Bij een strafprocedure is er altijd een zitting.
Voor aanvang van de zitting
Op de dag van de zitting meldt u zich bij de centrale balie van de rechtbank. Die vertelt u waar u op de gang kunt wachten tot uw zaak begint. Als uw zaak aan de beurt is, roept de bode uw naam en zaak. Iedereen gaat naar binnen en neemt plaats.
Wel/niet aanwezig zitting
U bent niet verplicht om naar de zitting te komen. Komt u wel, dan kunt u de vragen van de rechter beantwoorden. U krijgt dan de gelegenheid om een mondelinge toelichting te geven. Komt u niet, dan kunt u de verdediging aan uw advocaat overlaten. Hiervoor moet u uw advocaat machtigen.
Verstek
Als u niet verschijnt, niet reageert op de dagvaarding en ook niet uw advocaat machtigt, kan de rechter uw zaak bij verstek (buiten uw aanwezigheid) behandelen. U kunt wel een brief schrijven om uw mening aan de rechter te laten weten. De rechter kan u alsnog verplichten om te verschijnen.
Getuigen
Eventuele getuigen staan in de dagvaarding genoemd. Vaak hoort de rechter-commissaris getuigen al voor de zitting. Ze hoeven dan niet op de zitting te getuigen. De namen van getuigen die wel op de zitting aanwezig zijn, noemt de rechter aan het begin van de zitting. In bepaalde gevallen kunnen ook meegebrachte getuigen gehoord worden.
Getuige in een rechtszaak
Deskundigen
De rechter-commissaris kan deskundigen al voor de zitting horen, maar meestal wil de rechter zelf nog vragen stellen. Een deskundige verschijnt dan alsnog op de zitting om aanvullende vragen te beantwoorden. Soms is ook iemand van de reclassering aanwezig om het advies in een reclasseringsrapport toe te lichten. In bepaalde gevallen kunnen ook zelf meegebrachte deskundigen gehoord worden.
Deskundige
Tolk
Als u niet goed Nederlands spreekt of begrijpt of als u doof of slechthorend bent, kan de officier van justitie of de rechter een
tolk regelen die u kosteloos bijstaat. U of uw advocaat moet dit bij voorkeur ruim voor de zittingsdatum aangeven.
Slachtoffer en benadeelde partij
Als het slachtoffer heeft aangegeven daar prijs op te stellen, wordt hij/zij geïnformeerd over de zittingsdatum. Ook mag het slachtoffer de zitting bijwonen.
Schadevergoeding
Als een slachtoffer schade heeft geleden kan hij/zij een schadevergoeding vragen. Op de zitting kan het slachtoffer dat verzoek toelichten. Mogelijk beslist de rechter dat u die schadevergoeding (deels) moet betalen.
Meer informatie voor slachtoffer
Zitting bijwonen
Openbaar
De zitting over een verkeersdelict is in principe openbaar. U mag bijvoorbeeld familieleden of vrienden meenemen. Het kan zijn dat er pers aanwezig is.
Leeftijdsbeperking
Iedereen ouder dan 12 jaar mag openbare zittingen van de strafrechter bijwonen. De voorzitter van de rechtbank kan aan iemand tot 18 jaar de toegang weigeren als hij het ongepast vindt dat deze de zaak bijwoont.
Achter gesloten deuren
Soms vindt de zitting achter gesloten deuren plaats. Dan hebben anderen geen toegang tot de zitting. Dit heeft meestal te maken met kwetsbaarheid en privacy. Bijvoorbeeld als u als verdachte minderjarig bent. De uitspraak is altijd in het openbaar, ook als de behandeling plaatsvond achter gesloten deuren.
Zitting bijwonen
Inhoudelijke behandeling
Nadat de rechter heeft vastgesteld dat alle vormen in het vooronderzoek goed zijn nageleefd en hij de zaak mag behandelen, zal hij 4 vragen moeten beantwoorden:
1. Is het ‘wettig en overtuigend’ bewezen dat u het feit gepleegd heeft?
Deze vraag beantwoordt de rechter aan de hand van:
- wettige bewijsmiddelen zoals de aangifte, getuigenverklaringen, deskundigenverklaringen en beeldmateriaal dat de rechter zelf heeft gezien
- zijn eigen overtuiging
De rechter moet op grond van de bewijsmiddelen ervan overtuigd zijn dat u het feit heeft begaan. Is hij dat niet, dan spreekt hij u vrij.
De rechter moet op grond van de bewijsmiddelen ervan overtuigd zijn dat u het feit heeft begaan. Is hij dat niet, dan wordt u vrijgesproken.
2. Is het feit strafbaar?
Als het feit bewezen is, zal de rechtbank moeten nagaan of het ook strafbaar is. Alle strafbare feiten zijn vastgelegd in de wet. Alleen als de hele omschrijving van het strafbare feit in de aanklacht (tenlastelegging) is overgenomen, is er sprake van een strafbaar feit. Onder bijzondere omstandigheden kan het begrijpelijk zijn dat u zich niet strikt aan de wet heeft gehouden. Het feit is dan niet strafbaar.
3. Bent u strafbaar?
U bent geen strafbare dader als het plegen van de daad u niet is aan te rekenen. Misschien kon u er niets aan doen dat u gehandeld heeft zoals u handelde. In bijzondere omstandigheden kan het begrijpelijk zijn dat u zich niet strikt aan de wet heeft gehouden. U bent dan niet strafbaar.
4. Welke straf krijgt u opgelegd?
Als de rechter heeft vastgesteld dat u het strafbare feit heeft begaan en daarvoor strafbaar bent, bepaalt hij of u een straf en/of maatregel krijgt opgelegd.
Oriëntatiepunten straffen
De rechtbanken en gerechtshoven hebben in de loop der jaren zogenaamde oriëntatiepunten voor straftoemeting ontwikkeld. Deze geven weer welke straf rechters bij bepaalde strafbare feiten ongeveer opleggen. In veel oriëntatiepunten worden ook omstandigheden genoemd waardoor de straf hoger of lager uitvalt. De rechter is niet gebonden aan deze oriëntatiepunten. De rechter zal elke zaak rekening houden met de bijzondere omstandigheden van het geval.
Oriëntatiepunten voor straftoemeting
Verloop zitting
De inhoudelijke behandeling verloopt als volgt:
- De bode roept uw naam en zaak, iedereen neemt plaats in de zittingszaal.
- De rechter controleert de persoonsgegevens en geeft een korte uitleg over uw rechten tijdens de zitting, zoals het recht om niet te antwoorden op vragen die worden gesteld.
- De officier van justitie leest de tenlastelegging. Hierin staat waarvan u wordt verdacht.
- Onderzoek door de rechter (vragen aan u als verdachte, horen van getuigen/deskundigen en behandelen van de stukken).
- Behandeling van een eventuele vordering voor een schadevergoeding van een benadeelde partij (slachtoffer). De benadeelde partij mag ook een mondelinge toelichting geven.
- De officier van justitie geeft zijn standpunt over uw zaak (requisitoir) en zegt welke straf hij eist.
- Daarna houdt uw advocaat of u zelf een pleidooi. Dit is uw verdediging.
- De officier van justitie mag ingaan op het pleidooi
- U of uw advocaat mag reageren op wat de officier heeft gezegd. U mag als verdachte zelf geen vragen stellen aan de officier van justitie. Wel mag u het aangeven als iets niet duidelijk is.
- Als verdachte krijgt u het laatste woord.
- Na het laatste woord sluit de rechter het onderzoek af. De rechter geeft aan wanneer de uitspraak zal worden gedaan.
Vaak eist de officier van justitie bij zaken waarvoor eerst een strafbeschikking is opgelegd een straf die gelijk is aan de strafbeschikking. Hij kan echter ook een hogere straf eisen.