vraag ik meteen: “Waarom ben je zo boos?” Ik maak er geen groot verhaal van, maar die boosheid moet er wel uit, want anders heb ik er de hele zitting last van. Als mensen erover kunnen praten, zakt de kwaadheid snel weg. Als ik iemand van 18 of 19 voor mij heb, wil ik weleens voorstellen om hem met je en jij aan te spreken. Het is mij nog nooit overkomen, maar als die verdachte dan ook je en jij tegen mij zou willen zeggen, dan zou ik dat prima vinden. Ik wel en hij niet? Vervolgens zeg ik ook: “Voor we verder gaan: als jij graag Fries wilt praten, dan moet je dat doen. Ik spreek het zelf niet, maar ik versta het wel. Ik kan achterover gaan leunen en iemand in zijn eigen sop gaar laten koken, maar ik wil dat mensen praten. Zij moeten hun verhaal vertellen. Als je als politierechter open en ontvankelijk bent, dan krijg je dat terug van de verdachte. Als ik naar iemands verhaal luister, wil dat overigens niet zeggen dat ik het met hem eens ben. Maar het wil wél zeggen dat ik hem serieus neem.’

Rol

‘Ik ben 20 jaar officier van justitie geweest, dus ik bekijk de officier misschien met andere ogen dan mijn collega-politierechters. Ik vind de rol van de officier heel belangrijk. Hij zet de toon. Dat moet hij zich goed realiseren. Dat zeg ik ook tegen, vooral de jongere, officieren. Je hebt officieren die met hele zware woorden komen. Je ziet een verdachte dan kleiner worden. Man, man, denk ik dan vaak. Doe dat nou niet, het hoeft niet. “Het OM treedt hier hard tegen op”, zegt een officier bijvoorbeeld. “De zaak is 2 jaar oud. Hoezo, hard optreden. Waarom nu pas?”, zeg ik dan in de zittingszaal. Ik brand hem niet af, maar als ik vind dat een officier het niet goed heeft gedaan, dan vraag ik na afloop van de zaak wel: “Heb je straks even 5 minuten voor mij?” Dat doe ik met advocaten ook wel, maar minder. Als je wilt dat er naar je wordt geluisterd, dan moet je wel de juiste toon aanslaan.’

Ruimte

‘Als ik na een zittingsdag naar huis fiets, dan vraag ik mij eigenlijk altijd af: heb ik het wel goed gedaan? Heb ik daar genoeg aandacht aan besteed? Heb ik de advocaat genoeg ruimte gegeven? Ik zit met die vragen omdat ik mijn mening baseer op wat er in de zittingszaal is gebeurd. Je kunt van tevoren bedenken: deze zaak zal wel uitdraaien op een geldboete, deze op een taakstraf. Dat doe ik niet. Je krijgt een bepaald beeld als je een dossier leest, en dat staat nogal eens haaks op het beeld dat je krijgt tijdens de zitting. Daarom moet je als politierechter tijdens een zitting heel erg bewegen. Ik zeg ook wel eens tegen een verdachte: “Uit het dossier kreeg ik een bepaald beeld van u, maar als ik u hier vandaag zie en hoor, dan krijg ik een totaal ander beeld.” Ik vind het daarom ook prettig als een verdachte verschijnt. Een verdachte die komt, wil doorgaans ook praten. Zo krijg je interactie met je medemens. Ik heb duizenden verdachten gezien, en ze waren allemaal anders.’

*De economische politierechter behandelt strafzaken die in of door een bedrijfsmatige constructie worden begaan. Voorbeelden van vergrijpen die door hem worden afgedaan zijn overtredingen van de winkeltijdenwet, de warenwet of de regels voor het uitrijden van mest. De economische politierechter behandelt ook milieuzaken en vuurwerkdelicten.


 Politierechters over hun vak

Je kunt eindeloos blijven piekeren, maar het is onze taak om knopen door te hakken.

 

Ik behandel een zaak met een warm hart en een scherp verstand.

 

Ik heb duizenden verdachten gezien, en ze waren allemaal anders.

 

Je moet volgens mij nooit uitstralen: ik weet wel hoe het zit, daar heb je er weer zo een.

 

Je hebt overal haviken en duiven, ook bij ons.

 

Met de meeste verdachten kun je prima in gesprek.

 

Je moet als politierechter een grap durven maken.

 

Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.