ECLI:NL:CRVB:2019:1076
Onroerend goed Turkije. Vermogen. Intrekking en terugvordering bijstandsuitkering. Afsplitsen landbouwgronden. Redelijkerwijs beschikken.
PW art. 17 lid 1, 34 lid 1, 54 lid 3, 58 lid 1
De per 30 april 2014 toegepaste wijziging in het Turkse Burgerlijk Wetboek en Wet 5403 leidt er in dit geval toe dat het eigendomsaandeel van appellant in landbouwgronden niet kan worden afgesplitst en moeilijk verkoopbaar is. Omdat appellant zijn aandeel aan de overige aandeelhouders kan verkopen, kan hij redelijkerwijs wel beschikken over zijn aandeel.
ECLI:NL:CRVB:2019:1122
Geüniformeerde maatregel. Niet verschijnen op evaluatiegesprek training. Afstemmen maatregel.
PW art. 18 lid 4 onder h, 18 lid 5, 18 lid 9, 18 lid 10
De omstandigheden dat het eerste keer was dat appellant de telefonisch gemaakte afspraak voor een evaluatiegesprek van de re-integratietraining niet nakwam en dat hij tijdens de re-integratie training al was verwezen naar een ander project en vacature, hadden het college aanleiding moeten geven de opgelegde maatregel, in de vorm van een verlaging van de bijstand met 100% gedurende een maand, nader af te stemmen.
ECLI:NL:CRVB:2019:1227
Niet gemelde hennepkwekerij. Gestolen oogst. Recht niet vast te stellen.
PW art. 17 lid 1, 31 lid 1, 32
Ook al zou het aannemelijk zijn dat de derde hennepoogst is gestolen en dat de hennep van die oogst niets heeft opgebracht, dit laat onverlet dat appellanten ook voor de derde oogstperiode nog steeds geen inzicht hebben verschaft in de omvang van de op geld waardeerbare activiteiten die appellant heeft verricht, gericht op het in bedrijf houden van de hennepkwekerij. Dit betekent dat over de periode van de derde oogst niet meer kan worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre appellanten recht op bijstand hadden.
ECLI:NL:CRVB:2019:1234
Afstemming bijstand in vorm van verlaging.
PW art. 18 lid 1
De omstandigheid dat appellant levensmiddelen ontving, bij een van zijn ouders meeat en dat zijn vader voor hem tankte, betreft in dit specifieke geval geen zeer bijzondere situatie die afstemming in de vorm van een verlaging van de bijstand rechtvaardigt. Van belang is hierbij dat bij appellant ook sprake is geweest van kostenverhogende omstandigheden.
ECLI:NL:CRVB:2019:1293
Exploitatie hennepkwekerij. Onvoldoende feitelijke grondslag voor twee eerdere oogsten. Bevindingen fraudespecialist Stedin. Afwijzing aanvraag.
PW art. 17 lid 1, 31 lid 1, 32
Uit de bevindingen van de fraudespecialist van Stedin kan niet worden afgeleid dat sprake is geweest van meer dan twee eerdere oogsten. Bij de nieuwe aanvraag heeft appellant zijn recht op bijstand onvoldoende inzichtelijk gemaakt.
ECLI:NL:CRVB:2019:1304
Bijzondere bijstand voor kosten bewindvoering. Intrekken en terugvorderen bijzondere bijstand voor kosten bewindvoering. Draagkracht. Inkomen. Minnelijk schuldhulpverleningstraject.
PW art. 31 lid 2, 34 lid 2, 35 lid 1
Betrokkene had hij bij het sluiten van de schuldregelingsovereenkomst in het kader van de minnelijk schuldhulpverleningstraject een hoger vrij te laten bedrag kunnen bedingen, waarmee hij, op grond van zijn draagkracht, de kosten van bewindvoering zelf kon voldoen uit zijn inkomen.
ECLI:NL:CRVB:2019:1372
Niet ontvankelijk verzoek om kwijtschelding. Recht om invorderingsbesluit te nemen is verjaard. Aanvang en lengte verjaringstermijn. Stuiting van de verjaring.
BW art. 3:306, 3:309, 3:316, 3:318; WWB art. 60
Het recht van het college om een invorderingsbesluit te nemen ten aanzien van het onvolledige terugvorderingsbesluit van 26 maart 2004 was ten tijde van het verzoek om kwijtschelding op 7 augustus 2015 verjaard. Van een kwijtschelding van een vordering kan dan ook geen sprake zijn.
ECLI:NL:CRVB:2019:1384
Niet gemelde hennepknipperij. Vooronderstelling exploitatie. Beroep op sepot Officier van Justitie.
PW art. 17 lid 1, 54 lid 3, 58 lid 2; EVRM art. 6 lid 2
De enkele ontkenning van enige wetenschap van- of betrokkenheid bij een in de woning van betrokkene aangetroffen hennepknipperij is onvoldoende om de vooronderstelling, dat de hennepknipperij door betrokkene werd geëxploiteerd, te ontzenuwen. De intrekking en terugvordering van bijstand roept geen twijfel op over de juistheid van de gronden van het sepot wegens gebrek aan bewijs.
ECLI:NL:CRVB:2019:1380
Misgelopen ALO-kop. Duurzaam gescheiden leven. Geen voorliggende voorziening.
PW art. 18 lid 1; Wet kindgebonden budget art. 2 lid 6; Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen art. 3
De verhoging van het kindgebonden budget in de vorm van een alleenstaande ouderkop (ALO-kop) is in de situatie waarin betrokkene duurzaam gescheiden leeft van haar echtgenoot geen voorliggende voorziening. De inkomstenterugval door het missen van de ALO-kop betreft een zeer bijzondere situatie op grond waarvan het college afstemming van bijstand met toepassing van artikel 18 lid 1 van de PW op het gemis van de ALO-kop nader moet onderzoeken.
ECLI:NL:CRVB:2019:1404
Opschorten. 8 wekentermijn. Opschortingsbesluit ingetrokken en nieuw opschortingsbesluit genomen.
PW art. 54 lid 1, 54 lid 4
Nu het college het opschortingsbesluit heeft ingetrokken om appellante tegemoet te komen om alsnog de gevraagde informatie binnen een nieuw gegeven termijn te verstrekken, is de opschortingstermijn van uiterlijk acht weken aangevangen met ingang van het nieuwe opschortingsbesluit.