Laden...

Strafprocedure kantonrechter minderjarigen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksStrafrecht > Procedures > Strafprocedure kantonrechter minderjarigen
Deze pagina is bedoeld voor ouders/verzorgers. Voor jongeren is informatie beschikbaar op de pagina De kantonrechter - Raad voor de rechtspraak (rechtvoorjou.nl). Bent u als ouder verdachte in een leerplichtzaak, zie dan voor meer informatie de pagina Strafprocedure kantonrechter.

 

Strafprocedure kanton – verdachten tussen 12 en 18 jaar

Als uw kind volgens de officier van justitie iets strafbaars heeft gedaan, kan hij uw kind in bepaalde gevallen voor de rechter brengen. De rechter beoordeelt of uw kind iets heeft gedaan wat volgens de wet strafbaar is en kan uw kind een jeugdstraf opleggen.
 
  • Wanneer de officier van justitie uw kind verdenkt van een misdrijf (zwaardere strafbare feiten), dan kan de officier van justitie uw kind voor de kinderrechter brengen
  • Maar wanneer de officier van justitie uw kind van een overtreding verdenkt (lichtere strafbare feiten zoals overtreding van de Leerplichtwet of rijden zonder rijbewijs), dan kan hij uw kind voor de kantonrechter brengen.

Advocaat of gemachtigde

Als uw kind wordt vervolgd in een strafprocedure bij de kantonrechter, mag het zelf de verdediging voeren of bijvoorbeeld vragen om inzage in het dossier. Er wordt niet automatisch een advocaat toegevoegd, maar u of uw kind kan wel zelf een advocaat of gemachtigde inschakelen. Dat is niet verplicht, maar mag wel altijd. 

Een advocaat of gemachtigde weet goed hoe alles werkt en kan uw kind helpen om de mogelijkheden te benutten. Heeft uw kind een advocaat? Deze heeft allerlei rechten, zoals inzage in het dossier van uw kind. Als uw kind jonger is dan 16 jaar, dan heeft de advocaat dezelfde bevoegdheden als uw kind.

 

Welke strafzaken behandelt de kantonrechter?

De feiten die de kantonrechter behandelt zijn overtredingen. Dat zijn lichte strafbare feiten, zoals het overtreden van de Leerplichtwet (bijvoorbeeld spijbelen) en baldadigheid. Daarnaast behandelt de kantonrechter het misdrijf stroperij en de beroepsprocedure verkeersboetes.

 


 De strafrechtelijke procedure bij de kantonrechter bestaat uit de volgende stappen:

>Alles uitklappen
  • Als uw kind verdacht wordt van een strafbaar feit, heeft het eerst te maken met:

    • de politie of de leerplichtambtenaar (bij overtreding van de Leerplichtwet)
    • de officier van justitie

    De officier van justitie kan uw kind een strafbeschikking opleggen. Is uw kind in verzet gegaan tegen deze strafbeschikking? Dan kan de officier van justitie besluiten de strafzaak van uw kind voor te leggen aan de kantonrechter. Daarnaast kan de officier van justitie de strafzaak voorleggen aan de kantonrechter als uw kind de aan hem opgelegde strafbeschikking niet uitvoert.

    De officier van justitie kan er ook voor kiezen om uw kind direct te dagvaarden bij de kantonrechter.

  • Beslist de officier van justitie om de strafzaak van uw kind voor de kantonrechter te brengen? Dan ontvangt uw kind een dagvaarding op het adres waar het staat ingeschreven of verblijft (thuis of bijvoorbeeld op het politiebureau of een jeugdinrichting).

    Inhoud dagvaarding

    Op iedere dagvaarding staat een parketnummer en/of zaaknummer genoemd. Uw kind moet dit nummer bij elk contact met de rechtbank noemen.

    Strafbaar feit en zitting

    In de dagvaarding staat in juridische woorden voor welk strafbaar feit de officier van justitie uw kind vervolgt. In de dagvaarding staat ook waar en wanneer de rechter de zaak van uw kind op een zitting behandelt.

    Getuigen, deskundigen en slachtoffers

    In de dagvaarding staan de getuigen en deskundigen genoemd, waarvan al bekend is dat de rechter hen wil ondervragen (horen) tijdens de zitting. Ook leest uw kind in de dagvaarding of er een slachtoffer is dat een vordering tot schadevergoeding heeft ingediend. Als dit niet op de dagvaarding staat, dan kan er nog wel een vordering volgen. Want een slachtoffer mag zelfs nog op de zittingsdag een schadevergoeding vragen.

    Rechten van uw kind

    Op de achterkant van de dagvaarding staat een toelichting op de procedure en informatie over de rechten waarvan uw kind gebruik kan maken, zoals het recht op rechtsbijstand (rechtsbijstand.nl)

    Inzage in het dossier

    Uw kind heeft als verdachte in principe het recht op het lezen (inzien) van de procesdocumenten in het dossier. Denk bijvoorbeeld aan documenten van de politie en het Openbaar Ministerie, met verslagen van verhoren van getuigen of van uw kind zelf.

  • Uw kind kan uitstel vragen voor de zitting, als uw kind daar een goede reden voor heeft. Een goede reden kan bijvoorbeeld ziekte zijn.

    Uw kind of de advocaat/gemachtigde van uw kind kan om uitstel vragen bij de griffie van de rechtbank. Dit moet zo snel mogelijk na ontvangst van de dagvaarding. De rechter beslist of hij de zitting uitstelt naar een andere datum (aanhouding). 

    De rechter beslist in principe pas tijdens de zitting over het uitstel. Soms beslist de rechter hier al eerder over. Uw kind of de advocaat/gemachtigde van uw kind ontvangt hierover in dat geval bericht. Uw kind kan ook zelf informeren bij de griffie van de rechtbank. De rechter is niet verplicht om de zitting uit te stellen. Uw kind of de advocaat/gemachtigde moet zelf voor de zittingsdatum informeren of het ook uitstel heeft gekregen.

    Protocol 

    De rechtbanken en gerechtshoven hebben met elkaar een zogenoemd aanhoudingenprotocol ontwikkeld. Daarin staat waarmee de rechter rekening houdt als uw kind een verzoek tot uitstel van de zitting doet.

  • Bij een strafprocedure is er altijd een zitting. Als uw kind minderjarig was op het moment van het feit, vindt de zitting in principe achter gesloten deuren plaats. Dat betekent dat bij de zitting geen publiek mag zijn. Alleen betrokkenen, zoals ouders met gezag en voogd, slachtoffers, getuigen en deskundigen mogen in principe aanwezig zijn.

    Uw kind als verdachte

    Uw kind is in principe niet verplicht om naar de zitting te komen.

    • Komt uw kind wel, dan kan uw kind de vragen van de rechter beantwoorden. En krijgt dan de gelegenheid om een mondelinge toelichting te geven.
    • Komt uw kind niet, dan kan uw kind de verdediging aan zijn of haar advocaat/gemachtigde overlaten. Hiervoor moet uw kind de gemachtigde toestemming (een machtiging) geven. Een advocaat hoeft in tegenstelling tot een gemachtigde, niet te beschikken over een schriftelijke machtiging. De rechter gelooft een advocaat op zijn woord als hij zegt dat hij door een van de partijen gemachtigd is. De rechter beoordeelt of hij ermee kan instemmen dat de advocaat/gemachtigde uw kind verdedigt. Als hij dat nodig vindt, kan hij de behandeling van de zaak aanhouden. Uw kind ontvangt dan een oproep om alsnog te verschijnen. 
    • Als uw kind niet naar de zitting komt en ook geen advocaat of gemachtigde heeft, dan kan de rechter de zaak toch (bij verstek) behandelen. De rechter kan uw kind verplichten om wél te komen (de verschijning van uw kind bevelen). Dan houdt de rechter de zaak aan en krijgt uw kind de gelegenheid om bij de zitting aanwezig te zijn. Als de rechter het noodzakelijk vindt dat uw kind aanwezig is bij de zitting, kan hij de medebrenging van uw kind gelasten. Dat betekent dat de politie uw kind voor de volgende zitting ophaalt.

    Wil uw kind wel reageren, maar niet op de zitting verschijnen? Dan kan uw kind de rechter per brief zijn mening geven. De rechter kan deze brief in zijn oordeel betrekken. Dit wil zeggen dat de rechter de brief van uw kind leest, maar zelf bepaalt of de brief van uw kind invloed heeft op zijn oordeel.

    Ouders/voogd

    U bent als ouder met het gezag of voogd verplicht om bij de zitting aanwezig te zijn, als uw kind op het moment van de zitting nog geen 18 jaar is. U krijgt daar een oproep voor. In die oproep staat ook dat de rechter u voor de zitting kan laten ophalen als u niet komt (uw medebrenging gelasten). Is uw kind wel al 18 jaar of ouder, dan bent u niet meer verplicht om naar de zitting van uw kind te komen.

    Getuigen

    Als er in de strafzaak van uw kind getuigen zijn, staan deze op de dagvaarding genoemd. De rechter noemt aan het begin van de zitting de namen van getuigen op die op de zitting aanwezig zijn. In bepaalde gevallen hoort de rechter ook getuigen die uw kind meebrengt. Lees hier meer over op de pagina info dagvaarding (om.nl).

    Deskundigen 

    Bij de zitting kan een deskundige aanwezig zijn om aanvullende vragen te beantwoorden. Dit kan in leerplichtzaken (bij overtreding van de Leerplichtwet) bijvoorbeeld een leerplichtambtenaar zijn. In bepaalde gevallen kan de rechter ook deskundigen horen die uw kind als verdachte meebrengt. Lees hier meer over op de pagina info dagvaarding (om.nl).

    Tolk

    Als uw kind niet goed Nederlands spreekt of begrijpt of als uw kind doof of slechthorend is, kan de officier van justitie een tolk voor uw kind inschakelen. Uw kind of de advocaat/gemachtigde moet hiervoor een verzoek indienen, bij voorkeur ruim voor de zittingsdatum. Uw kind hoeft niet voor de tolk te betalen. 

    Bent u als ouder/voogd zelf doof of slechthorend? Of spreekt u niet goed Nederlands? Ook dan kunt u een (doven)tolk aanvragen.

    Slachtoffer en benadeelde partij

    Als het slachtoffer heeft aangegeven daar prijs op te stellen, informeert het Openbaar Ministerie het slachtoffer over de zittingsdatum. Het slachtoffer mag de zitting bijwonen. 

    De rechter kan het slachtoffer (als daar reden voor is) vragen om buiten de zittingszaal plaats te nemen. Dit kan de rechter bijvoorbeeld doen bij de bespreking van de persoonlijke omstandigheden van uw kind.

    Schadevergoeding 

    Als het slachtoffer schadevergoeding vraagt van uw kind, mag diegene dat verzoek tijdens de zitting toelichten. Mogelijk beslist de rechter dat het slachtoffer (voor een deel) recht heeft op de schadevergoeding. Het verzoek om de schadevergoeding te betalen is in principe gericht aan uw kind.

    • Was uw kind jonger dan 14 jaar toen het feit werd gepleegd? En had u toen het gezag over het kind? Dan gaat de rechter ervan uit dat het verzoek tot vergoeding van de schade aan u wordt gedaan. U moet dan het bedrag betalen dat de rechter toewijst.
    • Was uw kind 14 jaar of ouder? Dan moet uw kind het toegewezen bedrag in principe zelf betalen. De rechter kan aan uw kind ook een schadevergoedingsmaatregel opleggen om ervoor te zorgen dat hij het geld betaalt.

    Publiek

    Niet openbaar

    De zitting vindt in principe achter gesloten deuren plaats. Dat betekent dat bij de zitting geen publiek mag zijn. Alleen de betrokkenen, zoals ouders en verzorgers, slachtoffers, getuigen en deskundigen mogen in principe aanwezig zijn.

    Soms wel openbaar

    De rechter kan besluiten om de hele zitting of een gedeelte in het openbaar te houden, bijvoorbeeld als:

    • uw kind het strafbare feit pleegde in een periode waarin het voor een deel minderjarig en voor een deel meerderjarig was
    • het maatschappelijk belang heel groot is
    Leeftijdsbeperking 

    Is de zitting openbaar? Dan mag iedereen ouder dan 12 jaar de zitting bijwonen. Kinderen tussen de 12 en 16 jaar moeten worden begeleid door een volwassene. De rechter kan in bijzondere gevallen bepalen dat bezoekers onder de 18 jaar niet of alleen onder begeleiding een strafzitting mogen bijwonen.

    Meer over zitting bijwonen

  • Inhoudelijke behandeling

    Aan het begin moet de rechter vaststellen dat alle regels en voorschriften tijdens het strafrechtelijk onderzoek zijn nageleefd. En dat hij de juiste rechter is om de zaak te behandelen. Daarna zal de rechter 4 vragen moeten beantwoorden:

    1. Is het 'wettig en overtuigend' bewezen dat uw kind het feit gepleegd heeft?

      Deze vraag beantwoordt de rechter aan de hand van:

      • wettige (volgens de wet toegestane) bewijsmiddelen
        zoals de aangifte, proces-verbaal van de leerplichtambtenaar, getuigenverklaringen, deskundigenverklaringen en beeldmateriaal dat de rechter zelf heeft gezien.
      • zijn eigen overtuiging
        de rechter moet op grond van de bewijsmiddelen ervan overtuigd zijn dat uw kind het feit heeft begaan.

      Is er onvoldoende/geen bewijs of is de rechter er niet van overtuigd dat uw kind het feit heeft begaan, dan spreekt hij uw kind vrij.

    2. Is het feit strafbaar?

      Als het feit bewezen is, gaat de rechter na of het ook strafbaar is. Alle strafbare feiten zijn beschreven in de wet. In bijzondere omstandigheden kan het begrijpelijk zijn dat uw kind zich niet strikt aan de wet heeft gehouden. Bijvoorbeeld als sprake was van  zelfverdediging. Het feit is in dat geval niet strafbaar.

    3. Is uw kind strafbaar?

      Het kan zijn dat het plegen van het feit uw kind niet is aan te rekenen. In dat geval ontbreekt de schuld en is uw kind niet strafbaar. Bijvoorbeeld omdat uw kind het strafbare feit onder invloed van een geestelijke stoornis heeft gepleegd (ontoerekeningsvatbaar) en er niets aan kon doen dat het zo gehandeld heeft.

    4. Welke straf krijgt uw kind opgelegd?
      Als de rechter oordeelt dat uw kind het strafbare feit heeft gepleegd en daarvoor strafbaar is, besluit de rechter over een passende jeugdstraf.
  • Voor aanvang van de zitting

    Op de dag van de zitting moet uw kind zich melden bij de informatiebalie van de rechtbank. Een medewerker vertelt uw kind waar uw kind op de gang kan wachten tot de zaak begint. Als de zaak van uw kind aan de beurt is, roept de bode de naam van uw kind en zaak. Iedereen gaat naar binnen en neemt plaats. Als de rechter binnenkomt, staat iedereen even op.

    Verloop van de mondelinge behandeling

    Bij de inhoudelijke behandeling richt de rechter zich op de inhoud van de strafzaak, met als doel om tot een oordeel te komen. De zitting verloopt als volgt:

    • De rechter controleert de persoonsgegevens van uw kind en geeft een korte uitleg over de rechten van uw kind tijdens de zitting.

    • Zijn er getuigen en deskundigen opgeroepen? Dan leest de rechter hun namen voor. Heeft uw kind getuigen of deskundigen meegenomen die niet worden genoemd? Dan moet uw kind die op dat moment direct opgeven. Doet uw kind dat niet, dan hoeft de rechter hen niet te horen.

    • Onderzoek door de rechter. De rechter stelt vragen aan uw kind als verdachte en aan getuigen en deskundigen. Ook de officier van justitie en de advocaat of gemachtigde van uw kind krijgen de gelegenheid om vragen te stellen. De rechter geeft hen daarvoor het woord. Als verdachte is uw kind niet verplicht op deze vragen te antwoorden (uw kind heeft zwijgrecht). Uw kind hoeft ook niet, zoals getuigen, een eed of belofte af te leggen.

    • Verder bespreekt de rechter de documenten in het strafdossier (zoals verslagen van verhoren, bewijsmiddelen en onderzoeksresultaten). Als uw kind wilt dat de rechter iets voorleest uit de documenten tijdens de zitting, kan uw kind dat aan de rechter vragen. Uw kind kan de rechter ook vragen om documenten alsnog toe te voegen aan het dossier.

    • Heeft een benadeelde partij (slachtoffer) een vordering voor een schadevergoeding ingediend? Dan behandelt de rechter deze. De benadeelde partij mag ook een mondelinge toelichting geven op de vordering.

    • De rechter behandelt ook de persoonlijke omstandigheden van uw kind. U als ouder komt hierbij aan het woord.

    • De officier van justitie geeft zijn standpunt over de zaak van uw kind (requisitoir) en zegt welke straf hij eist.

    • Daarna houdt de advocaat of gemachtigde van uw kind of uw kind zelf een pleidooi. Dat is de verdediging van uw kind. Uw kind kan dan aangeven wat hij van de eis van de officier van justitie vindt en alles naar voren brengen waarvan uw kind denkt dat het van belang is.

    • De officier van justitie mag reageren op het pleidooi.

    • Uw kind of de advocaat of gemachtigde van uw kind mag reageren op wat de officier van justitie heeft gezegd. Uw kind mag als verdachte zelf geen vragen stellen aan de officier van justitie. Wel mag uw kind aangeven als iets niet duidelijk is. 

    • Als verdachte krijgt uw kind het laatste woord, maar uw kind hoeft daarvan geen gebruik te maken.

    • Na het laatste woord sluit de rechter het onderzoek. De rechter geeft aan wanneer hij uitspraak doet.

    • Zie ook: Wat kunt u in de rechtszaal verwachten?

  • De uitspraak vindt in het openbaar plaats. Ook als de behandeling plaatsvond achter gesloten deuren. De kantonrechter doet meestal direct mondeling uitspraak (mondeling vonnis). De rechtbank stuurt in principe binnen 14 dagen een (verkorte) versie van de het vonnis naar uw kind op. Als uw kind een advocaat of gemachtigde heeft, ontvangt deze de beslissing.

    Mogelijke uitspraken:

    • vrijspreken
    • een (al dan niet voorwaardelijke) straf of maatregel opleggen
      De kantonrechter kan uw kind een geldboete of taakstraf opleggen. Daarbij kan de kantonrechter vervangende jeugddetentie opleggen. Meer uitleg op de pagina Straffen en maatregelen.
    • ontslaan van alle rechtsvervolging
      Dit betekent dat de rechter uw kind niet veroordeelt, hoewel het strafbare feit wel bewezen is. Het gaat dan om bijzondere omstandigheden waarin het begrijpelijk is dat uw kind zich niet strikt aan de wet heeft gehouden. Het feit is dan niet strafbaar of uw kind is als dader niet strafbaar. Een voorbeeld van een bijzondere omstandigheid is als uw kind heeft gehandeld uit zelfverdediging.

    Niet eens met de uitspraak van de kantonrechter?

    Als uw kind het niet eens is met de beslissing van de kantonrechter, kan uw kind in veel gevallen in hoger beroep gaan bij het gerechtshof. De officier van justitie kan ook in hoger beroep gaan. Uw kind ontvangt hiervan bericht.

    Hoger beroep

    Is uw kind het niet eens met de beslissing van de kantonrechter? Uw kind kan in hoger beroep bij het gerechtshof als het veroordeeld is tot:

    • een geldboete hoger dan 50 euro*, of
    • een andere straf of maatregel.

    *Heeft de kantonrechter bij het vonnis 2 of meer geldboetes voor overtredingen opgelegd? Dan moet het totaalbedrag hiervan hoger dan 50 euro zijn, als het bedrag van de geldboete(s) tussen de 50 euro en 500 euro bedraagt, kan de voorzitter van het gerechtshof toch nog besluiten om het hoger beroep van uw kind niet te behandelen. Dit doet de voorzitter dan op basis van het verlofstelsel. Uw kind moet de boete dan toch betalen

    Het hoger beroep indienen

    Uw kind heeft in principe 14 dagen de tijd om het hoger beroep in te dienen bij de griffie van de rechtbank. Deze termijn begint te lopen op het moment dat de rechter uitspraak deed. Is uw kind te laat met het instellen van het hoger beroep? Dan kan het zijn dat het gerechtshof de zaak van uw kind in het hoger beroep niet in behandeling neemt.

    Meer informatie over hoger beroep vindt u op de pagina Hoger beroep strafzaak.

    Grievenformulier 

    Als uw kind in hoger beroep gaat, is het van belang dat het aangeeft wat daarvan de reden is. Uw kind kan de reden van het hoger beroep toelichten op het zogenoemde grievenformulier (pdf, 628,6 KB) (pdf, 154,4 KB).