ECLI:NL:CRVB:2023:1730
Intrekking van aanbod voor minnelijke regeling is geen besluit. Geen sprake van weigering besluit te nemen naar aanleiding van minnelijke regeling. Geen definitieve overeenstemming over alle relevante onderdelen.
De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de (schriftelijke) mededeling van het college dat het aanbod voor een minnelijke regeling is ingetrokken geen besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb, of een met een besluit gelijkgestelde appellabele handeling, als bedoeld in artikel 8:2, eerste lid, van de Awb. De intrekking van het aanbod kan niet aangemerkt worden als de weigering om een besluit ter uitvoering van die regeling te nemen, omdat er geen minnelijke regeling tot stand is gekomen. Anders dan appellante stelt, is geen definitieve overeenstemming bereikt tussen partijen over alle relevante onderdelen van de minnelijke regeling.
Awb art. 1:3
ECLI:NL:CRVB:2023:1933
Ten onrechte ambtshalve beoordeling ontvankelijkheid prematuur bezwaar.
De Raad heeft in zijn uitspraak van 9 juli 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:1500, geoordeeld dat de bestuursrechter de tijdigheid van het bezwaar niet langer ambtshalve behoort te beoordelen. Dit uitgangspunt heeft niet alleen te gelden in de situatie dat te laat bezwaar is gemaakt, maar ook in de situatie dat te vroeg bezwaar is gemaakt. Dit betekent dat de rechtbank het bij het bestuursorgaan prematuur ingediende bezwaar niet ambtshalve alsnog niet-ontvankelijk mag verklaren.
Door de tijdigheid van het bezwaar ambtshalve te beoordelen is de rechtbank in strijd met artikel 8:69, eerste lid, van de Awb, buiten de omvang van het geding getreden. Zij heeft het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. De aangevallen uitspraak moet in zoverre worden vernietigd.
Awb art. 6:10, 8:69