ECLI:NL:CRVB:2019:4351
Vertrouwensbeginsel. Mededeling medewerker klantcontactcentrum. Verblijfsduur buitenland. Gerechtvaardigde verwachting. Geen zwaarwegende belangen.
Vertrouwensbeginsel
Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt, omdat appellante in dit geval mocht afgaan op de mededeling van de medewerker van het klantcontactcentrum over de verblijfsduur in het buitenland. Er zijn geen zwaarwegende belangen op grond waarvan het college niet gehouden zou zijn aan de gerechtvaardigde verwachting van appellante te voldoen.
ECLI:NL:CRVB:2020:87
Schadeverhaal. Onderzoekskosten Hoffmann Bedrijfsrecherche B.V.
CAR/UWO art. 15:1:12 lid 1
Het college heeft met toepassing van artikel 15:1:12, eerste lid, van de CAR/UWO appellant verplicht de schade te vergoeden die de gemeente heeft geleden als gevolg van het door appellant gepleegde plichtsverzuim, bestaande uit onder meer verduisterde contante betalingen, misgelopen betalingen en de kosten van onderzoek van Hoffmann Bedrijfsrecherche B.V. De Raad is van oordeel dat de vordering van de kosten van het onderzoek van Hoffmann het eerste onderdeel van de dubbele redelijkheidstoets niet kan doorstaan.
ECLI:NL:CRVB:2020:142
Bevorderingsperiodiek. Definitieve geschilbeslechting.
Awb art. 8:41a
De Raad stelt vast dat appellante het verzoek om een periodieke verhoging in de bezwaarfase heeft gedaan. Uit het oogpunt van definitieve geschilbeslechting zal de Raad hierover oordelen, nu de korpschef op dit verzoek, ook wat betreft het verleden, inhoudelijk is ingegaan en voldoende samenhang bestaat met het reeds aan de orde zijnde besluit.
ECLI:NL:CRVB:2020:10
Beoordeling schadevergoeding in verband met onrechtmatige huisbezoeken.
Awb art. 8:88 lid 1
Er is geen grond om de schadevergoeding van € 200,- in verband met een onrechtmatig huisbezoek niet als billijke vergoeding aan te merken. Er is evenmin grond om de verzoeken om schadevergoeding in verband met de overige, gestelde onrechtmatige huisbezoeken toe te wijzen omdat de huisbezoeken niet hebben geleid tot een (onrechtmatig) besluit. Het verzoek om schadevergoeding in verband met de handelwijze van medewerkers van het college is terecht afgewezen omdat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van onrechtmatig handelen van de medewerkers.