Laden...

Strafprocedure kantonrechter volwassenen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksStrafrecht > Procedures > Strafprocedure kantonrechter volwassenen

Advocaat of gemachtigde 

Bij een strafprocedure voor de kantonrechter kunt u zich laten bijstaan door een advocaat of gemachtigde, maar u kunt er ook voor kiezen uw eigen verdediging te voeren.

Welke strafzaken behandelt de kantonrechter

De kantonrechter behandelt strafprocedures voor overtredingen en het misdrijf stroperij. 

  • Overtredingen zijn lichte strafbare feiten. Zoals te hard rijden, baldadigheid en overtreding van de Leerplichtwet. 
  • Stroperij is een vorm van diefstal van natuurlijke zaken. 
De kantonrechter behandelt strafzaken van verdachten van 12 jaar of ouder (zie strafprocedure kantonrechter minderjarigen). Verder behandelt hij de beroepsprocedure verkeersboetes.

 

  De strafrechtelijke procedure bij de kantonrechter bestaat uit de volgende stappen:

>Alles uitklappen
  • Als u verdacht wordt van een strafbaar feit, heeft u eerst te maken met: 

    • de politie 
    • de officier van justitie (Openbaar Ministerie

    Bent u in verzet gegaan tegen een strafbeschikking van de officier van justitie? Dan kan de officier van justitie besluiten om uw strafzaak over de overtreding voor te leggen aan de kantonrechter

    De officier van justitie kan ook besluiten dat hij u direct dagvaardt bij de kantonrechter.

  • Beslist de officier van justitie om uw zaak voor de kantonrechter te brengen? Dan ontvangt u van hem een dagvaarding op het adres waar u staat ingeschreven of verblijft. 

    Inhoud dagvaarding 

    Op iedere dagvaarding staat een parketnummer en/of zaaknummer genoemd. Noem dit nummer bij elk contact met de rechtbank

    Strafbaar feit en zitting 

    In de dagvaarding staat in juridische woorden voor welk strafbaar feit de officier van justitie u vervolgt. In de dagvaarding staat ook waar en wanneer de rechter uw zaak op een zitting behandelt. 

    Getuigen, deskundigen, slachtoffers 

    In de dagvaarding staan de getuigen en deskundigen genoemd, waarvan al bekend is dat de rechter hen wil ondervragen (horen) tijdens de zitting. Ook leest u in de dagvaarding of er een slachtoffer is die een vordering tot schadevergoeding heeft ingediend. Als dit niet op de dagvaarding staat, dan kan er nog wel een vordering volgen. Want een slachtoffer mag zelfs nog op de zittingsdag een schadevergoeding vragen.

    Uw rechten 

    Op de achterkant van de dagvaarding staat informatie over de rechten waarvan u gebruik kunt maken. 

    Inzage in uw dossier

    Als verdachte heeft u in principe recht op het lezen (inzien) van de procesdocumenten in uw dossier. Bijvoorbeeld documenten van de politie en het Openbaar Ministerie.
  • U kunt uitstel vragen voor de zitting, als u daar een goede reden voor heeft. Een goede reden kan ziekte zijn. U of uw advocaat/gemachtigde kan om uitstel vragen bij de griffie van de rechtbank. Doe dit zo snel mogelijk nadat u de dagvaarding hebt ontvangen. De rechter beslist of hij de zitting uitstelt naar een andere datum (aanhouding). 

    Protocol 

    De rechtbanken en gerechtshoven hebben met elkaar een aanhoudingenprotocol ontwikkeld. Daarin staat waarmee de rechter rekening houdt als u een verzoek tot uitstel van de zitting doet.

    Bericht over wel/geen uitstel 

    De rechter beslist in principe pas tijdens de zitting zelf over het uitstel. Soms beslist hij hier al eerder over. U of uw advocaat ontvangt in dat geval bericht. U kunt ook zelf informeren bij de griffie van de rechtbank. De rechter is niet verplicht om de zitting uit te stellen. Hij kan uw zaak ook behandelen zonder dat u er bent.

  • Bij een strafprocedure is er altijd een zitting. 

    U als verdachte

    U bent in principe niet verplicht om naar de zitting te komen. 

    • Komt u wel, dan kunt u de vragen van de rechter beantwoorden. U krijgt dan de gelegenheid om een mondelinge toelichting te geven. 
    • Komt u niet, dan kunt u de verdediging aan uw advocaat of een gemachtigde overlaten. Hiervoor geeft u uw advocaat/gemachtigde toestemming (machtiging). Een advocaat hoeft in tegenstelling tot een gemachtigde, niet te beschikken over een schriftelijke volmacht. De rechter gelooft een advocaat op zijn woord als hij zegt dat hij door een van de partijen mondeling gemachtigd is. De rechter beoordeelt of hij ermee kan instemmen dat uw advocaat of gemachtigde u verdedigt. Als hij dat nodig vindt, kan hij de behandeling van de zaak aanhouden. U ontvangt dan een oproep om alsnog te verschijnen. 

    Verstek 

    • Als u niet naar de zitting komt (niet verschijnt), niet reageert op de dagvaarding en ook uw advocaat of gemachtigde niet heeft gemachtigd, dan kan de rechter uw zaak zonder uw aanwezigheid (bij verstek) behandelen. 

    Als de rechter geen verstek verleent 

    Soms zal de rechter geen verstek verlenen, omdat hij vindt dat u echt aanwezig moet zijn. De rechter stelt de zaak dan tijdens de zitting uit en roept u nog een keer op (dit heet 'het bevelen van de verschijning').

    Wilt u wel reageren, maar niet op de zitting verschijnen? Dan kunt u de rechter per brief uw mening laten weten. De rechter kan deze dan in zijn oordeel betrekken. Dit wil zeggen dat de rechter uw brief leest, maar zelf bepaalt of uw brief invloed heeft op zijn oordeel. 

    Vindt de rechter dat u absoluut op de zitting aanwezig moet zijn? Dan kan hij u zo nodig laten halen door de politie (dit heet 'uw medebrenging gelasten').

    Getuigen 

    Als er in uw strafzaak getuigen zijn, dan staan deze in de dagvaarding genoemd. De rechter noemt aan het begin van de zitting de namen van getuigen op die op de zitting aanwezig zijn. In bepaalde gevallen hoort de rechter ook getuigen die u meebrengt. Lees hier meer over op de pagina info dagvaarding (om.nl).


  • Inhoudelijke behandeling 

    Aan het begin moet de rechter eerst vaststellen (verklaren) dat alle regels en voorschriften tijdens het strafrechtelijk onderzoek zijn nageleefd. En dat hij de juiste rechter is om de zaak te behandelen. Daarna zal hij 4 vragen moeten beantwoorden: 

    1 Is het ‘wettig en overtuigend’ bewezen dat u het feit gepleegd heeft? 

    Deze vraag beantwoordt de rechter aan de hand van: 

    • wettige (volgens de wet toegestaan) bewijsmiddelen zoals de aangifte, getuigenverklaringen, deskundigenverklaringen en beeldmateriaal dat de rechter zelf heeft gezien. 
    • zijn eigen overtuiging de rechter moet op grond van de bewijsmiddelen ervan overtuigd zijn dat u het feit heeft begaan. Is de rechter hiervan niet overtuigd, dan spreekt hij u vrij. 

    2. Is het feit strafbaar? 

    Als het feit bewezen is, gaat de rechter na of het ook strafbaar is. Alle strafbare feiten zijn beschreven in de wet. In bijzondere omstandigheden kan het begrijpelijk zijn dat u zich niet strikt aan de wet heeft gehouden. Bijvoorbeeld als sprake was van zelfverdediging. Het feit is dan niet strafbaar. 

    3. Bent u strafbaar? 

    Het kan zijn dat het plegen van de daad u niet is aan te rekenen. In dat geval ontbreekt uw schuld en bent u niet strafbaar. Bijvoorbeeld omdat u het strafbare feit onder invloed van een geestelijke stoornis heeft gepleegd (ontoerekeningsvatbaar) en er niets aan kon doen dat u zo gehandeld heeft. 

    4. Welke straf krijgt u opgelegd? 

    Als de rechter oordeelt dat u het strafbare feit heeft begaan en daarvoor strafbaar bent, besluit hij over een passende straf en/of maatregel die u krijgt opgelegd.

  • Voor aanvang van de zitting 

    Op de dag van de zitting meldt u zich bij de informatiebalie van de rechtbank. Een medewerker vertelt u waar u op de gang kunt wachten tot uw zaak begint. Als uw zaak aan de beurt is, roept de bode uw naam en zaak. Iedereen gaat naar binnen en neemt plaats. Als u nog in voorlopige hechtenis zit, brengt de parketpolitie u via een andere weg binnen. Als de rechter binnenkomt, staat iedereen even op. 

    Verloop van de mondelinge behandeling 

    Bij de inhoudelijke behandeling richt de rechter zich op de inhoud van de strafzaak, met als doel om tot een oordeel te komen. De zitting verloopt als volgt: 

    • De rechter controleert uw persoonsgegevens en geeft een korte uitleg over uw rechten tijdens de zitting. 
    • De officier van justitie leest de tenlastelegging voor. Hierin legt hij uit voor welk strafbaar feit hij u aanklaagt. De tenlastelegging kent u al uit de dagvaarding
    • Zijn er getuigen en deskundigen opgeroepen? Dan leest de rechter hun namen voor. Hebt u getuigen of deskundigen meegenomen die niet worden genoemd? Dan moet u die op dat moment direct opgeven. Doet u dat niet, dan hoeft de rechter hen niet te horen. 
    • Onderzoek door de rechter. De rechter stelt vragen aan u als verdachte en aan getuigen/deskundigen. Ook de officier van justitie en advocaat/gemachtigde krijgen de gelegenheid om vragen te stellen. De rechter geeft hen daarvoor het woord. Als verdachte bent u niet verplicht op deze vragen te antwoorden (u heeft zwijgrecht). U hoeft ook niet, zoals de getuigen, een eed of belofte af te leggen. 
    • Verder bespreekt de rechter de documenten in het strafdossier (zoals verslagen van verhoren, bewijsmiddelen, onderzoeksresultaten). Als u wilt dat de rechter iets voorleest uit de documenten tijdens de zitting, dan kunt u dat aan de rechter vragen. U kunt de rechter ook vragen om documenten alsnog toe te voegen aan het dossier. 
    • Heeft een benadeelde partij (slachtoffer) een vordering voor een schadevergoeding ingediend? Dan behandelt de rechter deze. De benadeelde partij mag ook een mondelinge toelichting geven op de vordering. 
    • De rechter behandelt ook uw persoonlijke omstandigheden. 
    • De officier van justitie geeft zijn standpunt over uw zaak (requisitoir) en zegt welke straf hij eist. 
    • Daarna houdt uw advocaat/gemachtigde of u zelf een pleidooi. Dit is uw verdediging. U kunt dan alles naar voren brengen waarvan u denkt dat het van belang is. 
    • De officier van justitie mag reageren op het pleidooi
    • U of uw advocaat/gemachtigde mag reageren op wat de officier heeft gezegd. U mag als verdachte zelf geen vragen stellen aan de officier van justitie. Wel mag u het aangeven als iets niet duidelijk is. 
    • Als verdachte krijgt u het laatste woord, maar u hoeft daarvan geen gebruik te maken. 
    • Na het laatste woord sluit de rechter het onderzoek af. De rechter geeft aan wanneer hij uitspraak doet.

  • De kantonrechter doet meestal direct mondeling uitspraak. De rechtbank stuurt in principe binnen 14 dagen een (verkorte) schriftelijke versie van het vonnis naar u op. Als u een advocaat of gemachtigde heeft ingeschakeld, ontvangt deze het vonnis

    Mogelijke uitspraken 

    • vrijspreken 
    • een (al dan niet voorwaardelijke) straf of maatregel opleggen. 
    • ontslaan van alle rechtsvervolging
      Dit betekent dat de rechter u niet veroordeelt, hoewel het feit waarvan u verdacht werd, bewezen is. Het gaat dan om bijzondere omstandigheden waarin het begrijpelijk is dat u zich niet strikt aan de wet heeft gehouden. Het feit is dan niet strafbaar of u bent als dader niet strafbaar. Een voorbeeld van een bijzondere omstandigheid is als u heeft gehandeld uit zelfverdediging.

    Niet eens met uitspraak kantonrechter

    Als u het niet eens bent met de beslissing van de kantonrechter, kunt u in veel gevallen in hoger beroep gaan bij het gerechtshof.

  • Bent u het niet eens met de beslissing van de kantonrechter? U kunt in hoger beroep bij het gerechtshof als u bent veroordeeld tot 

    • een geldboete hoger dan 50 euro*, of 
    • een andere straf of maatregel

    * Heeft de kantonrechter bij het vonnis 2 of meer geldboetes voor overtredingen opgelegd? Dan moet het totaalbedrag hiervan hoger dan 50 euro zijn. Als het bedrag van de geldboete(s) tussen de € 50 en € 500 bedraagt, kan de voorzitter van het gerechtshof toch nog besluiten om uw hoger beroep niet te behandelen. Dit doet hij dan op basis van het verlofstelsel. U moet de boete dan toch betalen. De officier van justitie kan ook in hoger beroep gaan. 

    Het hoger beroep indienen 

    U heeft in principe 14 dagen de tijd om het hoger beroep in te dienen bij de griffie van de rechtbank. Deze termijn begint te lopen op het moment dat de rechter uitspraak deed. Bent u te laat met het instellen van hoger beroep? Dan kan het zijn dat het gerechtshof uw zaak in hoger beroep niet in behandeling neemt. 

    Grievenformulier 

    Als u in hoger beroep gaat, is het van belang dat u aangeeft wat daarvan de reden is. U kunt de reden van het hoger beroep toelichten op het zogenoemde grievenformulier (pdf, 154,4 KB)

Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.